Geen onrechtmatige uitlatingen van ex-werknemer over De Terebint in "De Vijfde Dag"

13-01-2014 Print this page
IEPT20131220, Rb Overijssel, De Terebint

Geen onrechtmatige uitlatingen van ex-werknemer over De Terebint in EO-programma "De Vijfde Dag": gedaagde heeft niet op lichtvaardige wijze haar verhaal gedaan, gelet op keuze van programma waaraan zij haar medewerking heeft verleend, en haar gebruikte woordkeuze is niet van dien aard dat dit als beledigend kan worden opgevat. Voorts gaat het om ernstige misstanden, vonden haar uitlatingen steun in een zevental verklaringen en heeft De Terebint geen gebruik gemaakt van haar mogelijkheid tot een weerwoord. Gevorderde schadevergoeding uit hoofde van overtreding van geheimhoudingsbeding uit arbeidsovereenkomst eveneens afgewezen: onvoldoende aannemelijk dat uitlatingen zien op arbeidsperiode.

PUBLICATIE

De Terebint is een christelijke leefgemeenschap, die hulp biedt aan mensen met persoonlijke kwesties en levensproblemen. Gedaagde is werkzaam geweest bij De Terebint en heeft haar medewerking verleend aan een reportage van het EO-programma “De Vijfde Dag”, welke is uitgezonden op 10 juli 2013. De Terebint vordert gedaagde te verbieden zich op smadelijke, lasterlijke dan wel beledigende wijze uit te laten over De Terebint, rectificatie en vergoeding van materiële en immateriële schade.

Nog daargelaten dat het zeer de vraag is of De Terebint een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, nu zij niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom zij na vier en een halve maand stilzitten en zonder nadere mededeling aan gedaagde dit kort geding is gestart, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de vorderingen dienen te worden afgewezen. Er is geen sprake van onrechtmatige gedragingen van gedaagde: de door gedaagde aan de kaak gestelde misstanden zijn van ernstige aard en zij heeft niet op lichtvaardige wijze haar verhaal gedaan, gelet op de keuze van het programma waaraan zij haar medewerking heeft verleend. Gedaagde heeft in “De Vijfde Dag” slechts over haar eigen herinneringen gesproken; de daarbij gebruikte woordkeuze is niet van dien aard dat dit als beledigend kan worden opgevat. Daarbij komt dat De Terebint geen gebruik heeft gemaakt van de door “De Vijfde Dag” diverse malen aangeboden gelegenheid te reageren op de door gedaagde gemaakte opmerkingen. De voorzieningenrechter is ook van oordeel dat haar uitlatingen steun vonden in een zevental verklaringen van anderen.

De gevorderde schadevergoeding uit hoofde van overtreding van het geheimhoudingsbeding uit de arbeidsovereenkomst wordt eveneens afgewezen. Hoewel partijen verschillen over de vraag of dit beding ook doorwerkt na het einde van de arbeidsovereenkomst, heeft De Terebint onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de uitlatingen van gedaagde zien op de arbeidsperiode van 2008-2011.

IEPT20131220, Rb Overijssel, De Terebint