Conclusies voor productie L-Lysine via micro-organisme niet inventief

16-09-2014 Print this page
IEPT20140910, Rb Den Haag, Ajinomoto v GBT
(Met dank aan Anne Marie Verschuur, NautaDutilh)

Technisch probleem EP 318: het vinden van alternatief voor in WO 597 geopenbaarde lysE-gen. Conclusie 1, 2, 3, 5-11, 15 en 17 voor productie L-Lysine niet inventief: vakman zou op basis van aanwijzing WO 597 ybJE-gen vinden.

 

OCTROOIRECHT

 

Eindvonnis. Lysine is een aminozuur dat wordt gebruikt als voedingssupplement voor vee. Ajinomoto heeft een proces ontwikkeld voor de productie van lysine op industriële schaal, waarbij zij een genetisch gemodificeerde bacterie gebruikt. Zij is voorts houdster van octrooi EP 318 voor een L-arnino acid-producing microorganism and method for producing L-amino acid. Ajinomoto stelt dat GBT inbreuk maakt op dit octrooi. De vorderingen worden afgewezen.

 

Ajinomoto heeft ongemotiveerd gesteld dat de maatregelen van conclusie 1 van EP 318 leiden tot een verbetering van de L aminozuuropbrengst ten opzichte van hetgeen al bekend was uit octrooi WO 597 en dit blijkt niet uit het octrooi. Nu een ander technisch voordeel van de maatregelen uit conclusie 1 niet is aangevoerd, neemt de rechtbank aan dat het objectieve technische probleem het verschaffen van een alternatief voor het in WO 597 geopenbaarde lysE-gen dat codeert voor eiwitten die een micro-organisme een L-aminozuur-producerend vermogen geven.

 

Conclusie 1 en volgconclusies 2, 3 5-11, 15 en 17 van EP 318 zijn niet inventief en worden vernietigd. Volgens de rechtbank zal de vakman, vanwege een passage uit WO 597, waarin is omschreven dat verrassenderwijze is vastgesteld dat de gevonden eiwitten behoren tot een nieuwe klasse van membraaneiwitten met zes transmembraanhelices - naast onderzoek naar sequentiehomologie – zijn aandacht zeker ook richten op membraaneiwitten met zes transmembraanhelices. Hierdoor zou de vakman op de prioriteitsdatum in Swiss-Prot (één van de drie databases binnen het vakgebied) een voor de hand liggende selectie maken van genen die coderen voor eiwitten met zes transmembraanhelices en die selectie zou het ybJE-gen omvatten, waarmee hij uiteindelijk tot de uitvinding van conclusie 1 zou komen. Dat de overige conclusies van EP 318 moeten worden vernietigd is onvoldoende onderbouwd.

 

IEPT20140910, Rb Den Haag, Ajinomoto v GBT