Curator heeft geen recht op toegang tot administratie van gefailleerde in de cloud. Het stond de curator in beginsel vrij om de overeenkomst met cloud-leverancier Vict op grond van artikel 37 Fw gestand te doen, tegen betaling van de overeengekomen maandelijkse vergoeding, maar de curator heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. De wettelijke bevoegdheden van de curator, in het bijzonder de artikelen 92 en 93a Fw, noodzaken Vict ook niet ertoe om de voor haar uit die overeenkomst voortvloeiende werkzaamheden toch voort te zetten.
FAILLISSEMENTSRECHT
De failliet verklaarde Retera Interieurwerken maakte voor haar administratie gebruik van cloud computing, waarbij de informatie wordt opgeslagen op zich elders bevindende, externe servers en had ten behoeve hiervan een overeenkomst met Vict gesloten. Nadat een betalingsachterstand was ontstaan en na het faillissement heeft Vict op 7 oktober 2011 haar dienstverlening gestaakt. Vanaf die datum heeft de curator derhalve geen toegang meer tot de administratie van Retera. De curator vordert nu dan ook onbelemmerde toegang tot de administratie van Retera; de voorzieningenrechter heeft deze vordering in eerste aanleg afgewezen (r.o. 2.3). Ook de grieven van de curator falen, zodat het bestreden vonnis moet worden bekrachtigd.
Vaststaat dat de enkele op een harddisk of andere gegevensdrager ter beschikking gestelde gegevens betreffende de financiële administratie van Retera, zoals Vict heeft aangeboden, onbruikbaar zijn. Slechts met behulp van de software van Vict kan structuur worden aangebracht in die omvangrijke en gefragmenteerde informatie. Het stond de curator in beginsel vrij om de overeenkomst met Vict op grond van artikel 37 Fw gestand te doen, uiteraard tegen betaling van de overeengekomen maandelijkse vergoeding, maar de curator heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt (r.o. 3.3).
Het beroep van de curator op zijn bevoegdheden, in het bijzonder de artikelen 92 en 93a Fw, faalt: bij de beantwoording van de vraag hoe ver de bevoegdheden reiken die de wetgever aan de curator heeft toegekend teneinde hem in de gelegenheid te stellen zijn taak als curator uit te oefenen, past terughoudendheid (r.o. 3.6). Gegeven het feit dat de curator de overeenkomst tussen Retera en Vict niet gestand heeft willen doen, kan Vict niet worden gehouden om de voor haar uit die overeenkomst voortvloeiende werkzaamheden toch voort te zetten. De artikelen 92 en/of 93a Fw noodzaken Vict daartoe in ieder geval niet.
3.7.[...] Niet valt in te zien dat Vict voor de door de curator verlangde werkzaamheden niet de - commerciële - vergoeding zou mogen verlangen die door Vict en Retera daarvoor was overeengekomen. Evenals de voorzieningenrechter is het hof voorshands van oordeel dat de curator geen recht heeft op kosteloze dienstverlening of dienstverlening tegen een zeer geringe vergoeding die niet in verhouding staat met de tussen Vict en Retera daarvoor overeengekomen prijs. Een belangenafweging kan niet tot een ander oordeel leiden.
IEPT20130326, Hof Den Bosch, Curator v Vict
