Galaxy-smartphones maken inbreuk op "foto management" octrooi van Apple

09-01-2014 Print this page
IEPT20131231, Hof Den Haag, Apple v Samsung
(Met dank aan Rutger Kleemans en Arvid van Oorschot, Freshfields Bruckhaus Deringer LLP)

Partijen worden in gelegenheid gesteld zich uit te laten over vraag of kortgeding rechter grensoverschrijdende bevoegdheid heeft wat betreft ingeroepen octrooirecht. Apple wordt in gelegenheid gesteld te reageren op door Samsung gestelde staking van verkoop van Galaxy Ace Plus en haar bereidheid een onthoudingsverklaring te tekenen. Nieuwe verweer van Samsung dat in bodemvonnis vorderingen jegens drie gedaagden zijn afgewezen omdat zij geen voorbehouden handelingen verrichten, is pas bij pleidooi in hoger beroep en dus te laat gevoerd, zodat hof hieraan voorbij gaat. Hof dient arrest af te stemmen op reeds gewezen bodemvonnis en op oordeel van nietigheidsafdeling van OHIM: Samsung Galaxy smartphones maken inbreuk op (Nederlandse deel van) EP 868 van Apple, zodat algemeen inbreukverbod dient te worden toegewezen c.q. Gemeenschapsmodel 590-11 is ongeldig, zodat hierop gebaseerde inbreukvordering dient te worden afgewezen.

OCTROOIRECHT - MODELRECHT - PROCESRECHT

Tussenarrest. Vervolg op IEPT20110824 (vzr). Zie ook IEPT20121128 (bodemvonnis). Apple meent dat Samsung inbreuk maakt op haar octrooien en Gemeenschapsmodellen door het aanbieden van smartphones met de namen Galaxy Ace (Plus) en Galaxy S II. De voorzieningenrechter heeft uitsluitend inbreukverboden op grond van EP 868 (voor een “Portable electronic device for photo management”) toegewezen. De grieven van Apple hebben betrekking op de afwijzing van de inbreukverboden op grond van haar modelrechten en op (de beschermingsomvang van) EP 868 en de omvang van het toegewezen verbod.

Het hof acht zich ten aanzien van de vier (Koreaanse c.q. Nederlandse) Samsung-vennootschappen (grensoverschrijdend) bevoegd. Wat betreft het ingeroepen octrooirecht rijst nog wel de vraag of de kortgeding rechter grensoverschrijdende bevoegdheid heeft in verband met de exclusieve bevoegdheid van artikel 22(4) EEX-Vo: partijen worden dan ook in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over deze vraag en of hierover prejudiciële vragen moeten worden gesteld. Samsung heeft voorts het gebrek aan spoedeisend belang ten aanzien van de Galaxy Ace, omdat deze niet meer werd geproduceerd en uitgeleverd, onvoldoende onderbouwd. Omdat niet is gesteld dat Apple de akte van Samsung van 2 juli 2013, waarin is aangegeven dat de verkoop van de Galaxy Ace Plus vanaf april 2013 is gestaakt, op voorhand heeft gezien en de akte van Apple van eveneens 2 juli 2013 een reactie zou kunnen zijn op een eerdere brief zijdens Samsung, kan het hof er niet van uitgaan dat de gestelde staking van de verkoop onbetwist vaststaat. Het hof zal Apple alsnog in de gelegenheid stellen hierop te reageren en op de bereidheid van Samsung een onthoudingsverklaring te tekenen.

De voorzieningenrechter heeft Samsung (alle vier gedaagden) verboden inbreuk te maken op het (Nederlandse deel van) EP 868, terwijl in de bodemzaak de vorderingen ten opzichte van Samsung Ltd., Samsung Logistics en Samsung Overseas zijn afgewezen omdat onweersproken is aangevoerd dat zij geen voorbehouden handelingen verrichten. Nu Samsung dit nieuwe verweer ten aanzien van deze drie partijen pas bij pleidooi in hoger beroep heeft aangevoerd, is dit te laat gevoerd en gaat het hof daaraan voorbij.

Aangezien er reeds een vonnis in de hoofdzaak is gewezen, dient het hof als rechter in kort geding zijn arrest af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter. Dit brengt mee dat het hof er van dient uit te gaan dat door de Galaxy-smartphones met Android versie vanaf 2.2.1 tot 3.0, zonder de blue flash functionaliteit, zoals de toenmalige Galaxy S II en Ace, inbreuk is gemaakt op het Nederlandse deel van EP 868. Een algemeen inbreukverbod komt voor toewijzing in aanmerking. Ook ten aanzien van de omvang en formulering van het verbod dient het hof zijn oordeel af te stemmen op de beslissing van de bodemrechter. Het hof is eveneens van oordeel dat het zijn arrest moet afstemmen op het oordeel van de nietigheidsafdeling van het OHIM, waarbij het Gemeenschapsmodelrecht 590-11 ongeldig is verklaard, omdat deze gelijkgesteld moet worden met een bodemvonnis. De op het modelrecht gebaseerde inbreukvordering dient derhalve te worden afgewezen.

IEPT20131231, Hof Den Haag, Apple v Samsung