Artikel 12
Print this page
1. Ieder land, dat partij is bij het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom, kan partij worden bij deze Overeenkomst door:
i) ondertekening gevolgd door nederlegging van een akte van bekrachtiging of
ii) nederlegging van een akte van toetreding.
2. De akten van bekrachtiging of van toetreding worden nedergelegd bij de Directeur-Generaal.
3. Het bepaalde in artikel 24 van de Akte van Stockholm van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom is van toepassing op deze Overeenkomst.
4. Het bepaalde in het derde lid mag in geen geval worden uitgelegd als een erkenning of stilzwijgende aanvaarding door een van de landen van de bijzondere Unie van de feitelijke situatie van een grondgebied waarop deze Overeenkomst van toepassing is verklaard door een ander land krachtens het bepaalde in het genoemde lid.