Beslag niet opgeheven: ZTE geen willing licensee voor FRAND-licentie

31-10-2014 Print this page
IEPT20141024, Rb Den Haag, ZTE v Vringo

Conservatoir derdenbeslag niet opgeheven: ZTE voorshands geen willing licensee voor FRAND-licentie EP 119 voor “Method for transmitting a sequence of symbols”. EP 119 nieuw en inventief. ZTE maakt (indirecte) inbreuk op EP 119: niet aannemelijk dat niet alle drie typen transmit diversity uit de standaard door ZTE worden ondersteund.

OCTROOIRECHT - PROCESRECHT

 

Kort geding. Vringo heeft van Nokia een aantal octrooien, waaronder EP 119, voor een “Method for transmitting a sequence of symbols”. Dit octrooi was door Nokia aangemeld bij de ETSI als essentieel voor de UMTS-standaard, zodat op FRAND-voorwaarden licenties zouden worden verleend. ZTE verhandelt onder meer baseband units en remote radio units. Vringo heeft ZTE een aantal voorstellen gedaan om te komen tot een licentieovereenkomst onder FRAND-voorwaarden, maar hier is niet op ingegaan. Vervolgens heeft de douane op verzoek van Vringo  basis van EP 119 een zending van ZTE tegengehouden en heeft Vringo verlof tot het leggen van derdenbeslag tot afgifte op de UMTS-goederen gekregen van de voorzieningenrechter. ZTE vordert in de onderhavige zaak onder meer opheffing van het beslag. De vorderingen worden afgewezen.

 

De voorzieningenrechter oordeelt allereerst dat op zijn minst kan worden betwijfeld of het aanbod van ZTE aan Vringo van 19 augustus 2014 van ZTE een willing licensee maakt. De Duitse bodemrechter heeft hier in ieder geval geen genoegen mee genomen en ook de voorzieningenrechter ziet dit voorshands niet in. Indien het aanbod van 28 maart 2013 van Vringo aan ZTE in strijd met haar FRAND-verplichting zou zijn had ZTE dat Vringo met opgave van redenen moeten laten weten, hetgeen zij voorafgaand aan het derden beslag nooit heeft gedaan. De maatregelen van Vringo zijn geen reactie op haar onwelgevallig aanbod aan ZTE, maar op het uitblijven van enig aanbod of tegenaanbod van ZTE.

 

Dat EP 119 niet nieuw zou zijn wordt niet gevolgd. De overgelegde publicaties/octrooien houden zich namelijk niet bezig met een partieel verzendingspatroon en daaruit kan dan ook niet worden afgeleid, wat zou moeten gelden in geval een partieel verzendingspatroon wordt toegepast. Verder wordt geoordeeld dat het octrooi vooralsnog inventief is, omdat het de vraag is of het probleem maar op twee manieren kan worden opgelost, zoals ZTE stelt. ZTE heeft onvoldoende onderbouwd dat het oordeel van de Technische Kamer van Beroep, waarin is geoordeeld dat de vakman ook drie geheel andere oplossingen zou kunnen overwegen, onjuist zou zijn. ZTE maakt inbreuk op het octrooi. Het is niet aannemelijk dat ZTE niet alle drie typen transmit diversity van de standaard ondersteund. Afweging van de belangen leidt ertoe dat het beslag niet wordt opgeheven. Bijzondere omstandigheden op grond waarvan anders geoordeeld moet worden zijn niet aanwezig.

 

IEPT20141024, Rb Den Haag, ZTE v Vringo