Geen redelijke opzegtermijn

07-06-2011 Print this page

B9 9759. Rechtbank Amsterdam. 25 mei 2011, HA ZA 10-977, Sanchez c.s. tegen Heijns & Unmanageable Artists B.V. c.s. (met dank aan Rob van Dongen & Anna van Essen, Bousie)

Media & Entertainmentrecht. Stukgelopen samenwerking. Financiële afwikkeling na een jarenlange samenwerking tussen procespartijen Sanchez, DJ, en Heijns, artiestenmanager en booking-agent. Bijna 20 pagina’s verbintenissenrecht, op smaak gebracht door de kwalificatie en beoordeling van de verschillende vormen van samenwerking (platenlabels, agentschappen e.a.) tussen artiesten en managers.

De rechtsverhouding tussen het boekingskantoor Syndicate en DJ Roger Sanchez wordt door de rechtbank aangemerkt als een (mondeling overeengekomen) agentuurovereenkomst, waardoor de wettelijke opzegtermijn ex art. 7:437 BW en de klantenvergoeding ex art. 7:442 BW van toepassing zijn:

3.1.9 Tussen partijen is niet in geschil dat Syndicate tegen beloning bemiddelde bij de totstandkoming van overeenkomsten tussen Sanchez en derden, zonder dat Syndicate aan Sanchez ondergeschikt was. Aan de wettelijke definitie van een agentuurovereenkomst (artikel 7:428 BW) is derhalve voldaan.

Een tussen een artiest en een artiestenmanager mondeling voor onbepaalde tijd aangegane samenwerking is naar oordeel van de rechtbank een duurovereenkomst die enkel door opzegging met in achtneming van een redelijke opzegtermijn kan worden beëindigd:

3.6.9. Op grond van vaste jurisprudentie heeft te gelden dat een duurovereenkomst – zoals ook de onderhavige artiestenovereenkomst – die voor onbepaalde tijd is aangegaan in het algemeen door enkele opzegging kan worden beëindigd, mits daarbij een redelijke, aan de omstandigheden van het geval aangepaste, termijn in acht wordt genomen. Dit is niet anders voor een overeenkomst tussen een artiest en diens manager.

Een persoonlijk conflict tussen Heijns en de echtgenote van Sanchez levert geen dringende reden op voor opzegging. Nu Sanchez geen redelijke opzegtermijn in acht heeft genomen is hij schadeplichtig en de rechbank veroordeelt Sanchez in reconventie op dit onderdeel tot betaling van $ 409.655,50

Lees het vonnis hier.