Onvoldoende aannemelijk dat delen van broncode van AutoCAD 2008 in broncode van ZWCAD+ zijn gebruikt

23-04-2014 Print this page
IEPT20140407, Rb Den Haag, Autodesk v ZWSoft
(Met dank aan Marc Elshof en Lisette Bieleveld, Boekel De Nerée)

Onvoldoende aannemelijk dat ZWSoft broncode van AutoCAD 2008 heeft “verworven” en delen daarvan heeft gebruikt in broncode van ZWCAD+. Gevorderde inbewaringgeving van broncode van alle versies van ZWCAD+ wel toegewezen: spoedeisend en rechtmatig belang, voldoende onderbouwing inbreuk.

AUTEURSRECHT – PROCESRECHT

Autodesk houdt zich sinds 1982 bezig met de ontwikkeling en verhandeling van een Computer-Aided Design-programma (CAD-programma), genaamd AutoCAD, waarmee ontwerpers met behulp van een computer kunnen tekenen en ontwerpen. ZWSoft heeft twee CAD-programma’s op de markt gebracht onder de naam ZWCAD resp. ZWCAD+. Autodesk stelt dat ZWCAD+ is ontwikkeld op basis van de broncode van AutoCAD (versie 2008) en vordert een verbod op inbreuk op haar auteursrecht in Europa dan wel in Nederland, met enkele nevenvorderingen.

De vorderingen worden echter afgewezen, omdat Autodesk onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat ZWSoft de broncode van AutoCAD 2008 heeft “verworven” en delen daarvan heeft gebruikt in de broncode van ZWCAD+. Autodesk heeft niet met stukken onderbouwd dat ZWSoft de broncode van AutoCAD 2008 heeft “verworven” en heeft ook niet toegelicht hoe ZWSoft dat zou hebben kunnen doen, nu Autodesk juist alles eraan doet om de broncode geheim te houden. Ook de stelling van Autodesk dat delen van de broncode van ZWCAD+ overeenstemmen met delen van de broncode van AutoCAD 2008 wordt niet ondersteund door rechtstreeks bewijsmateriaal: er is geen vergelijking van broncodes gemaakt. Autodesk kan zich derhalve alleen baseren op overeenstemming in de functionaliteit van de programma’s, wat juist problematisch is omdat overeenstemmende functionaliteiten kunnen worden bereikt met verschillende broncodes.

De punten van overeenstemming in de functionaliteit van ZWCAD+ en AutoCAD zijn in dit geval onvoldoende om de gestelde inbreuk en schending van bedrijfsgeheimen voorshands aannemelijk te achten. Voor elk van die punten is namelijk door gedaagden een verklaring gegeven die de gestelde ontlening ontkracht. In het licht van die verklaringen kan niet zonder nadere bewijslevering een verbod worden opgelegd.

Het gevorderde bevel aan ZWSoft om de broncode van de versies van ZWCAD+ die zij in bezit heeft, af te geven aan een bewaarder wordt wel toegewezen. Het door Autodesk aangevoerde belang bij de inbewaringgeving, te weten het veiligstellen van bewijsmateriaal ten behoeve van een bodemprocedure, is spoedeisend en een rechtmatig belang in de zin van artikel 834aen 1019a Rv. Ook de vereiste onderbouwing van de inbreuk is aanwezig: de in het kader van de beoordeling van de verbodsvordering getrokken conclusie over het gebrek aan onderbouwing van de gestelde inbreuk staat daaraan niet in de weg. De drempel voor de toewijzing van een bevel tot afgifte van bewijsmateriaal ligt namelijk lager dan de drempel voor de toewijzing van een verbod op inbreuk. Partijen worden vervolgens in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over mogelijke bewaarders (in China); iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

IEPT20140407, Rb Den Haag, Autodesk v ZWSoft