Gedetineerde kan niet gedwongen worden te communiceren over verboden onderwerpen of onder niet toegelaten omstandigheden

24-09-2014 Print this page
IEPT20140923, Hof Den Haag, De Staat

Geen materieel belang meer bij beoordeling van inmiddels vernietigde beslissing inzake weigeren toestemming interview gedetineerde. Recht van vrije nieuwsgaring van appellante gaat niet zo ver dat gedetineerde gedwongen kan worden met haar te communiceren over (bij onherroepelijke beslissing) verboden onderwerpen of onder niet toegelaten omstandigheden.

PUBLICATIE

Vervolg op IEPT20140416 (vzr). Aan appellante, een journaliste, was door de directeur van een penitentiaire inrichting geen toestemming verleend om een Rwandese man in detentie te interviewen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eis om het interview toch toe te staan niet gehonoreerd kan worden, zolang de uitkomst van de procedure bij de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming over dezelfde kwestie nog niet bekend is. Deze procedure is inmiddels geëindigd en de directeur heeft alsnog het verzoek om een interview (onder beperkende voorwaarden) toegewezen.

De grieven van appellante houden kort samengevat in dat de voorzieningenrechter de aan appellante opgelegde beperking van haar recht op vrije nieuwsgaring niet heeft getoetst aan artikel 10(2) EVRM. Het hof oordeelt echter dat gelet op de huidige situatie waarin alsnog toestemming is verkregen voor een interview, appellante geen materieel belang meer heeft bij beoordeling van de eerdere beslissing van de directeur, waarbij het interview is geweigerd en welke inmiddels is vernietigd. 

Nu de gedetineerde niet is opgekomen tegen de aan hem opgelegde voorwaarden, namelijk dat geen beeld- en geluidsopnamen worden gemaakt en dat geen uitspraken worden gedaan over bepaalde onderwerpen, is deze beslissing van de directeur onherroepelijk geworden. Het recht op vrije nieuwsgaring van appellante gaat niet zo ver dat zij de gedetineerde kan dwingen met haar te communiceren over verboden onderwerpen of onder niet toegelaten omstandigheden. Reeds op deze grond is ingrijpen van het hof niet zinvol, zodat de grieven falen en het bestreden vonnis bekrachtigd dient te worden.

IEPT20140923, Hof Den Haag, De Staat