Conclusie AG HvJEU over bevoegdheid bij auteursrechtinbreuk via internet en gedelokaliseerde schade

11-09-2014 Print this page
B913195

Conclusie van A-G Cruz Villalón van 11 september 2014 in de zaak tussen Pez Hejduk tegen EnergieAgentur.NRW GmbH over de criteria op basis waarvan de rechterlijke bevoegdheid kan worden vastgesteld ten aanzien van een op internet begane schending van een aan het auteursrecht verbonden vermogensrecht onder zodanige omstandigheden dat de intreding van de schade niet kan worden verbonden aan een bepaald grondgebied.

IPR. Het Handelsgericht Wien (Oostenrijk) stelt prejudiciële vragen hierover in een zaak, waarin het gaat om vermogensrechten van de auteur van een foto wier werk zonder haar toestemming op een website is verspreid. Bij de online verspreiding van foto’s is het, anders dan bij de reproductie en verspreiding van muziek-cd’s op internet zoals in de Pinckney-zaak, moeilijk vast te stellen of de schade intreedt in één of meer territoriaal begrensde gebieden. De schade is juist als het ware  “gedematerialiseerd” in de zin dat er sprake is van diffuse en dus “gedelokaliseerde” schade. De plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan is daardoor moeilijk aanwijsbaar.

Het Hof wordt nu in de gelegenheid gesteld om te bepalen of in dergelijke situaties het algemene criterium van het Pinckney-arrest dient te worden gevolgd dan wel of een andere weg moet worden ingeslagen. De A-G geeft in ieder geval het Hof in overweging om de prejudiciële vragen als volgt te beantwoorden:

„Artikel 5, punt 3, van verordening nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd, dat in het geval van een geding betreffende een op internet begane schending van aan het auteursrecht verbonden naburige rechten die resulteert in ‚gedelokaliseerde’ schade waarvan de plaats niet kan worden vastgesteld op basis van betrouwbare bewijscriteria, de rechter van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan bevoegd is om kennis te nemen van het geding.”

Lees de conclusie hier.