Rechtbank overweegt deskundige in te schakelen om te oordelen over technisch effect S-vormmerk

16-09-2014 Print this page
IEPT20140910, Rb Gelderland, Storopack v Rivofoam
(Met dank aan Charles Gielen, NautaDutilh)

Geen rechtsverwerking wegens instellen nietigheidsvordering voor merk dat partij ook zelf heeft ingeschreven: voor twee ankers liggen onvoldoende voor verwerken van recht. Geen misbruik van recht: wel degelijk belang bij nietigverklaring merk, want zorgt voor kansen in Benelux. Rechtbank overweegt benoeming deskundige om te oordelen over technisch effect S-vormmerk.

 

MERKENRECHT - PROCESRECHT

 

Tussenvonnis. In 1996 en 1997 hebben de  toenmalig merkhouder, The Dow Chemical Group enerzijds en TopaVerpakkingen B.V. en Storopack anderzijds een procedure gevoerd over de inbreuk op het zogenaamde S-vormmerk van opvulmateriaal. De zaak is voortijdig geëindigd door een schikking. Thans vervaardigt en verkoopt Storopack vulmateriaal dat overeenstemt met het S-vormig vulmateriaal voor verpakkingen dat Rivafoam produceert en verhandelt. Rivafoam is de huidige merkhouder van het S-vormmerk. Storopack is ook houdster van een S-vormmerk, dat later is ingeschreven. Storapack vordert de nietigverklaring van dat merk.

 

Volgens Rivafoam is Storopack geen belanghebbende en kan zij de nietigheidsvordering niet instellen, omdat zij enerzijds de nietigheid inroept van het merk en anderzijds een Gemeenschapsmerkinschrijving heeft gedaan. Volgesn de rechtnank is het voor twee ankers liggen door Storopack echter onvoldoende om van het verwerken van recht te spreken. Daarnaast heeft Storopack wel degelijk belang bij haar vordering, omdat door de nietigverklaring in de Benelux kansen voor haar ontstaan. Haar keuze voor een Gemeenschapsmerkinschrijving is onvoldoende om te zeggen dat zij die kansen niet mag beproeven en/of misbruik van recht maakt.

 

Omdat niet vast staat of de S-vorm van Rivafoam technisch bepaald is, overweegt de rechtbank een deskundige in te schakelen om te oordelen over of de S-vorm van Rivafoam een technische functie heeft. Het eerdere oordeel van de rechtbank in een vonnis van 1996 wordt niet meegewogen, omdat dit niet tussen de partijen van de onderhavige procedure is gewezen en het hof overwoog om een deskundige in te schakelen (voordat er werd geschikt). Partijen krijgen de gelegenheid zich hierover uit te laten.   

 

IEPT20140910, Rb Gelderland, Storopack v Rivofoam