EHRM: juiste afweging gemaakt over gebruik voornamen klagers in sigarettenreclame

06-03-2015 Print this page
B913620

EHRM, 19 februari 2015, Bohlen v Duitsland en Ernst August v Duitsland

 

Publicatie. In beide zaken gaat het om humoristische sigarettenreclame, waarin de voornamen van klagers (twee publieke personen in Duitsland) zijn gebruikt, zonder hun toestemming.  De advertenties gaan over een boek gepubliceerd door de musicus Dieter Bohlen, waaruit na een rechtelijke uitspraak een aantal passages zijn verwijderd en twee gewelddadige woordenwisselingen waarbij Ernst August von Hannover betrokken was. Klagers wilde de advertenties verbieden, maar de Duitse rechter heeft de vorderingen van klagers afgewezen.

 

Volgens het EHRM heeft het Duitse Federale Hof van Justitie een billijke afweging gemaakt tussen de vrijheid van meningsuiting en het recht op privacy.  Hierbij speelt mee dat de advertenties bijdroegen aan het publieke debat, omdat zij op satirische wijze gebeurtenissen die het onderwerp van het publieke debat waren behandelden. Daarnaast zijn klagers bekend en waren de advertenties beperkt tot specifieke gebeurtenissen die al bij het publiek bekend waren en die al in de media waren besproken. Ook was het beeld van klagers dat werd overgebracht door de reclame niet denigrerend en maakte de indirecte toespelingen in de reclame het moeilijk om een link met de gebeurtenissen in kwestie te maken.

 

Lees het persbericht van het EHRM hier. Zie ook de nieuwsbrief van het hof Amsterdam.