Rechtmatig belang bij inzage octrooiaanvragen

28-08-2014 Print this page
IEPT20140827, Rb Rotterdam, IRX v HJ Forever

(Met dank aan Wim Maas en Charlotte Garnitsch, Deterink en Fabienne Dohmen, Kennedy van der Laan).

Rb Rotterdam bevoegd om te oordelen over afgifte octrooiaanvragen: exhibitievordering kan als zelfstandige vordering worden ingesteld en valt niet (rechtstreeks) onder limitatieve opsomming artikel 80 ROW. Rechtmatig en spoedeisend belang bij inzage octrooiaanvragen: schijn gewekt dat technologie van IRX bij bepaalde octrooiaanvragen van HJ Forever betrokken is. Geen gewichtige reden: aannemelijk dat HJ Forever eerst zelf gebruik heeft gemaakt van vertrouwelijke gegevens. Afgifte afhankelijk gesteld van ondertekening geheimhoudingsverklaring. Afgifte van correspondentie te onbepaald. Geen onrechtmatige daad: nader onderzoek naar feiten vereist.

 

PROCESRECHT - OCTROOIRECHT

 

Kort geding. IRX ontwikkelt reflectieve displaytechnologie voor zowel consumentenapplicaties (o.a. e-readers en smartphones) als de zakelijke markt (o.a. informatieschermen). Hierbij exploiteert zij de door haar ontwikkelde technologie “e-Coral”. Tot voor kort was A, de bestuurder van HJ Forever, commissaris  van IRX Holding. HJ Forever heeft een aantal octrooiaanvragen verricht. In de onderhavige procedure vordert IRX inzage in en afschrift van alle octrooiaanvragen die door A en/of HJ Forever zijn verricht die betrekking hebben op de technologie van IRX, alle correspondentie met de octrooigemachtigden die de aanvragen opgesteld hebben en alle correspondentie met de octrooi verlenende instantie.

 

Volgens HJ Forever zou de rechtbank Rotterdam niet bevoegd zijn om over de vorderingen van IRX te oordelen,  omdat de rechtbank Den Haag uitsluitend bevoegd is om over octrooizaken te oordelen. De voorzieningenrechter acht zich echter wel bevoegd, omdat een exhibitievordering als zelfstandige vordering kan worden ingesteld en niet (rechtstreeks) onder de limitatieve opsomming van artikel 80 ROW valt.

 

De vordering tot afgifte van alle octrooiaanvragen wordt toegewezen. De voorzieningenrechter leidt uit de producties van IRX af dat in elk geval de schijn is gewekt dat de technologie van IRX bij de bepaalde octrooiaanvragen van HJ Forever betrokken is. Zo blijkt dat A, die een leek was op het gebied van de displaytechnologie wel heel specifiek geïnteresseerd was in de technologie, informatie opvroeg bij technisch specialisten en zich dus, intensief, bezig hield met de inhoud van de technologie van IRX. Hierdoor heeft IRX een rechtmatig en spoedeisend belang bij de afgifte. Bij het spoedeisend belang is rekening gehouden met het feit dat octrooien na 18 maanden worden verleend en dat mogelijk afdoende bescherming van de IE-rechten van IRX dan minder eenvoudig te bereiken is. HJ Forever heeft geen gewichtige reden om vertrouwelijke gegevens te beschermen, ook niet op grond van artikel 31 ROW, nu aannemelijk is gemaakt dat HJ Forever als eerste andermans bedrijfsvertrouwelijke gegevens heeft gebruikt ten faveure van zichzelf. Voorts wordt in aanmerking genomen dat feitelijk is erkend dat de octrooiaanvragen binnen het technische veld van de uitvindingen van IRX kunnen worden geplaatst en dat IRX een geheimhoudingsverklaring wil ondertekenen. De vorderingen die zien op afgifte van correspondentie zijn te onbepaald en daardoor niet toewijsbaar.

 

De vorderingen uit onrechtmatige daad worden afgewezen, omdat de stellingen van partijen lijnrecht tegenover elkaar staan en nader onderzoek naar de juiste feiten is vereist, waarvoor het kortgeding zich niet leent. Het belang bij het gevorderde contactverbod met relaties van IRX, is gezien het te respecteren recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het recht op vrijheid van meningsuiting van HJ Forever dan minder duidelijk en strekt vooralsnog in de rechtsverhouding tussen partijen te ver.

 

IEPT20140827, Rb Rotterdam, IRX v HJ Forever