Verwarringsgevaar tussen handelsnamen “BKR” en “BKR Bedrijven”

23-07-2014 Print this page
IEPT20140715, Rb Noord-Holland, BKR v BKR Bedrijven
(Met dank aan Reindert van der Zaal en Emiel Jurjens, Kennedy Van der Laan)

Verwarringsgevaar tussen handelsnamen “BKR”/“Bureau Krediet Registratie” en “BKR Bedrijven”/“Bureau Krediet Registratie Bedrijven”: toevoeging “bedrijven” van ondergeschikte aard. Hoewel onderhavige BKR Bedrijven logo en BKR beeldmerken dezelfde look en feel hebben en zonder reden ongerechtvaardigd voordeel uit bekendheid BKR wordt getrokken geen “sub b” en "sub c" merkinbreuk: geen gebruik in economisch verkeer. Wel “sub d” merkinbreuk aangenomen, want gebruik in economisch verkeer geen vereiste.

 HANDELSNAAMRECHT - MERKENRECHT

Kort geding tussen Stichting Bureau Krediet Registratie (hierna: BKR) en Stichting Bureau Krediet Registratie Bedrijven (hierna: BKR Bedrijven). BKR stelt dat BKR Bedrijven inbreuk maakt op haar handels- en merkenrechten. De vorderingen worden grotendeels toegewezen.


Met betrekking tot de gestelde handelsnaaminbreuk stelt de voorzieningenrechter vast dat beide partijen zowel de afkorting “BKR” als de volledige naam “Bureau Krediet Registratie” voeren. BKR Bedrijven maakt inbreuk op de handelsnaam van BKR, omdat de toevoeging van het woord “bedrijven” van ondergeschikte aard is. Hierdoor is sprake van een dermate geringe afwijking van de door BKR gevoerde handelsnamen, dat sprake is van verwarringsgevaar. Dit gevaar wordt versterkt, doordat beide ondernemingen de handelsnaam “Stichting Bureau Krediet Registratie” voeren, omdat het publiek immers eenvoudig zou kunnen denken dat BKR een nieuwe dienst aanbiedt, speciaal voor bedrijven.

Er is verwarringsgevaar tussen het logo dat BKR bedrijven op haar website gebruikt en de beeldmerken van BKR, omdat de tekens uit dezelfde letters bestaan en aan de linkerzijde voorzien zijn van gestileerde punten, waarvan er vier in de vorm van een “kruis” of “ruit” extra geprononceerd zijn. De tekens hebben daarom dezelfde look and feel. Daarnaast lift BKR Bedrijven mee op de bekendheid van BKR en trekt zij daaruit zonder geldige reden ongerechtvaardigd voordeel. Merkinbreuk op grond van “sub b” en "sub c" wordt niet aangenomen, omdat het naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet voldoende aannemelijk is geworden dat BKR Bedrijven haar logo gebruikt in het economisch verkeer, aangezien BKR Bedrijven onweersproken heeft gesteld dat zij geen financiële vergoeding voor haar diensten vraagt. Merkinbreuk wordt wel aangenomen op grond van “sub d”, omdat gebruik in het economisch verkeer hier geen vereiste is.

IEPT20140715, Rb Noord-Holland, BKR v BKR Bedrijven