Normaal gebruik woord-/beeldmerk "LA NANA" niet bewezen

18-07-2014 Print this page
IEPT20140716, GEU, Nanu-Nana Joachim Hoepp v BHIM

Gemeenschapsmerk – Beroep tot vernietiging van beslissing R 300/20121 van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 29 januari 2013 houdende verwerping van het beroep tegen de beslissing van de nietigheidsafdeling waarbij verzoeksters verzoek tot nietigverklaring van het beeldmerk met de woordelementen „la nana” voor waren van de klassen 16, 20 en 24 is afgewezen.

Het beroep wordt afgewezen. Verzoekster heeft niet bewezen dat haar woord-/beeldmerk "LA NANA" normaal is gebruikt voor o.a. papier, meubels en textiel. De verklaringen die zij in het geding had gebracht zijn afkomstig van een bedrijf dat bij de zelfde groep hoort als het bedrijf van verzoekster, waardoor ze minder bewijskracht hebben dan verklaringen van derden. Het enige andere bewijs dat is ingediend zijn ongedateerde foto's van een aantal betrokken goederen. Uit de verklaringen konden geen specifieke conclusies met betrekking tot het gebruik van het merk worden afgeleid, waardoor het BHIM terecht heeft geoordeeld dat geen sprake is van normaal gebruik van het merk. Verzoekster had ook facturen, catalogi of advertenties kunnen indienen.

38. Furthermore, the photos that were provided depicting certain goods in the three classes in question do not allow any conclusions to be drawn as to the extent and duration of use in relation to the goods depicted in those photos. In that regard, the photos are not dated and, in response to a question posed at the hearing, the applicant’s representative was not able to give the date on which the photos in question had been taken. Consequently, even if the goods depicted in the photos were marketed, there is nothing which makes it possible to establish, from those photos, the date on which or the period for which those goods were marketed.

39. Fourthly and lastly, the additional evidence which would have made it possible to supplement the statements contained in the affidavits, for example, invoices, catalogues or newspaper advertisements, is not of a kind which it would have been difficult for the applicant to obtain. Such documents, referring to the category of goods, could have proved the types of goods marketed and the extent and duration of marketing of those goods.

Lees het arrest hier.