Verwarringsgevaar tussen beeldmerken met woordelement "Continental" voor o.a. energie-installaties

19-09-2014 Print this page
IEPT20140911, GEU, Continental Wind Partners v BHIM

Gemeenschapsmerk - Beroep ingesteld door de aanvrager van het beeldmerk met de woordelementen „CONTINENTAL WIND PARTNERS” voor waren en diensten van de klassen 7, 9, 11, 35 tot en met 37, 39 en 40, en strekkende tot vernietiging van beslissing van de tweede kamer van beroep van het BHIM houdende verwerping van het beroep tegen de beslissing van de oppositieafdeling waarbij de inschrijving van dit merk gedeeltelijk is geweigerd in het kader van de oppositie ingesteld door de houder van de internationale inschrijving met aanduiding van de Europese Unie van het beeldmerk met het woordelement „Continental”.

Het beroep wordt verworpen. Er is sprake van verwarringsgevaar tussen het aangevraagde beeldmerk met de woordelementen "CONTINENTAL WIND PARTNERS" en het oudere, internationale beeldmerk met het woordelement "Continental" voor een deel van de waren en diensten, namelijk o.a. apparaten en installaties voor de productie van duurzame energie. Aangezien er slechts sprake is van enige visuele en auditieve overeenstemming en een zwakke begripsmatige overeenstemming tussen de tekens, had het BHIM bij niet-soortgelijke waren en diensten kunnen oordelen dat geen sprake is van verwarringsgevaar. In dit geval is er echter wel sprake van soortgelijke c.q. identieke waren en diensten, zodat het BHIM een juist oordeel heeft gegeven.

 

71 Les deux marques étant faiblement similaires sur le plan visuel, moyennement similaires sur le plan phonétique et faiblement à moyennement similaires sur le plan conceptuel, il ne pourrait être conclu à l’absence d’un risque de confusion que si les produits et services visés par les deux marques étaient différents ou faiblement similaires. En effet, selon la jurisprudence, un faible degré de similitude entre les produits ou services couverts peut être compensé par un degré élevé de similitude entre les marques, et inversement (arrêt de la Cour du 15 mars 2007, T.I.M.E. ART/OHMI, C‑171/06 P, non publié au Recueil, point 35).

72 Or, ainsi qu’il a été constaté au point 41 ci-dessus, la chambre de recours a considéré, à juste titre, que les produits et services couverts par les deux marques étaient identiques ou similaires.


Lees het arrest hier.