Erwin Angad-Gaur: Reflecties in Sena Performers Magazine (3, 2014)

11-09-2014 Print this page
B913196

Erwin Angad-Gaur (secretaris/directeur van Ntb en VCTN, en voorzitter van de Sena sectie Uitvoerend Kunstenaars), Reflecties, Sena Performers Magazine (3, 2014).

"Vlak voor de zomer verscheen het onderzoeksrapport Economic Contribution of Copyright-Relevant Industries in the Netherlands. Het onderzoek werd in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken op basis van internationale normen (gesteld door de WIPO) uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek (gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam). Het onderzoek toont nogmaals aan hoe belangrijk het intellectueel eigendom is voor onze economie. De cijfers, gebaseerd op gegevens uit 2011, zullen velen verbazen, met name degenen die lijken te denken dat auteurs- en naburig recht vooral lastige economische obstakels zijn en een ondersteuning voor een verlieslijdende, subsidieafhankelijke culturele sector.

DE CIJFERS. De bruto toegevoegde waarde van de auteursrechtrelevante sectoren aan de Nederlandse economie bedroeg in 2011 € 35,9 miljard, ofwel 6 procent van het Nederlandse Bruto Binnenlands Product (BBP). De sectoren hebben gezamenlijk een positieve bijdrage van € 1,2 miljard in het Nederlandse handelsoverschot. Dat betekent een lichte stijging ten opzichte van de vorige meting in 2008, gebaseerd op gegevens uit 2005; toen was de bijdrage aan het BBP 5,9 procent. De gemiddelde bijdrage in andere landen waar een vergelijkbaar onderzoek is uitgevoerd volgens dezelfde methodiek is 5,2 procent van het BBP. Verder rapporteert SEO dat de auteursrechtrelevante sectoren Nederland een werkgelegenheid opleveren van circa 529.000 voltijdbanen. Dat is gelijk aan 7,4 procent van de totale werkgelegenheid. In de eerdere meting van 2005 was dat aandeel nog 8,8 procent. In aantal banen gaat het om een daling van 38.000 fte’s; deze komt grotendeels op het conto van een neergang in de zogeheten Afhankelijke Sectoren, met name de productie van ICT-hardware, maar heeft wellicht ook iets te maken met de licht aangepaste systematiek van het onderzoek, die vergelijking met het verleden iets bemoeilijkt. Het gemiddelde aandeel in de nationale werkgelegenheid in andere landenstudies (volgens de oude systematiek) is 5,4 procent. Opvallend is tenslotte de verdeling over de onderscheiden ‘deelsectoren’: de sector software en databases is de grootste (verantwoordelijk voor 49 procent van de BBP bijdrage), gevolgd door de sector pers en literatuur (20 procent), de sector beeld en geluid (tezamen ook 20 procent) en de advertentiesector (10 procent).

HARDNEKKIGE FOCUS. Uit de cijfers valt allereerst te leren dat de hardnekkige focus van de afgelopen tien jaar op ‘de muzikant die met zijn optredens zijn geld toch wel verdient’ elke relevantie mist. Niet alleen vallen de verdiensten van live optredens voor de meeste muzikanten erg tegen en ‘vergeet’ degene die dit stelt eenvoudig dat veel musici het werk van andere componisten en tekstschrijvers spelen; componisten en tekstschrijvers die dankzij het auteursrecht een aanspraak hebben op een deel van de recette. Vooral miskent de redenering de breedte van het auteurs- en het naburig recht: het auteurs recht is er voor de journalist, de dichter, de scenarist, de componist, de fotograaf en de striptekenaar. Het is van belang dit gegeven telkens opnieuw onder de aandacht te brengen: discussies gebaseerd op een scheef beeld, leveren scheve conclusies op."

Lees hier meer.