Het Ryanair/PR Aviation-arrest: de luchtbrug tussen de OHP-regels en concurrenten

18-08-2014 Print this page
B913152

IER 2014/4, nr. 35, p. 235-241, D. van Eek: "Over die vraag laat de literatuur een duidelijke tweestrijd zien: het ‘nee-kamp’ stelt dat concurrenten de OHP-regels niet jegens elkaar kunnen inroepen, met als belangrijkste argument dat de Nederlandse wetgever die mogelijkheid niet expliciet heeft opgenomen. De voorstanders stellen dat het niet nodig is dat expliciet in de wet op te nemen, want de OHP-regels moeten richtlijnconform worden uitgelegd. De OHP-Richtlijn beoogt expliciet de concurrenten in hun onderlinge verhouding te beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken. Het blindstaren op de letterlijke tekst van de OHP-regels in het BW zou dus volledig voorbijgaan aan de door het Hof van Justitie besliste, vergaande verplichting van de nationale rechter nationaal recht zo veel mogelijk uit te leggen in het licht van de bewoordingen en het doel van de relevante richtlijn.

Het feit dat een criterium/onderdeel van een richtlijn niet expliciet in de nationale wettekst wordt genoemd kan op zichzelf niet tot de conclusie leiden dat de nationale wetgever dús heeft bedoeld dat onderdeel niet te implementeren of – sterker nog – heeft willen uitsluiten. In het Ryanair/PR Aviation-arrest heeft de Hoge Raad mijns inziens de beslissende zet gegeven in de richting van de voorstanders. In dat arrest wees de Hoge Raad een beroep van Ryanair op de zgn. ‘geschriftenbescherming’ ex art. 10 lid 1 onder 1 Aw als bescherming voor haar niet-oorspronkelijke databank af. Art. 10 lid 1 onder 1 Aw moet volgens de Hoge Raad richtlijnconform worden uitgelegd: niet-oorspronkelijke databanken genieten geen auteursrechtelijke bescherming, ondanks het feit dat de werk-toets geen expliciet vereiste is in dat artikel van de Auteurswet. De Nederlandse wetgever koos ervoor bij de implementatie van de Databankenrichtlijn de Auteurswet op dit punt niet te wijzigen door een dergelijke oorspronkelijkheidstoets (die wel in de Databankenrichtlijn staat) op te nemen. De wetgever was namelijk van mening dat de geschriftenbescherming buiten het bereik van Databankenrichtlijn viel. Daarom zou een wijziging niet nodig zijn. Sinds het Football Dataco-arrest is echter duidelijk dat de Nederlandse wetgever dat mis had. Bovendien, aldus de Hoge Raad, blijkt uit de keuze van de wetgever die toets niet op te nemen, niet dat de wetgever een andere betekenis voor ogen had dan de Databankenrichtlijn voorschrijft. Richtlijnconforme uitleg is volgens de Hoge Raad dus uitgangspunt: dat is alleen niet mogelijk in de gevallen waaruit expliciet blijkt dat de wetgever de richtlijn niet heeft willen volgen. En daarvoor is geen bewijs te vinden in de wetsgeschiedenis, aldus de Hoge Raad. Ondanks het feit dat de werk-toets dus in de geschriftenbescherming ontbreekt, moet deze daar toch in worden gelezen."

Het HR-arrest Ryanair/PR Aviation vindt u hier.