2005 - 2001 HvJEG
Print this page2005
IEPT20051025, HvJEG, Feta II
Commissie heeft rechtmatig kunnen besluiten dat de term "feta" geen soortnaam is geworden in de zin van artikel 3 van de basisverordening.
IEPT20051018, HvJEG, Class International
Gebruik merk in het economisch verkeer in de Gemeenschap - invoer: Merkhouder kan zich niet verzetten tegen enkele binnenkomst in de Gemeenschap – onder regeling extern douanevervoer of douane-entrepot – van oorspronkelijke goederen en mag niet verlangen dat op dat moment al een eindbestemming in een derde land is vastgelegd in het vrije verkeer
IEPT20051006, HvJEG, Medion v Thomson
Verwarringsgevaar aanwezig zijn bij een teken bestaand uit een firmanaam samengevoegd met merk
Gerecht heeft totaalindruk woordcombinatie beoordeeld - Algemeen belang artikel 7(1)(b) GMeV valt samen met wezenlijke functie merk als herkomstaanduiding
IEPT20050714, HvJEG, Europe 1 v SPRE en GVL
Op billijke vergoeding secundaire openbaarmaking fonogrammen kan recht van twee lidstaten van toepassing zijn.
IEPT20050707, HvJEG, Nestlé v Mars
Inburgering (Mee-inburgeren): een merk kan onderscheidend vermogen verkrijgen ten gevolge van het gebruik van dit merk als deel van of in samenhang met een ingeschreven merk
IEPT20050707, HvJEG, Praktiker v Deutsche Patent und Markenamt
Dienstmerken: Detailhandelsdiensten zijn "diensten" in de zin van de Merkenrichtlijn. Voor de inschrijving van een merk voor deze diensten is het niet noodzakelijk de betrokken dienst(en) concreet te omschrijven. Een nadere omschrijving van de waren of soorten waren waarop deze diensten betrekking hebben, is daarentegen wel noodzakelijk.
IEPT20050630, HvJEG, Tod's v Heyraud
Wederkerigheidseis werken van toegepaste kunst artikel 2(7) BC: Regel dat auteursrechtelijke bescherming afhankelijk is van de aard van bescherming in land van oorsprong in strijd met non-discriminatie art. 12 EG
IEPT20050630, HvJEG, Eurocermex vorm van bierfles
Vormmerk: Geen onderscheidend vermogen op grond van totaalindruk die door de vorm en de schikking van de kleuren van het aangevraagde merk wordt opgeroepen.
IEPT20050616, HvJEG, Commissie v Italië
Schending bio-technologierichtlijn: Italiaans octrooirecht biedt niet de mogelijkheid delen van het menselijk lichaam die werden geïsoleerd te octrooieren. Geen beoordelingsmarge lid-staten inzake niet-octrooieerbaarheid daar genoemde werkwijzen en gebruik. Bescherming voor rechtsreeks door werkwijze verkregen biologisch materiaal en door reproductie of vermeerdering verkregen. Dwanglicentie bij afhankelijkheid biotechnologische uitvinding en kwekersrecht
IEPT20050609, HvJEG, HLH Warenvertriebs Orthica v Deutschland
Criteria voor kwalificatie als geneesmiddel of levensmiddel
IEPT20050602, HvJEG, Mediakabel v Commissariaat voor de Media
televisieomroep bestaat in het oorspronkelijke uitzenden van televisieprogram-ma’s die zijn bestemd voor ontvangst door het publiek, dat wil zeggen een onbepaald aantal potentiële televisiekijkers, aan wie tegelijkertijd dezelfde beelden worden doorgegeven. De techniek waarmee de beelden worden doorgegeven, is voor deze beoordeling niet doorslaggevend.
IEPT20050421, HvJEU, Novartis v Patent Office
Door Zwitserse autoriteiten afgegeven en automatisch in Liechtenstein erkende eerste vergunning voor in handel brengen geneesmiddel binnen EER, is eerste vergunning artikel 13 Verordening ABC Geneesmiddelen
IEPT20050317, HvJEG, Gillette v LA Laboratories
Gebruik nodig om bestemming, met name als accessoire of onderdeel aan te geven. Gebruik merk nodig wanneer een dergelijk gebruik in de praktijk het enige middel is om het publiek begrijpelijke en volledige informatie te verstrekken over deze bestemming.
2004
IEPT20041130, HvJEG, Peak Holding
Waren niet in de handel gebracht wanneer ze in de EER worden ingevoerd voor verkoop of indien ze te koop zijn aangeboden maar niet verkocht - Wederverkoop verbod bij verkoop in EER staat niet in de weg aan communautaire uitputting
IEPT20041116, HvJEG, Anheuser Busch
Communautaire merkenrecht moet zoveel mogelijk in licht van bewoordingen en doel TRIPs-overeenkomst worden uitgelegd.
IEPT20041109, HvJEG, British Horseracing Board v William Hill
Databankenrecht: uitleg begrippen 'investeringen'en 'substantieel deel' en strekking verbodsrecht'
IEPT20041109, HvJEG, Fixtures Marketing v Svenska Spel
Substantiële investering databank: noch de verkrijging, noch de controle, noch de presentatie van de inhoud van een kalender voor voetbalwedstrijden getuigt van een substantiële investering die de bescherming welke verbonden is aan het in artikel 7 van de richtlijn neergelegde recht sui generis rechtvaardigt.
IEPT20041109, HvJEG, Fixtures Marketing v OPAP
Kalender voor voetbalkampioenschappen is een databank: verzameling van zelfstandige elementen die ieder een zelfstandige informatieve waarde hebben. Geen sprake van vereiste substantiële investering.
IEPT20041021, HvJEG, KWS Saat v BHIM
Onderscheidend vermogen kleurmerken door inburgering: In dat verband kan een kleur als zodanig, als gevolg van het gebruik dat ervan is gemaakt, volgens artikel 7, lid 3, van verordening nr. 40/94 onderscheidend vermogen verkrijgen voor de waren en diensten waarvoor inschrijving is gevraagd.
IEPT20041021, HvJEG, Erpo Mobelwerk
Geen specifieke criteria ter vervanging of afwijking van het criterium van het onderscheidend vermogen zoals dit in de rechtspraak wordt uitgelegd voor sommige categorieën merken, zoals merken bestaande uit reclameslogans
IEPT20041012, HvJEG, Vedial v BHIM
Cumulatieve voorwaarden verwarringsgevaar: Voor de toepassing van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 is voor verwarringsgevaar tegelijkertijd vereist dat het aangevraagde merk en het oudere merk gelijk zijn of overeenstemmen en dat de waren of diensten waarop de inschrijvingsaanvraag betrekking heeft, dezelfde of soortgelijk zijn als die waarvoor het oudere merk is ingeschreven.
IEPT20041005, HvJEG, Alcon v BHIM
Gerecht terecht geoordeeld dat het merk BSS voor het betrokken doelpubliek gebruikelijk is geworden en dat het geen onderscheidend vermogen heeft verkregen door het ervan gemaakte gebruik. Niet het beschrijvend karakter van het merk is doorslaggevend, maar het heersende gebruik in de kringen waarin deze waren worden verhandeld.
IEPT20040916, HvJEG, Nichols v Registrar
Merkenrecht: concrete beoordeling onderscheidend vermogen familienaam vereist
Onderscheidend vermogen woordcombinatie te beoordelen op totaalindruk niet op afzonderlijke bestanddelen - Beschikbaarheidsbelang relevant voor artikel 7(1)(b) GMeV - Gebruik in de branche indicatie voor onderscheidend vermogen
IEPT20040628, HvJEG, Glaverbel v BHIM
Onderscheidend vermogen. Perceptie publiek kan verschillen voor verschillende merken categorieën, zodat vaststellen onderscheidend vermogen moeilijker kan zijn. Niet aangevochten waardering van bewijs door Gerecht, inhoudende dat dessin voor het relevante publiek, dat zowel vaklui in de bouwsector als het grote publiek omvat, geen herkomstaanduiding is, maar (i) technisch middel om glas ondoorzichtig te maken, (ii) gevolg van esthetische, decoratieve afwerking, en (iii) te complex om bijzondere details te onthouden.
IEPT20040624, HvJEG, Heidelberger Bauchemie
Grafische voorstelling kleurencombinatie vereist systematische schikking die kleuren op van te voren bepaalde en duurzame wijze in verbinding brengt en staal met kleuren en aanduiding daarvan door internationaal erkende kleurenidentificatiecode.
IEPT20040610, HvJEG, Kronhofer v Maier
Plaats schadebrengende feit onrechtmatige daad: dat de uitdrukking „plaats waar het schade-brengende feit zich heeft voorgedaan” niet ook de plaats omvat waar de verzoeker woont of waar zich het „centrum van zijn vermogen” bevindt op de enkele grond dat hij aldaar financiële schade heeft geleden die voortvloeit uit het in een andere verdragsluitende staat ingetreden en door hem geleden verlies van onderdelen van zijn vermogen
IEPT20040429, HvJEG, Procter & Gamble
gemiddelde consument neemt een merk gewoonlijk als een geheel waar, let niet op verschillende details - Onderzoek verschillende elementen merk wel relevant
IEPT20040429, HvJEG, Commissie v Duitsland
Systematische indeling als geneesmiddel: Door in andere lidstaten rechtmatig als voedingssupplement vervaardigde en in de handel gebrachte vitaminepreparaten als geneesmiddel in te delen wanneer zij het drievoudige van de door de Deutsche Gesellschaft für Ernährung (Duitse vereniging voor voedingsmiddelen) aanbevolen dagelijkse dosis aan vitamines, andere dan de vitamines A en D, overschrijden, is de Bondsrepubliek Duitsland de krachtens artikel 30 EG-Verdrag (thans, na wijziging, artikel 28 EG) op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.
IEPT20040429, HvJEG, Commissie v Oostenrijk
Geneesmiddel naar werking: Onterechte classificatie preparaten met Vitamine A, D of K ongeacht hun gehalte als geneesmiddel naar werking. Terechte classificatie preparaten met chromaten ongeacht hun gehalte als geneesmiddel naar werking
IEPT20040429, HvJEG, IMS Health
Misbruik machtspositie door weigering licentie: is beschermde structuur onontbeerlijk?
IEPT20040429, HvJEG, Henkel
kans groter dat vorm van een waar elk onderscheidend vermogen mist naarmate deze vorm een grotere gelijkenis vertoont met de meest waarschijnlijke vorm van de betrokken waar
IEPT20040429, HvJEG, Bjornekulla Fruktindustrier v Procordia Food
Relevant publiek voor "gebruikelijke benaming": Wanneer tussenpersonen optreden bij de distributie aan de consument of de eindverbruiker van een waar bestaan de betrokken kringen waarvan de zienswijze in aanmerking moet worden genomen om te beoordelen of dit merk in de handel de gebruike-ijke benaming van de betrokken waar is geworden, uit alle consumenten of eindverbruikers en uit alle beroepsbeoefenaars die optreden bij de afzet van deze waar.
IEPT20040428, HvJEG, Matratzen Concord v BHIM
Globale beoordeling verwarringsgevaar
IEPT20040427, HvJEG, Turner v Grovit
IEPT20040401, HvJEG, Kohlpharma
IEPT20040212, HvJEG, Postkantoor
Beschrijvende merken: Concrete beoordeling relevante feiten en omstandigheden. Bevoegde autoriteit en beoordelende rechterlijke instantie moeten rekening houden met alle relevante feiten en omstandigheden. Vrijhoudingsbehoefte - algemeen belang: artikel 3(1)(c) van de richtlijn streeft een doel van algemeen belang na, te weten dat tekens of benamingen die de kenmerken beschrijven van de waren of diensten waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd, door eenieder vrij moeten kunnen worden gebruikt. Irrelevant of er al dan niet synoniemen bestaan. Beoordeling beschrijvend karakter voor kenmerken en/of onderscheidend vermogen te beoordelen per categorie waren en diensten. Samengesteld woord bestaande uit beschrijvende bestanddelen als regel ook beschrijvend, tenzij het woord merkbaar verschilt van de loutere som van zijn bestanddelen
IEPT20040212, HvJEG, Henkel vorm fles
merkenrecht: beoordeling onderscheidend vermogen vormmerk fles - beschrijvend - relevante, nationale markt
Vrijhoudingsbehoefte - algemeen belang: artikel 3(1)(c) van de richtlijn streeft een doel van algemeen belang na, te weten dat tekens of bena-mingen die de kenmerken beschrijven van de waren of diensten waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd, door eenieder vrij moeten kunnen worden gebruikt. Nieuw samengesteld woord: Nieuw woord samengesteld uit beschrijvende bestanddelen is ook beschrijvend, tenzij er een merkbaar verschil is met de som der bestanddelen. Irrelevant of er al dan niet synoniemen bestaan.
IEPT20040205, HvJEG, Streamserve v BHIM
Artikel 7(1)(c) Gemeenschapsmerkenverordening streeft doel van algemeen belang na om beschrijvende tekens of aanduidingen vrij te houden.
IEPT20040205, HvJEG, Telefon & Buch v BHIM
“Universaltelefonbuch” en “Universalkommunikationsverzeichnis” terecht geweigerd op grond van artikel 7(1)(c) Gemeenschapsmerkenverordening: oordeel niet gegrond op loutere beschrijvendheid maar op omstandigheid dat de woorden de bedoelde waren of diensten kunnen aanduiden, het volstaat als minstens een van de potentiële betekenissen een beschrijvend karakter heeft.
IEPT20040127, HvJEG, La Mer Technology v Laboratoires Goemar
Normaal gebruik merk: Wanneer het gebruik een werkelijk commercieel doel dient, kan zelfs een gering gebruik van het merk of een gebruik door slechts één importeur in de betrokken lidstaat volstaan - relevante periode voor 'normaal gebruik'
IEPT20040107, HvJEG, Rolex
Doorvoer via Gemeenschap valt onder Dounaeverordening. Strafrechtelijke handhaving vereist nationale wet
IEPT20040107, HvJEG, Gerolsteiner Brunnen v Putsch
Aanduiding van plaats van herkomst slechts inbreuk indien gebruik niet in overeenstemming is met eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. Te beoordelen op grond van alle omstandigheden van de zaak. Enkel (auditief) verwarringsgevaar onvoldoende.
2003
IEPT20031211, HvJEG, Hässle v Ratiopharm
Geldigheid ABC-Verordening (1768/92). Eerste vergunning: dat met betrekking tot geneesmiddelen voor ge-bruik door de mens het begrip eerste vergunning voor het [...] in de handel brengen in de Gemeen-schap in artikel 19, lid 1, van verordening nr. 1768/92 alleen doelt op de eerste vergunning die wordt geëist door de bepalingen ter zake van ge-neesmiddelen in de zin van richtlijn 65/65 en die is afgegeven in een willekeurige lidstaat, en dus niet op de vergunningen die door de regelingen inzake de vaststelling van de prijs en de vergoeding van ge-neesmiddelen worden geëist.Nietigheid certificaat bij strijd met ABC-Verordening.
IEPT20031209. HvJEG, Gasser v Misat
IEPT20031127, HvJEG, Shield Mark - klankmerk
Grafische voorstelling klankmerk:dat een teken dat als zodanig niet visueel waarneembaar is, een merk kan vormen op voorwaarde dat het vatbaar is voor grafische voorstelling, inzonderheid door middel van figuren, lijnen of lettertekens, en die voorstelling duidelijk, nauwkeurig, als zodanig volledig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk, duurzaam en objectief is.
IEPT20031118, HvJEG, Budvar v Ammersin
Onrechtmatige beperking vrij verkeer van goederen wanneer geen sprake is van een directe of indirecte herkomstaanduiding
IEPT20031106, HvJEG, Lindqvist
Persoonsgegevens-richtlijn: geen doorgifte persoonsgegevens naar derde land bij plaatsing op internetpagina
IEPT20031106, HvJEG, Gambelli
nationaal verbod, behoudens vergunning,inzake weddenschappen op sportevenementen, is een beperking van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten. Het staat aan de verwijzende rechter na te gaan of een dergelijke regeling, gelet op de wijze waarop zij in concreto wordt toegepast, daadwerkelijk beantwoordt aan de ter rechtvaardiging ervan aangevoerde doelstellingen en of de uit die regeling voortvloeiende beperkingen, gelet op deze doelstellingen, niet onevenredig zijn.
IEPT20031023, HvJEG, RTL Television
Televisiefilms en -series: Films die voor de televisie zijn geproduceerd en waarin reeds bij het maken ervan in reclameon-derbrekingen is voorzien, vallen onder het begrip „televisiefilms".Het verband dat tussen films moet bestaan om onder de uitzondering voor „series" in artikel 11, lid 3, van deze richtlijn te kunnen vallen, moet betrekking hebben op de inhoud van de betrokken films, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van een zelfde verhaal in opeenvolgende uitzendingen of het opnieuw verschijnen van een of meerdere personages in de verschillende uitzendingen.
IEPT20031023, HvJEG, Doublemint
Niet noodzakelijk dat teken op moment van inschrijving daadwerkelijk beschrijvend wordt gebruikt.
IEPT20031023, HvJEG, Adidas v Fitnessworld
Artikel 5(2) Merkenrichtlijn. Zodanige mate van overeenstemming – niet zijnde verwarringsgevaar - vereist dat het betrokken publiek een verband tussen het teken en het merk legt.
IEPT20030520, Hof van Justitie EG, Prosciutto di Parma
De voorwaarde dat de ham in het productiegebied in plakken gesneden en verpakt moet worden, zodat het behoud van de reputatie van de parmaham wordt gewaarborgd door een verscherpte controle op de bijzondere kenmerken en de kwaliteit ervan, kan derhalve gerechtvaardigd worden geacht als maatregel ter bescherming van de BOB, die toebehoort aan de gezamenlijke producenten en die voor hen van beslissend belang is.
IEPT20030520, HvJEG, Osterreichischer Rundfunk
Ruime verspreiding inkomensgegevens toegestaan indien noodzakelijk voor goed beheer openbare middelen. Rechtstreekse werking persoonsgegevens-richtlijn.
Grafische voorstelling kleurmerk moet nauwkeurige identificatie mogelijk maken en duidelijk, nauwkeurig, als zodanig volledig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk, duurzaam en objectief zijn. Combinatie monster en verbale beschrijving of internationaal erkende code kan grafische voorstelling vormen, die aan eisen voldoet.
IEPT20030410, HvJEG, Schulin v STV
Alleen informatieverplichting aan kwekersrechthebbende in geval van aanwijzingen dat mogelijk sprake is van inbreuk
IEPT20030408, HvJEG, Van Doren v Lifestyle Sports
IEPT20030408, HvJEG, Pippig Augenoptik
Richtlijn misleidende reclame (84/450) verzet zich tegen strengere nationale bepalingen - vergelijkende reclame en gebruik merk
Weigeringsgronden onafhankelijk van elkaar van toepassing.
IEPT20030320, HvJEG, LTJ Diffusion (Arthur et Felicie)
Dat een teken gelijk is aan een merk wanneer het zonder wijziging of toevoeging alle bestanddelen van het merk afbeeldt, of wanneer het in zijn geheel beschouwd verschillen vertoont die dermate onbeduidend zijn dat zij aan de aandacht van de gemiddelde consument kunnen ontsnappen.
IEPT20030311, HvJEG, Ansul v Ajax
Normaal gebruik: niet enkel symbolisch gebruik ter behoud van merkrecht. Gebruik buiten de onderneming om voor waren of diensten waarop merk is aangebracht afzet te vinden of te behouden. Rekening houden met alle feiten en omstandigheden op grond waarvan kan worden vastgesteld of commerciële exploitatie reëel is.
IEPT20030206, HvJEG, Sena v NOS
'Billijke vergoeding' bij secundaire openbaarmaking uitvoerend kunstenaars moet uniform worden uitgelegd - Iedere lidstaat dient op zijn grondgebied meest relevante criteria vast te stellen
IEPT20030109, HvJEG, Davidoff v Durffee
Bekende merken dienen niet minder bescherming te genieten wanneer een teken voor soortgelijke waren of diensten wordt gebruikt, dan wanneer een teken voor niet-soortgelijke waren of diensten wordt gebruikt.
2002
IEPT20021212, HvJEG, Sieckmann Geurmerk
Geurmerk mogelijk indien vatbaar voor grafische voorstelling. Olfactorisch teken, scheikundige formule, beschrijving met woorden,of combinatie daarvan voldoet niet aan eisen grafische voorstelling.
IEPT20021121, HvJEG, Robelco v Robeco
De bescherming van merken tegen gebruik als handelsnaam of statutaire naam is niet geharmoniseerd en toelaatbaar naar nationaal recht wanneer zonder geldige reden ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken of afbreuk wordt gedaan aan onderscheidend vermogen of reputatie merk
IEPT20021112, HvJEG, Arsenal
Gebruik in het economisch verkeer. Herkomstgarantie is wezenlijke functie van het merk. Exclusief recht beperkt tot gebruik door een derde dat afbreuk doet of kan doen aan de functies van het merk. Gebruik voor zuiver beschrijvende doeleinden uitgesloten van verbodsrecht merkhouder.
IEPT20020919, HvJEG, Companyline
Combinatie van twee gebruikelijke termen dient een extra kenmerk te verlenen waardoor het teken in zijn geheel onderscheidend vermogen krijgt. Gemeenschapsmerk dient onderscheidend vermogen te hebben in alle talen
IEPT20020625, HvJEG, Bigi (Parmesan)
Beschermde Oorsprongs-Benaming: Artikel 13, lid 2, van verordening nr. 2081/92 moet derhalve aldus worden uitgelegd dat de bij deze bepaling ingevoerde afwijkende regeling niet geldt voor producten afkomstig uit de staat die de registratie heeft verkregen van de BOB waarvan de bescherming aan de orde is en ten aanzien waarvan die producten niet aan het productdossier beantwoorden
IEPT20020618, HvJEG, Philips v Remington
Weigeringsgronden merken limitatief - criteria voor onderscheidend vermogen voor alle merken gelijk - Inburgering: grootschalig exclusief gebruik kan tot inburgering leiden, maar dient concreet beoordeeld te worden - Vormmerk: uitgesloten indien wezenlijke functionele kenmerken van de vorm uitsluitend aan technische uitkomst zijn toe te schrijven, ook indien technische uitkomst door alternatieve vormen kan worden verkregen
IEPT20020514, HvJEG, Holterhoff v Freiesleben
Beschrijvend gebruik merk voor aanduiding eigenschap product geen inbreuk
IEPT20020423, HvJEG, Boehringer Ingelheim v Swingard
IEPT20020423, HvJEG, MSD v Paranova
2001
Uitputting: In beginsel expliciete toestemming merkhouder vereist tot import in EER
voor uitputting merkrecht
IEPT20011025, HvJEG, Toshiba v Katun
Vermelding in catalogus van OEM-artikelnummer voor reserveonderdelen en verbruiksartikelen kan als vergelijkende reclame worden aangemerkt - Sprake van behalen oneerlijk voordeel wanneer daardoor de reputatie van de OEM-fabrikant aan het vergeleken produkt wordt toegeschreven
IEPT20011009, HvJEG, Nederland v Parlement & Raad
Biotechnologie-richtlijn beoogt discrepanties in praktijk en rechtspraak te voorkomen. Genetische verandering van een plantenras is niet octrooieerbaar, maar een verandering die zich verder uitstrekt, bijvoorbeeld tot een soort, is wel octrooieerbaar.
Biotechnologierichtlijn ontneemt keuzemogelijkheid onder TRIPS, maar is daarmee te verenigen. Biotechnologische uitvinding versus ontdekking
IEPT20011004, HvJEG, Merz & Krell
Overlapping absolute weigeringsgronden. Artikel 3(1)(d) verzet zich slechts tegen inschrijving wanneer tekens in het normale taalgebruik of bonafide handelsverkeer gebruikelijk zijn.
Beschrijvend karakter vereist voor elk van de woorden afzonderlijk en het geheel, waarbij elk merkbaar verschil met de gangbare terminologie aan de combinatie onderscheidend vermogen kan verlenen
IEPT20010913, HvJEG, Schieving-Nijstad (Route 66)
IEPT20010510, HvJEG, BASF v BIE
Product: ‘as is’, inclusief verontreinigen. Vereiste meerdere marktvergunningen: irrelevant voor vraag of sprake van dezelfde gewasbescher-mingsmiddellen. Verschil in verhouding werkzame stoffen onvol-doende om van verschillende producten te spreken