Gemeenschapsmodel van koekje met zachte kern heeft geen eigen karakter

12-09-2014 Print this page
IEPT20140909, GEU, Biscuits Poult v BHIM

Gemeenschapsmodellen – Beroep tot vernietiging van beslissing R 914/20113 van de derde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 2 augustus 2012 waarbij de beslissing van de nietigheidsafdeling is vernietigd en het model van een koekje met zachte kern voor koekjes van klasse 0101 nietig is verklaard in het kader van het door Banketbakkerij Merba BV ingediende verzoek om nietigverklaring.

Het beroep wordt verworpen. Het BHIM heeft geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat het aangevraagde gemeenschapsmodel van een koekje geen eigen karakter heeft. Gelet op de grote vrijheid waarover de ontwerper beschikt moet worden bevestigd dat het aangevraagde model geen verschillende algemene indruk bij de geïnformeerde gebruiker wekt en geen eigen karakter vertoont.

34 Het vlakkere oppervlak van het litigieuze model in vergelijking met het eerste en het derde model die hierboven in punt 5 zijn weergegeven, alsook de verschillen qua aantal, de enkele verschillen qua precieze afmetingen en de enigszins vooruitstekende aard van de stukjes chocolade die voorkomen op elk van die modellen en op het litigieuze model, verlenen het litigieuze model geen eigen karakter. Gelet op de grote vrijheid waarover de ontwerper dienaangaande beschikt, kunnen die verschillen bij de geïnformeerde gebruiker, zoals omschreven in punt 28 van de bestreden beslissing, ten gunste van het litigieuze model dan ook geen andere algemene indruk wekken.

35 Bijgevolge heeft de kamer van beroep geen blijk gegeven van een onjuiste opvatting door in punt 31 van de bestreden beslissing vast te stellen dat het litigieuze model op grond van artikel 25, lid 1, sub b, van verordening nr. 6/2002 nietig moest worden verklaard wegens het ontbreken van een eigen karakter in de zin van artikel 6 van die verordening.

Lees het arrest hier.