Geen verwarringsgevaar tussen handelsnamen, omdat logo “LR Advocaten” niet lijkt op logo “LMR Advocaten”

01-10-2014 Print this page
IEPT20140925, Hof Den Bosch, LMR Advocaten v LR Advocaten

LMR Advocaten heeft oudste handelsnaamrechten op een aanduiding waarin naast advocaten (ook) “L” en “R” voorkomen. Geen verwarringsgevaar, ondanks dat “LR Advocaten” nog in logo op briefpapier, website en de gevel van gedaagden voorkomt: lijkt niet op logo LMR Advocaten en gebruik in combinatie met onderschrift Liebrand Ruis advocaten. Gebruik oude domeinnaam “LR Advocaten” geen handelsnaamgebruik: slechts gebruikt als tussenscherm voor doorlink naar nieuwe domeinnaam. Gebruik oude e-mailadressen met LR Advocaten geen handelsnaamgebruik.

 

HANDELSNAAMRECHT

 

Hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant (IEPT20140314), waarin de handelsnaamrechtelijke vorderingen van LMR Advocaten tegen LR Advocaten zijn afgewezen.

 

Uit verschillende overgelegde stukken blijkt dat LMR Advocaten de oudste handelsnaamrechten heeft op een aanduiding waarin naast “advocaten” (ook) “L” en “R” voorkomen. Gedaagde heeft aangegeven dat hij inmiddels een andere handelsnaam voert. LMR Advocaten stelt echter dat de woorden “LR Advocaten” nog steeds worden gebruikt in het logo op het briefpapier, op de website en op de gevel van het advocatenkantoor. Het hof oordeelt dat dit niet tot verwarringsgevaar leidt, omdat dit logo niet lijkt op het logo van LMR Advocaten. Hierdoor wordt bij een argeloze voorbijganger of toevallige lezer, geen beeld van dezelfde of aan elkaar gelieerde ondernemingen opgeroepen.

 

Het gebruik van de oude domeinnaam “LR Advocaten” is volgens het hof geen handelsnaamgebruik, omdat de domeinnaam slechts wordt gebruikt als tussenscherm voor een doorlink naar de nieuwe domeinnaam. Van kleurverschieten van die domeinnaam tot handelsnaam is geen sprake (meer). Het zelfde geldt voor het gebruik van de oude e-mailadressen met “LR Advocaten”. Het nog bereikbaar zijn van die adressen als zodanig zorgt niet voor handelsnaamgebruik. Met betrekking tot de proceskosten wordt het vonnis waarvan beroep vernietigd en worden de kosten gecompenseerd. Gedaagde is deels in het ongelijk gesteld en LMR Advocaten lijkt in 2011 terecht in actie te zijn gekomen. Nu in het hoger beroep de vorderingen van LMR Advocaten worden afgewezen, ligt compensatie van de proceskosten in de rede.

 

IEPT20140925, Hof Den Bosch, LMR Advocaten v LR Advocaten