Onbevruchte eicel moet zich tot mens kunnen ontwikkelen om "menselijk embryo" te zijn

18-12-2014 Print this page
IEPT20141218, HvJEU, International Stem Cell Corporation v Patent Office


Onbevruchte eicel die niet het inherente vermogen heeft zich tot een mens te ontwikkelen is geen "menselijke embryo" in de zin van artikel 6(2) Biotechnologierichtlijn.


OCTROOIRECHT

De High Court of Justice (England and Wales) moest beslissen over een geschil tussen International Stem Cell Corporation (ISCO) en de Patent Office over de octrooieerbaarheid van parthenogenetisch geactiveerde menselijke eicellen. De Patent Office heeft de verlening van de octrooien geweigerd. De High Court of Justice vraagt zich af of het begrip "menselijk embryo",  is beperkt tot organismes die de mogelijkheid hebben om zich tot mens te ontwikkelen. Volgens de huidige stand van de wetenschap is dat bij de twee octrooien niet het geval.

Het Hof van Justitie EU oordeelt als volgt. Artikel 6, lid 2, sub c, van richtlijn 98/44 moet aldus worden uitgelegd dat een onbevruchte menselijke eicel die door parthenogenese is gestimuleerd zich te verdelen en zich te ontwikkelen, geen „menselijk embryo” in de zin van die bepaling is indien zij, gelet op de huidige kennis van de wetenschap, als zodanig niet het inherente vermogen bezit zich te ontwikkelen tot een mens. Het is aan het verwijzende gerecht na te gaan of dat het geval is. 


IEPT20141218, HvJEU, International Stem Cell Corporation v Patent Office

(curia.europa.eu)