Geen onrechtmatige uitlatingen over beleid en integriteit van bestuur van Beter Wonen

30-01-2014 Print this page
IEPT20131029, Hof Amsterdam, Beter Wonen

Spoedeisend belang vanwege mogelijk dreigend onrechtmatig handelen: hoewel betreffende artikelen van website appellant zijn verwijderd, heeft hij aangegeven dat artikelen weer zouden worden geplaatst zodra dreiging van rechtszaak zou zijn weggenomen. Geen onrechtmatige uitlatingen van appellant over beleid en integriteit van bestuur van Beter Wonen: vermeende misstand, voldoende steun in o.a. onderzoeksrapporten, inkleding van verdenkingen is redelijk beperkt van aard gebleven (uitlatingen uitsluitend via eigen, bij publiek niet zonder meer bekende website gedaan en daaraan geen nadere publiciteit gegeven), geen namen genoemd en geen onnodig diffamerende terminologie gehanteerd.

PUBLICATIE

Arrest in kort geding. Appellant was lid van de Raad van Toezicht van de woningbouwvereniging Beter Wonen. Na zijn ontslag heeft appellant enkele artikelen over Beter Wonen inzake het beleid en de integriteit van haar bestuur op zijn website geplaatst. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Beter Wonen toegewezen en appellant verboden om in de publiciteit te treden met onjuiste, niet op feiten gebaseerde en Beter Wonen beschadigende uitlatingen en plaatsing van een rectificatie bevolen. De grieven van appellant richten zich tegen dit oordeel.

Het hof acht spoedeisend belang aanwezig, nu sprake is van mogelijk dreigend onrechtmatig handelen: hoewel de artikelen zijn verwijderd van de website van appellant, heeft hij medegedeeld dat de artikelen weer zouden worden geplaatst zodra de dreiging van een rechtszaak zou zijn weggenomen. Vervolgens oordeelt het hof dat het belang van appellant om zich vrij te uiten zwaarder behoort te wegen dan de belangen waarvoor Beter Wonen opkomt en dat in dit geval het grootste gewicht moet toekomen aan het belang dat een (vermeende) misstand die de samenleving raakt door bekendmaking aan het grote publiek bestreden moet kunnen worden, zodat de uitlatingen van appellant niet onrechtmatig zijn jegens Beter Wonen.

Hierbij geldt dat de uitlatingen de nodige steun vinden in o.a. onderzoeksrapporten en de inkleding van de verdenkingen redelijk beperkt van aard is gebleven, nu appellant zijn uitlatingen uitsluitend via zijn eigen, bij het publiek niet zonder meer bekende website heeft gedaan en daaraan geen nadere publiciteit heeft gegeven. Voorts heeft appellant geen namen van personen genoemd en wordt veelal geen onnodig diffamerende terminologie (zoals fraude) gehanteerd. Ook was op het moment dat de uitlatingen werden gedaan niet waarschijnlijk dat het door appellant nagestreefde doel langs andere, voor Beter Wonen minder schadelijke weg met redelijke kans op spoedig succes had kunnen worden bereikt en was niet te voorzien dat de uitlatingen op andere wijze in de openbaarheid zouden (kunnen) komen. Het hof vernietigt het bestreden vonnis en wijst de voorderingen van Beter Wonen alsnog af.

IEPT20131029, Hof Amsterdam, Beter Wonen