Conclusie A-G Hammerstein in S&S v Esschert

02-07-2013 Print this page
B912404
(Met dank aan T. Cohen Jehoram, V. Rörsch en S. Brinkhuis, De Brauw Blackstone Westbroek N.V.)

Conclusie A-G Hammerstein, 28 juni 2013, zaak 12/01479, S&S v  Esschert.

Auteursrecht. Zie IEPT20100924, IEPT20110906, IEPT20120110, en IEPT20130215 voor (nadere) feiten. Bij het arrest van 10 januari 2012 (IEPT20120110) heeft het hof te Leeuwarden het vonnis van de voorzieningenrechter (IEPT20110906) vernietigd. S&S werd veroordeeld elke inbreuk op de auteursrechtelijk beschermde vuurkorven van Esschert te staken en gestaakt te houden. In haar overweging kwam het hof tot de conclusie dat het auteursrecht binnen de Unie is geharmoniseerd. S&S heeft vervolgens een cassatieberoep ingesteld.

De conclusie van de A-G strekt in het principale cassatieberoep tot vernietiging en verwijzing, en in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep tot verwerping. De A-G meent onder andere dat het hof met het door hem (grotendeels) aangelegde Europeesrechtelijke kader geen blijk heeft gegeven van ee onjuiste rechtsopvatting.

"2.8 Onderdeel 1.1 neemt tot uitgangspunt dat er geen (totale) harmonisatie is van het werkbegrip industriële vormgeving, zodat het hof, gesteld voor de vraag o f de vuurkorf, de verpakking en de wikkel auteursrechtelijke bescherming genieten, het Nederlandse/nationaal auteursrechtelijke werkbegrip had moeten aanleggen. De Hoge Raad heeft in het voormelde arrest geoordeeld dat de Nederlandse maatstaf om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen gelijk is aan de Europese maatstaf (zie in het bijzonder de hiervoor vermelde rechtsoverweging 2.4 onder a-d). Het hof heeft met het door hem (grotendeels) aangelegde Europeesrechtelijke kader in rov. 3.12 dan ook geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. Ook het materiële oordeel van het hof in rov. 3.16 geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting."

Lees de conclusie hier.