Inzage en afgifte Snappet software, voorbereidende materialen en richtlijnen auteurs toegewezen

14-08-2014 Print this page
IEPT20140813, Rb Den Haag, GEU v Snappet

(Met dank aan: Douwe Linders en Christiaan Alberdingk Thijm, Bureau Brandeis en Fulco Blokhuis, Boekx Advocaten).

GEU niet-ontvankelijk: bevoegdheid GEU i.v.m. collectieve actie (artikel 3:305a BW) onvoldoende gemotiveerd.
Slechts bewezen dat auteursrechten op uitgaven “Rekenrijk” en “Spelling in beeld” bij Noordhoff en Zwijsen berusten. Vordering tot inzage en afgifte Snappet software, voorbereidend materiaal en richtlijnen auteurs toegewezen: inbreuk voldoende aannemelijk, rechtmatig belang en voldoende bepaald. Toewijzing 843a Rv vordering vooralsnog niet in strijd met mededingingswet: moet in hoofdprocedure worden beoordeeld en strijd met mededingingsrecht is uitzondering. Bewijsbeslagen opgeheven: GEU niet op grond van artikel 3:305a BW gerechtigd tot leggen van conservatoire bewijsbeslagen.

 

PROCESRECHT - AUTEURSRECHT

 

Vonnis in incident. Snappet biedt basisscholen een dienst aan waarbij leerlingen via een tablet, waarop door Snappet ontwikkelde software is geïnstalleerd, oefenopgaven kunnen maken. Op deze tabletcomputer is door Snappet c.s. ontwikkelde software geïnstalleerd waarmee de leerlingen oefenopgaven kunnen maken, die aansluiten bij de uitgaven van de uitgeverijen. GEU c.s. (GEU en een aantal uitgevers) stelt in de hoofdzaak dat sprake is van auteursrechtinbreuk. In dit incident wordt inzage in en afgifte van Snappet software, voorbereiden materiaal en richtlijnen voor auteurs van Snappet gevorderd.

 

De rechtbank oordeelt dat, in het licht van de betwisting van Snappet, GEU onvoldoende heeft gemotiveerd waarom zij haar bevoegdheid om de auteursrechten van de uitgeverijen te handhaven aan artikel 3:305a BW kan ontlenen, waardoor de incidentele vorderingen die zijn ingesteld door GEU afgewezen. 

 

GEU c.s. heeft slechts bewezen dat auteursrechten op uitgaven “Rekenrijk” en “Spelling in beeld” bij Noordhoff en Zwijsen berusten, omdat alleen ten aanzien van die uitgevers overeenkomsten met auteursrechtoverdrachten zijn overlegd. Deze zien alleen op Rekenrijk en Spelling in beeld. Doordat geen (aanvullend) bewijs is overlegd, waartoe wel de gelegenheid was, kan niet worden aangenomen dat auteursrechten op andere uitgaven dan Rekenrijk en Spelling in beeld bij GEU c.s. berusten.

 

De vordering tot inzage en afgifte wordt ten aanzien van Noordhoff en Zwijsen toegewezen voor Snappet software, voorbereidend materiaal en richtlijnen auteurs van Snappet, omdat de auteursrechtinbreuk volgens de rechtbank voldoende aannemelijk is en aan de overige eisen van 843a Rv is voldaan. Het is voldoende aannemelijk dat Snappet elementen van de opgaven van Noordhoff en Zwijsen heeft overgenomen die niet zijn terug te voeren op overheidsvoorschriften of materiaal van SLO. Ondanks dat kan worden betwijfeld of de betreffende elementen auteursrechtelijk beschermd zijn, kan niet worden uitgesloten dat in de hoofdprocedure wordt geoordeeld dat dit het geval is. De inzage en afgifte van (digitale) correspondentie en overige (digitale) bescheiden en materialen (emails etc.) wordt afgewezen, omdat deze onvoldoende bepaald is. Het gevorderde bevat in feite de gehele bedrijfsadministratie. De bewijsbeslagen worden opgeheven, omdat GEU niet op grond van artikel 3:305a Rv gerechtigd tot leggen van de conservatoire bewijsbeslagen. Daarnaast is niet ten aanzien tegen alle gerekwestreerden een eis in de hoofdzaak ingesteld en is de eis in de hoofdzaak te laat ingesteld. In de hoofdzaak wordt de zaak naar de rol verwezen.

 

IEPT20140813, Rb Den Haag, GEU v Snappet