Kanttekeningen bij nieuwe must-carry-regeling

28-10-2014 Print this page
B913289

Mediaforum 2014-10, p. 242-249, Paul Kreijger: "Op 1 januari 2014 trad, na een tamelijk korte parlementaire behandeling, een modernisering van de doorgifteverplichtingen (must-carry) in de Mediawet 2008 in werking, waarmee doorgifte van een standaardpakket met een minimale omvang verplicht wordt maar waarbij de inhoud van dat pakket grotendeels wordt vrijgelaten. Hoewel daarmee een eind is gekomen aan het door velen vermaledijde stelsel van programmaraden en de wetgever een techniekneutrale aanpassing heeft beoogd, staat de rechtvaardiging voor een dergelijke regeling op losse schroeven nu de wetgever er zelf van uitgaat dat in een gedigitaliseerde markt de pluriformiteit niet door de overheid, maar door concurrentie wordt gegarandeerd. [...]


Aldus is het pakket verdubbeld in omvang (overigens op grond van de enkele overweging dat de capaciteit van de huidige netwerken ook groter is), is het aantal specifiek als must-carry aangewezen kanalen weer ingeperkt en is de overheidsbemoeienis met de inhoud van de rest van het pakket tot nul gereduceerd. Dit laatste is natuurlijk niet per se te betreuren, maar opmerkelijk is toch wel dat de wet die beoogt de pluriformiteit te dienen geen enkel aanknopingspunt meer bevat over wat de wetgever als een pluriform aanbod ziet dan wel hoe deze pluriformiteit zou moeten worden bepaald.9 Dit is overigens ook een opvallend verschil met de situatie in een aantal andere EU-lidstaten en de VS, zoals blijkt uit de analyse van de must-carry-regimes in die landen die wordt gemaakt in het rapport van TNO en IViR dat door de regering wordt aangehaald.10 Zonder uitzondering biedt het wettelijk regime in die landen aanknopingspunten en procedures waarmee de inhoud van het must-carry-pakket wordt bepaald. Die aanknopingspunten ontbreken in de Nederlandse regeling, zoals blijkt uit het feit dat een standaardpakket dat naast de specifiek aangeduide kanalen verder wordt opgevuld met, bijvoorbeeld, louter ‘tell sell’-kanalen prima aan de wettelijke eisen voldoet, zonder dat de pluriformiteit daar nu op het eerste gezicht bijzonder mee is gediend. De tegenwerping dat dit een gekunsteld voorbeeld is, is op zich natuurlijk juist, zij het dat dit voorbeeld door de regering zelf is gegeven in de memorie van toelichting. Het mág dus in ieder geval wel!"