De lijst is geen werk en de stem geen portret

19-01-2012 Print this page

B9 10678. Rechtbank Amsterdam, 18 januari 2012, HA ZA 11-1621, B. tegen TomTom & M (met dank aan Paul Reeskamp, Klos Morel Vos & Schaap).

Stemrecht. Naburige rechten. Portretrecht. Stemacteur B. heeft in opdracht van TomTom in diverse talen een lijstje van ongeveer 60 woorden en kort zinsneden ingesproken. Deze opnames zijn door TomTom gebruikt ‘als stem’ voor haar navigatiesystemen. In het onderhavige geschil stelt B. dat TomTom door het gebruik van zijn stem inbreuk maakt op zijn ‘onvervreemdbare recht om te beschikken over de exploitatie van zijn stem’ en op zijn portretrecht. De rechtbank oordeelt anders en wijst de vorderingen af. De lijst is geen werk in de zin van de WNR en een stem valt niet onder de definitie van een portret. Ook van ongerechtvaardigde verrijking of van ongerechtvaardigd profiteren van B's prestatie is geen sprake.

Naburige Rechten: 4.2. Voor bescherming als uitvoerend kunstenaar in dc zin van de WNR is ingevolge de in artikel 1 onder a WNR gegeven definitie, voor zover hier van belang, vereist dat sprake is van het uitvoeren van een werk van letterkunde of kunst. (…) Nu de WNR zelf geen definitie geeft van het begrip ‘werk’ wordt aangenomen dat in de WNR met een werk wordt bedoeld een week in de zin van de Auteurswet. (…) Naar het oordeel van de rechtbank kwalificeert de lijst met woorden en zinsneden in de Franse taal niet als een zodanig werk. Het betreft een lijst van losse woorden en korte zinsneden waarmee routeaanwijzingen kunnen worden samengesteld. Ook anderszins zijn er onvoldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat die lijst een oorspronkelijk karakter heeft Daarmee komt de rechtbank niet toe aan de vraag of ten aanzien van de uitvoering sprake is van artistieke en persoonlijke activiteit.

Portretrecht: 4.4. Het portretrecht ziet op een afbeelding van een persoon zodanig dat daaruit de identiteit van die persoon kan blijken De enkele omstandigheid dat de stem van B.  informatie geeft op grond waarvan zijn identiteit eventueel kan worden vastgesteld, is onvoldoende om te oordelen dat de stemopname valt onder hat bereik van het portretrecht in de zin van artikel 21 Auteurswet. Niet is in geschil dat de stem van Beck als zodanig niet bij het publiek bekend Daarmee is niet in te zien dat de stemopname onder het bereik van het portretrecht valt.

Lees het vonnis hier.