Niet aannemelijk dat eiser door foutieve publicatie op Quotenet materiële schade heeft geleden: afneming cliënten onvoldoende onderbouwd. Ook immateriële schade onvoldoende onderbouwd: eiser is vaker negatief in het nieuws gekomen en eiser is - zoals hij zelf ook erkent – niet van onbesproken gedrag.
PUBLICATIE
Hoger beroep over een foutieve publicatie op Quotenet, waarin eiser een snelheidsduivel werd genoemd en waarin werd gesteld dat hij een aantal dagen heeft vastgezeten. Nadat eiser Quote had verzocht om dit bericht te rectificeren en hem een schadevergoeding te betalen, heeft Quote een rectificatie geplaatst op haar website. Eiser stelt materiele en immateriële schade te hebben geleden vanwege de publicatie. De kantonrechter van de rechtbank Amsterdam heeft de vorderingen eerder afgewezen. Het vonnis wordt bekrachtigd.
De materiële schade is onvoldoende onderbouwd. Het valt niet zonder meer in te zien dat het vertrek of wegblijven van cliënten van eiser het gevolg is vanhet artikel over eiser. De overgelegde verklaringen maken dat causaal verband niet duidelijk. Het hof overweegt verder dat eiser vaker negatief in het nieuws is verschenen en – zoals hij zelf ook erkent - niet van onbesproken gedrag is, waardoor reputatieschade en daarmee immateriële schade ook onvoldoende is onderbouwd.
