2005 en ouder Merkenrecht

Print this page

2005

IEPT20051228, Rb Almelo, Hotbrick
Depot te kwader trouw, domeinnaamkaping, bescherming bekend, niet-geregistreerd merk, auteursrecht op Hotbrick logo, overdracht domeinnaam bevolen

 

IEPT20051027, Hof Amsterdam, Talpa v TV10
Merk TV10 vervallen wegens niet normaal gebruik - geen 'heilung'omdat voorgenomen gebruik door Talpa al op ruime schaal bekend was - Gebruik merken 10 iInbreuk op oudere handelsnaamrechten TV10

 

IEPT20051025, HvJEG, Feta II
Commissie heeft rechtmatig kunnen besluiten dat de term "feta" geen soortnaam is geworden in de zin van artikel 3 van de basisverordening.

 

IEPT20051018, HvJEG, Class International

Gebruik merk in het economisch verkeer in de Gemeenschap - invoer: Merkhouder kan zich niet verzetten tegen enkele binnenkomst in de Gemeenschap – onder regeling extern douanevervoer of douane-entrepot – van oorspronkelijke goederen en mag niet verlangen dat op dat moment al een eindbestemming in een derde land is vastgelegd
Het in het vrije verkeer

 

IEPT20051006, HvJEG, Medion v Thomson
Verwarringsgevaar aanwezig zijn bij een teken bestaand uit een firmanaam samengevoegd met merk

 

IEPT20050915, HvJEG, BioID

Gerecht heeft totaalindruk woordcombinatie beoordeeld - Algemeen belang artikel 7(1)(b) GMeV valt samen met wezenlijke functie merk als herkomstaanduiding

 

IEPT20050825, Rb Den Haag, Botox

Geen Nederlands recht toepasselijk: website door woord en inhoud niet onmiskenbaar mede op het publiek van de Benelux respectievelijk Nederland gericht.

 

IEPT20050804, Hof Den Haag, Hugo Boss v Reemtsma
Reemtsma handelt niet onbehoorlijk jegens Boss door vervallenverklaring merken te vorderen. Het begrip belanghebbende dient ruim te worden uitgelegd. Gebruiksbeperkingen op grond van regelgeving voor tabaksreclame en tabaksproducten geen geldige reden voor niet-normaal gebruik; normaal ondernemersrisico.

 

IEPT20050708, HR, Taco-ijs
Merkdepot door voor-voorgebruiker: dat een merkdepot, verricht door iemand die zelf de eerste gebruiker van dat merk is, jegens een andere, en dus latere, voorgebruiker niet als te kwader trouw in de zin van art. 4, aanhef en onder 6, (oud) BMW kan worden bestempeld op de enkele grond dat de deposant bekend was met het voorgebruik van die ander.

  

IEPT20050707, HvJEG, Praktiker v Deutsche Patent und Markenamt
Dienstmerken: Detailhandelsdiensten zijn "diensten" in de zin van de Merkenrichtlijn. Voor de inschrijving van een merk voor deze diensten is het niet noodzakelijk de betrokken dienst(en) concreet te omschrijven. Een nadere omschrijving van de waren of soorten waren waarop deze diensten betrekking hebben, is daarentegen wel noodzakelijk.

 

IEPT20050707, HvJEG, Nestlé v Mars
Inburgering (Mee-inburgeren): een merk kan onderscheidend vermogen verkrijgen ten gevolge van het gebruik van dit merk als deel van of in samenhang met een ingeschreven merk

 

IEPT20050630, HvJEG, Eurocermex vorm van bierfles
Vormmerk: Geen onderscheidend vermogen op grond van totaalindruk die door de vorm en de schikking van de kleuren van het aangevraagde merk wordt opgeroepen.

 

IEPT20050624, Rb Breda, Gouden Gids v Yellow Bear
Kleur geel als merk? Geen geldig depot kleurmerken. Portret: gebruikte afbeelding alle karakteristieke kenmerken van de portretten van [eiseres2] die Gouden Gids gebruikt voor haar ad-vertenties. Parodieverweer afgewezen. Misleidende vergelijkende reclame

 

IEPT20050621, Rb Den Haag, InHolland v InjeHolland
Inbreuk: afbreuk aan reputatie: Het enkele feit dat onder dat - duidelijk aan het merk gerelateerde - teken een klachtensite in stand wordt gehouden, is voor die conclusie reeds voldoende.

 

IEPT20050420, GvEA, Atomic Austria v BHIM – Atomic Blitz

Opposant vrij in keuze van bewijs voor oppositie. BHIM mag niet veronderstellen. dat het BHIM zich er niet toe mocht beperken, met betrekking tot wezenlijke feiten inzake de bescherming van de oudere merken gewoon een veronderstelling te maken.

 

IEPT20050317, HvJEG, Gillette v LA Laboratories

Gebruik nodig om bestemming, met name als accessoire of onderdeel aan te geven. Gebruik merk nodig wanneer een dergelijk gebruik in de praktijk het enige middel is om het publiek begrijpelijke en volledige informatie te verstrekken over deze bestemming.

 

IEPT20050301, GvEA, Miss Rossi v Sissi Rossi

Geen verwarringsgevaar gelet op de verschillen tussen de waren (schoenen en tassen) en de tekens

 

IEPT20050208, Rb Den Haag, Vitra v Classic Design
IPR: Geen gebruik of aanbieden in Nederland of Benelux gebleken - Geen grensoverschrijdende bevoegdheid

 

IEPT20050105, Rb Den Haag, G-Star v Makro
Geen merkrecht bij gebreke gepubliceerde inschrijving - Geen reputatie- of imagoschade Diesel door wijze van verkoop en adverteren Makro

2004

IEPT20041201, BenGH, KPN v BMB - Postkantoor
Additionele weigeringsgrond: In hoger beroep aangevoerde nieuwe weigeringsgrond dient in beoordeling betrokken te worden

 

IEPT20041201, BenGH, Campina v BMB - Biomild
Onderscheidend vermogen samengesteld woord: conform HvJEG 12 februari 2004: opvallende afwijking vereist: meer dan de som van die bestanddelen.

 

IEPT20041116, HvJEG, Anheuser Busch

Communautaire merkenrecht moet zoveel mogelijk in licht van bewoordingen en doel TRIPs-overeenkomst worden uitgelegd.


IEPT20041027, Rb Rotterdam, ASR v Ideenet
merkinbreuk door gebruik stadrotterdam.nl

 

IEPT20041021, HvJEG, KWS Saat v BHIM
Onderscheidend vermogen kleurmerken door inburgering: In dat verband kan een kleur als zodanig, als gevolg van het gebruik dat ervan is gemaakt, volgens artikel 7, lid 3, van verordening nr. 40/94 onderscheidend vermogen verkrijgen voor de waren en diensten waarvoor inschrijving is gevraagd.

 

IEPT20041021, HvJEG, Erpo Mobelwerk
Geen specifieke criteria ter vervanging of afwijking van het criterium van het onderscheidend vermogen zoals dit in de rechtspraak wordt uitgelegd voor sommige categorieën merken, zoals merken bestaande uit reclameslogans

  

IEPT20041012, HvJEG, Vedial v BHIM
Cumulatieve voorwaarden verwarringsgevaar: Voor de toepassing van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 is voor verwarringsgevaar tegelijkertijd vereist dat het aangevraagde merk en het oudere merk gelijk zijn of overeenstemmen en dat de waren of diensten waarop de inschrijvingsaanvraag betrekking heeft, dezelfde of soortgelijk zijn als die waarvoor het oudere merk is ingeschreven.

 

IEPT20040916, HvJEG, Nichols v Registrar

Merkenrecht: concrete beoordeling onderscheidend vermogen familienaam vereist

 

IEPT20040916, HvJEG, SAT1

Onderscheidend vermogen woordcombinatie te beoordelen op totaalindruk niet op afzonderlijke bestanddelen - Beschikbaarheidsbelang relevant voor artikel 7(1)(b) GMeV - Gebruik in de branche indicatie voor onderscheidend vermogen


IEPT20040625, BenGH, Taco-ijs

Geen depot te kwader in geval merkdepot door voor-voorgebruiker
 

IEPT20040624, HvJEG, Heidelberger Bauchemie

Grafische voorstelling kleurencombinatie vereist systematische schikking die kleuren op van te voren bepaalde en duurzame wijze in verbinding brengt en staal met kleuren en aanduiding daarvan door internationaal erkende kleurenidentificatiecode.

 

IEPT20040429, HvJEG, Procter & Gamble
gemiddelde consument neemt een merk gewoonlijk als een geheel waar, let niet op verschillende details - Onderzoek verschillende elementen merk wel relevant

 

IEPT20040429, HvJEG, Henkel
kans groter dat vorm van een waar elk onderscheidend vermogen mist naarmate deze vorm een grotere gelijkenis vertoont met de meest waarschijnlijke vorm van de betrokken waar.

 

IEPT20040429, HvJEG, Bjornekulla Fruktindustrier v Procordia Food

Relevant publiek voor "gebruikelijke benaming": Wanneer tussenpersonen optreden bij de distributie aan de consument of de eindverbruiker van een waar bestaan de betrokken kringen waarvan de zienswijze in aanmerking moet worden genomen om te beoordelen of dit merk in de handel de gebruike-ijke benaming van de betrokken waar is geworden, uit alle consumenten of eindverbruikers en uit alle beroepsbeoefenaars die optreden bij de afzet van deze waar.

 

IEPT20040428, HvJEG, Matratzen Concord v BHIM
Globale beoordeling verwarringsgevaar

 

IEPT20040402, HR, Jydsk v Doréma

Onderscheidend vermogen niet gebruikt ter zake van auteursrecht, maar slaafse nabootsing

 

IEPT20040212, HvJEG, Postkantoor

Beschrijvende merken: Concrete beoordeling relevante feiten en omstandigheden. Bevoegde autoriteit en beoordelende rechterlijke instantie moeten rekening houden met alle relevante feiten en omstandigheden. Vrijhoudingsbehoefte - algemeen belang: artikel 3(1)(c) van de richtlijn streeft een doel van algemeen belang na, te weten dat tekens of benamingen die de kenmerken beschrijven van de waren of diensten waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd, door eenieder vrij moeten kunnen worden gebruikt. Irrelevant of er al dan niet synoniemen bestaan. Beoordeling beschrijvend karakter voor kenmerken en/of onderscheidend vermogen te beoordelen per categorie waren en diensten. Samengesteld woord bestaande uit beschrijvende bestanddelen als regel ook beschrijvend, tenzij het woord merkbaar verschilt van de loutere som van zijn bestanddelen

 

IEPT20040212, HvJEG, Henkel vorm fles
merkenrecht: beoordeling onderscheidend vermogen vormmerk fles - beschrijvend - relevante, nationale markt

 

IEPT20040212, HvJEG, Biomild

Vrijhoudingsbehoefte - algemeen belang: artikel 3(1)(c) van de richtlijn streeft een doel van algemeen belang na, te weten dat tekens of bena-mingen die de kenmerken beschrijven van de waren of diensten waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd, door eenieder vrij moeten kunnen worden gebruikt. Nieuw samengesteld woord: Nieuw woord samengesteld uit beschrijvende bestanddelen is ook beschrijvend, tenzij er een merkbaar verschil is met de som der bestanddelen. Irrelevant of er al dan niet synoniemen bestaan

 

IEPT20040127, HvJEG, La Mer Technology v Laboratoires Goemar

Normaal gebruik merk: Wanneer het gebruik een werkelijk commercieel doel dient, kan zelfs een gering gebruik van het merk of een gebruik door slechts één importeur in de betrokken lidstaat volstaan - relevante periode voor 'normaal gebruik'.

 

IEPT20040107, HvJEG, Gerolsteiner Brunnen v Putsch
Aanduiding van plaats van herkomst slechts inbreuk indien gebruik niet in overeenstemming is met eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. Te beoordelen op grond van alle omstandigheden van de zaak. Enkel (auditief) verwarringsgevaar onvoldoende.

 

2003

 

IEPT20031215, BenGH, BMB v VTB

Beslissing in beroep beperkt tot oordeel BMB: dat hieruit volgt dat het Hof [...] geen kennis kan nemen van aanspraken die buiten de beslissing van het BMB vallen of die niet aan het BMB zijn voorgelegd

 

IEPT20031118, HvJEG, Budvar v Ammersin

Onrechtmatige beperking vrij verkeer van goederen wanneer geen sprake is van een directe of indirecte herkomstaanduiding

 

IEPT20031127, HvJEG, Shield Mark - klankmerk

Grafische voorstelling klankmerk:dat een teken dat als zodanig niet visueel waarneembaar is, een merk kan vormen op voorwaarde dat het vatbaar is voor grafische voorstelling, inzonderheid door middel van figuren, lijnen of lettertekens, en die voorstelling duidelijk, nauwkeurig, als zodanig volledig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk, duurzaam en objectief is. 

 

IEPT20031114, HR, Flügel v W&S
dat de kleur van een product gewoonlijk wordt gezien als een eigenschap van dat product en niet als een onderscheidingsteken

 

IEPT20031106, Hof Amsterdam, Byblos v Rowling
Auteursrecht: Inbreukmakende bewerking van Harry Potter en de Steen der Wijzen. Geen toelaatbare parodie. Merkinbreuk


IEPT20031023, HvJEG, Adidas v Fitnessworld
Artikel 5(2) Merkenrichtlijn. Zodanige mate van overeenstemming – niet zijnde verwarringsgevaar - vereist dat het betrokken publiek een verband tussen het teken en het merk legt.
 

IEPT20031023, HvJEG, Doublemint

Niet noodzakelijk dat teken op moment van inschrijving daadwerkelijk beschrijvend wordt gebruikt.

 

IEPT20030709, GvEA, Laboratorios Giorgio Beverly Hills
Merkenrecht: geen overeenstemming tussen Giorgi-merken en Giorgio Beverly Hills.

 

IEPT20030709, Rb Den Haag, Montana

Belanghebbende vervallenverklaring: dat thans, onder de Merkenrichtlijn, met vervallenverklaring van niet-gebruikte merken tevens een algemeen belang is gediend en dat in dit licht het (gestelde) ontbreken van een specifiek particulier belang bij Montana Colors niet de conclusie wettigt dat zij geen belanghebbende in de zin van artikel 14C BMW (oud) is.


IEPT20030506, HvJEG, Libertel

Grafische voorstelling kleurmerk moet nauwkeurige identificatie mogelijk maken en duidelijk, nauwkeurig, als zodanig volledig, gemakkelijk toegankelijk, begrijpelijk, duurzaam en objectief zijn. Combinatie monster en verbale beschrijving of internationaal erkende code kan grafische voorstelling vormen, die aan eisen voldoet.

 

IEPT20030408, HvJEG, Linde cs

Weigeringsgronden onafhankelijk van elkaar van toepassing.


IEPT20030320, HvJEG, LTJ Diffusion (Arthur et Felicie)

Dat een teken gelijk is aan een merk wanneer het zonder wijziging of toevoeging alle bestanddelen van het merk afbeeldt, of wanneer het in zijn geheel beschouwd verschillen vertoont die dermate onbeduidend zijn dat zij aan de aandacht van de gemiddelde consument kunnen ontsnappen. 
 

IEPT20030319, Rb Den Haag, Flügel v W&S
Flügel vormmerk bekend merk. Verwarringsgevaar. Associatiegevaar met bekend merk. Ongerechtvaardigd voordeel – profiteren marketinginspanningen

 

IEPT20030311, HvJEG, Ansul v Ajax

Normaal gebruik: niet enkel symbolisch gebruik ter behoud van merkrecht. Gebruik buiten de onderneming om voor waren of diensten waarop merk is aangebracht afzet te vinden of te behouden. Rekening houden met alle feiten en omstandigheden op grond waarvan kan worden vastgesteld of commerciële exploitatie reëel is. 

 

IEPT20030228, BenGH, Dreentegel
Schadevordering merklicentiehouder: Tot 1 januari 1996 schriftelijk vastgelegde licentie vereist voor schadevordering. Schriftelijke vastlegging achteraf van vooraf verleende mondelinge licentie afdoende. Inschrijving licentie in het register niet vereist voor schadevordering licentiehouder

 

IEPT20030124, HR, Taco-ijs
Merkenrecht: depot te kwader trouw - Vragen aan Benelux Gerechtshof inzake voor-voorgberuik

 

IEPT20030109, HvJEG, Davidoff v Durffee

Bekende merken dienen niet minder bescherming te genieten wanneer een teken voor soortgelijke waren of diensten wordt gebruikt, dan wanneer een teken voor niet-soortgelijke waren of diensten wordt gebruikt.

 

2002

IEPT20021212, HvJEG, Sieckmann Geurmerk

Geurmerk mogelijk indien vatbaar voor grafische voorstelling. Olfactorisch teken, scheikundige formule, beschrijving met woorden,of combinatie daarvan voldoet niet aan eisen grafische voorstelling.

 

IEPT20021121, HvJEG, Robelco v Robeco

De bescherming van merken tegen gebruik als handelsnaam of statutaire naam is niet geharmoniseerd en toelaatbaar naar nationaal recht wanneer zonder geldige reden ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken of afbreuk wordt gedaan aan onderscheidend vermogen of reputatie merk


IEPT20021112, HvJEG, Arsenal
Gebruik in het economisch verkeer. Herkomstgarantie is wezenlijke functie van het merk. Exclusief recht beperkt tot gebruik door een derde dat afbreuk doet of kan doen aan de functies van het merk. Gebruik voor zuiver beschrijvende doeleinden uitgesloten van verbodsrecht merkhouder.
 

IEPT20021023, GvEA, Fifties

Merkenrecht: overeenstemming en verwarringsgevaar tussen Fifties en Miss Fifties voor jeans

 

IEPT20021001, Rb Haarlem, ESA v Etos
Nietigheid of gebruiksverbod van merk met embleem van intergouvernementele organisatie. uitsluitend toegestaan merken te weigeren of nietig te verklaren die ingevolge artikel 6ter Verdrag van Parijs geweigerd of nietig verklaard moeten worden

 

IEPT20020919, HvJEG, Companyline

Combinatie van twee gebruikelijke termen dient een extra kenmerk te verlenen waardoor het teken in zijn geheel onderscheidend vermogen krijgt. Gemeenschapsmerk dient onderscheidend vermogen te hebben in alle talen

 

IEPT20020618, HvJEG, Philips v Remington

Weigeringsgronden merken limitatief - criteria voor onderscheidend vermogen voor alle merken gelijk - Inburgering: grootschalig exclusief gebruik kan tot inburgering leiden, maar dient concreet beoordeeld te worden - Vormmerk: uitgesloten indien wezenlijke functionele kenmerken van de vorm uitsluitend aan technische uitkomst zijn toe te schrijven, ook indien technische uitkomst door alternatieve vormen kan worden verkregen

 

IEPT20020514, HvJEG, Holterhoff v Freiesleben

Beschrijvend gebruik merk voor aanduiding eigenschap product geen inbreuk

 

IEPT20020312, Rb Haarlem, Frico v Uniekaas (Castillo de Holanda)
Gevaar voor verwarring exportmerken voor kaas. Relevant publiek exportmarkt

 

IEPT20020215, HR, Jack Daniel’s
Merkinbreuk door beleidsbepalend en leidinggevend direct/indirect bestuurder. Informatieplicht beperkt tot periode na aannemelijke gemaakte inbreuk

 

IEPT20020131, Hof Amsterdam, RedForest v KPN
Inbreuk planetinternet.tv; geen Planet-seriemerk en Planet-woordmerken geen onderscheidend vermogen. Domeinnaam is geen handelsnaam. Overdracht inbreukmakende domeinnamen

 

IEPT20020125, HR, Etos v Dior

Geen Europese uitputting Argentijnse Fahrenheitproducten: oordeel van het Hof dat niet aannemelijk is dat door Dior in Argentinië in de handel gebrachte Fahrenheit-producten niet geacht moeten worden met toestemming van Dior in EER te zijn gebracht getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting.

2001

IEPT20011130, HR, Dreentegel
Merkenrecht: nawerking eerdere inbreuk relevant. Vragen van uitleg aan BenGH: is schadevordering beperkt tot ingeschreven licenties

 

IEPT20011122, Hof Den Haag, ID-NL v idnl

Handelsnaam en merkenrecht: Sprake van onderneming - Domeinnaam niet gebruikt als handelsnaam of merk - Geldige reden voor gebruik idnl als begrip voor domeinnamen - - Geen gevaar voor verwarring - Geen onrechtmatig handelen: belangenafweging en geen conurrenten.

 

IEPT20011129, BenGH, KPN v BMB - Postkantoor

Toetsing weigeringsgronden: onderscheidend vermogen: Dat de aard van deze toetsing meebrengt dat de in de vraag bedoelde algemene rechtsbeginselen daarbij geen bepalende rol kunnen spelen

 

IEPT20011120, HvJEG, Davidoff

Uitputting: In beginsel expliciete toestemming merkhouder vereist tot import in EER

voor uitputting merkrecht

 

IEPT20011004, HvJEG, Merz & Krell

Overlapping absolute weigeringsgronden. Artikel 3(1)(d) verzet zich slechts tegen inschrijving wanneer tekens in het normale taalgebruik of bonafide handelsverkeer gebruikelijk zijn.

 

IEPT20010920, HvJEG, Baby Dry

Beschrijvend karakter vereist voor elk van de woorden afzonderlijk en het geheel, waarbij elk merkbaar verschil met de gangbare terminologie aan de combinatie onderscheidend vermogen kan verlenen

 

IEPT20010713, HR, Shield Mark - Klankmerk

Prejudiciële vragen HvJEG inzake klankmerken

 

IEPT20010126, HR, Ansul v Ajax

Prejudiciële vraag of enkel gebruik bij reviseren oude apparaten normaal gebruik kan zijn

2000

IEPT20001214, HvJEG, Dior v Tuk en Assco v Layher
Bevoegdheid Hof tot uitleg art. 50(6) TRIPs niet beperkt tot merkenrecht. Rechtstreekse werking TRIPs op gebieden waarop gemeenschapswerk van toepassing is en op gebieden van nationaal recht.

IEPT20001120, Hof Den Haag, Eli Lilly v Centrafarm
Kleurmerk Prozac: Het hof is voorshands van oordeel dat de onderhavige specifieke kleurencombinatie wel geschikt is om het (fluoxetine bevattende) antidepressivum van Eli Lilly te onderscheiden van soortgelijke farmaceutische producten. Geen inbreuk

 

IEPT20000626, BenGH, Campina v BMB - Biomild
Concrete beoordeling onderscheidend vermogen. Inburgering uitsluitend te beoordelen tot inschrijvingsdatum. Prejudiciële vragen aan HvJEG. Cassatie mogelijk van een beslissing in beroep in oppositieprocedure.

 

IEPT20000622, HvJEG, Adidas v Marca

Gevaar voor verwarring. Positieve vaststelling van verwarringsgevaar noodzakelijk. Bekendheid merk geen grond om bestaan verwarringsgevaar te vermoeden, enkel omdat er gevaar voor associatie in enge zin bestaat.

 

IEPT20000114, HR, Intergro v Interbuy
Juiste maatstaf dat Intergro geen belanghebbende is wegens uiterst onbehoorlijk handelen jegens Interbuy door vervallenverklaring in te roepen. Vraag van uitleg over wetenschap uit ‘rechtstreekse betrekking’.

1999 

IEPT19990723, Rb Groningen, Vrijmerk v KPN
Stichting Vrijmerk geen belanghebbende inzake nietigverklaring woordmerken KPN.

IEPT19990622, HvJEG, Lloyd v Loint-s

Verwarring: Niet valt uit te sluiten dat enkele auditieve gelijkenis verwarring kan doen ontstaan. Gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument van de betrokken soort producten

 

IEPT19990504, HvJEG, Windsurfing Chiemsee
Herkomstaanduiding merk: dat het merk zich leent om de waar waarvoor de inschrijving wordt aangevraagd, als afkomstig van een bepaalde onderneming te identificeren en dus om deze waar van die van andere ondernemingen te onderscheiden.


IEPT19990416, HR, Bigott en Batco v Dougal

Auteursrechtelijke oorspronkelijkheid werk ten tijde van creatie. Motivering beantwoording merkinbreukvraag: dat het oordeel over de vraag of sprake is van inbreuk, niet van zuiver feitelijke aard is en daarom zodanig moet worden gemotiveerd dat partijen en de cassatierechter in staat zijn na te gaan of de rech-ter die over de feiten oordeelt, bij het vormen ervan vorenbedoelde merkenrechtelijke regels heeft nageleefd.  

1998

IEPT19980929, HvJEG, Canon v Cannon

Onderscheidende kracht en bekendheid merk van belang bij beoordeling soortgelijkheid en verwarringsgevaar - Verwarring omvat indirecte verwarring in de zin dat publiek kan menen dat sprake is van economisch verbonden ondernemingen

 

IEPT19980716, HvJEG, Silhouette v Hartlauer

Europese harmonisatie merkenrecht: nationale uitspuittingsregels inzake wereldwijde uitputting in strijd met richtlijn

 

IEPT19980123, HR, Kruidvat v Lancome cs
Ompakken luxe merkartikelen - spoedeisend belang 

1997

IEPT19971219, BenGH, Beaphar v Nederma

Verval art 5(4) (oud) BMW wegens verlies onderscheidend vermogen geldt alleen voor woordmerken. Geen gebruiksverbod op grond van vormmerk dat onderscheidend vermogen geheel verloren heeft: indien het onderscheidend vermogen waarover een vormmerk ten tijde van zijn deponering be-schikte ten tijde van het door de merkhouder als inbreuk op zijn vormmerk gewraakte gebruik van zijn merk reeds geheel verloren is gegaan, de merk-houder zich niet op grond van zijn merkrecht tegen dat gebruik kan verzetten;

IEPT19971111, HvJEG, Puma v Sabel

Associatiegevaar geen alternatief voor verwarringsgevaar, maar enkel precisering van de draagwijdte daarvan - Geen gevaar voor verwarring aanwezig enkel indien het publiek twee merken wegens hun overeenstemmende begripsinhoud met elkaar zou kunnen associëren

1996

IEPT19961220, BenGH, Europabank
Gebruik als dienstmerk: het enkele gebruik van een handelsnaam door een dienstverlenende onderneming bij het verlenen of aanbieden van diensten niet tevens gebruik van een aan die handelsnaam gelijkluidend dienstmerk of een daarmee overeenstemmend teken oplevert. Misleidend merk?

 

IEPT19961017, Hof Amsterdam, Giner v Citrus
Depot te kwader trouw tevens onrechtmatige daad


IEPT19960711, HvJEG, MPA Pharma v Rhône-Poulenc

Uitleg uitputting artikel 7(1) Merkenrichtlijn conform eerdere rechtspraak HvJEG - ompakken geneesmiddelen
 

IEPT19960329, HR, Beaphar v Nederma

Criteria voor twee-dimensionaal merk ook toepasselijk op drie-dimensionaal merk. Vragen van uitleg inzake verlies onderscheidend vermogen vormmerk

1995

IEPT19950616, BenGH, Linguamatics v Polyglot
Woordmerk dat louter beschrijvend is voor soortgelijke waren of diensten mag daarvoor niet ‘als merk’ gebruikt worden. Schade door merkgebruik niet relevant voor soortgelijkheid

1994

IEPT19941003, Rb Den Haag, Smithkline v Centrafarm - Tagamet

Onderscheidend vermogen lichtgroene kleur Tagamet: aangenomen dat de in het geding zijnde lichtgroene tint geschikt is, dan wel in ieder geval - door inburgering - geschikt is geworden het maagzuurbestrijdende geneesmiddel waarvoor Smithkline die gebruikt te onderscheiden van soortgelijke geneesmiddelen.

1992

IEPT19921110, HvJEG, Exportur

Bilaterale overeenkomst inzake geografische overeenkomsten

 

IEPT19921106, BenGH, Automotive Products v Valeo
Inbreukmakend gebruik merk bij gereviseerde producten, tenzij revisie tot wijzigingen van ondergeschikte betekenis leidt.

1991

IEPT19911216, BenGH, Burberrys
Onderscheidend vermogen: dat de omstandigheid dat (een relevant deel van) het in aanmerking komende publiek de waar op grond van zijn uiterlijk als afkomstig van de ondernemer herkent, geen andere conclusie toelaat dan dat voldaan is aan het vereiste dat het teken zich ertoe leent als herkomstteken te dienen; Vormmerken: drie-dimensionaal

1990

IEPT19901221, BenGH, Prince
Oud recht: Merkrecht ontstaat na depot onder art. 6A (oud) BMW. Negatieve reflexwerking artikel 14(5) (oud) BTMW

 

IEPT19901017, HvJEG, Hag II

Uiitputting. Vrij verkeer van goederen. Merkhouder kan zich verzetten tegen invoer van producten voorzien van merk van oorspronkelijke dochteronderneming dat na onteigening door een derde is verworven

 

IEPT19900105, HR, Philip Morris v BAT - KIM
Belanghebbende bij Verval wegens niet-normaal gebruik: Degene die, door gebruik te maken van zijn be-voegdheid vervallenverklaring van het merk van een ander wegens niet-gebruik als bedoeld in art. 5 onder 3 te vorderen kan op grond van de bijzondere omstandigheden van het geval in zijn verhouding tot die ander onbehoorlijk zou handelen.

1989

IEPT19890414, BenGH, Superconfex v Burberrys
Wezenlijke waarde van de waar: auteursrechtelijke of modelrechtelijke bescherming niet vereist. De onderscheidende vorm van een waar kan al-leen dan wegens het beïnvloeden van de wezenlijke waarde van de waar niet als merk worden be-schouwd indien de waar van dien aard is dat haar uiterlijk en vormgeving door hun fraaiheid of oor-spronkelijk karakter in belangrijke mate haar marktwaarde bepalen.

 

1988

 

IEPT19881118, BenGH, Philip Morris v BAT - KIM
Geldige reden: Niet-gebruik wegens onderhandelingen over overdracht is geen geldige reden voor niet-normaal gebruik merk. Belanghebbende en misbruik bevoegdheid tot in-roepen verval door belanghebbende: Bevoegdheid tot inroepen van verval merk wegens niet-normaal gebruik kan misbruikt worden.

 

1985

IEPT19851223, BenGH, Adidas
Onderscheiden vermogen als zelfstandig merk van een steeds in combinatie gebruikt teken, is afhankelijk van perceptie publiek. Onderscheidend vermogen als merk van drie-strepen-teken, dat in verschillende kleuren gebruikt wordt, mogelijk indien dat teken (sec) voldoende individualiteit  heeft om door het publiek als merk te worden herkend. Onderscheidend vermogen als merk van door derden ook als decoratief element gebruikt teken mogelijk, afhankelijk van perceptie van het publiek. Geen inburgering mogelijk van vorm die wezenlijke waarde van de waar beïnvloedt. Gebruik van gedeponeerd merk door een derde ter versiering van eigen waar inbreukmakend in geval van gevaar voor schade voor merkhouder en bij gebreke van geldige reden. Inroepen depot te kwader trouw wegens conflict met algemeen bekend merk in de zin van artikel 6bis Unieverdrag niet aan vijfjaarstermijn gebonden. Nietigheid wegens depot te kwader trouw vereist dat betreffende derde deelneemt aan het geding. Geen normaal gebruik van merk door handhaving merkrecht. Zaak van nationaal recht of exclusieve distributeur schadevordering toekomt in geval van merkinbreuk
Strafrechter niet bevoegd tot nietigverklaring of doorhaling van een merk.

1983  

IEPT19831121, BenGH, Cow Brand

Depot te kwader trouw: Goede trouw en normaal gebruik voorgebruik relevant voor beoordeling depot te kwader trouw. Onderlinge verhouding deposant en voorgebruiker. Geobjectiveerde goede trouw voorgebruik. Bewijslast inzake depot te kwader trouw; voor-gebruik niet te goeder trouw. Omslag van voorgebruik niet te goeder trouw naar voorgebruik te goeder trouw. Voor-voorgebruik deposant. Aanvullende werking onrechtmatige daad naar nationaal recht. Geen toestemming wegens nalaten optreden

1982

IEPT19821005, BenGH, Juicy Fruit

Geringere onderscheidend vermogen vereiste grotere mate van gelijkenis. Geen vaste regel voor omvang van publiek dat merk als beschrijvend opvat. Niet Benelux-taal – voertaal binnen de branche - vrijhoudingsbehoefte. Beschermingsomvang: publieksopvatting ten tijde van aangevallen gebruik beslissend 

1981 

IEPT19811203, HvJEG, Pfizer v Eurium Pharm 

Merkhouder kan zich niet tegen het ompakken van een door een dochteronderneming in een lidstaat in het verkeer gebracht merkartikel verzetten, wanneer de importeur (i) enkel de buitenverpakking vervangt, (ii) de binnenverpakking ongemoeid laat, (iii) het op de binnenverpakking al aangebrachte merk door nieuwe buitenverpakking zichtbaar is, en (iv) op buitenverpakking vermeldt wordt dat het door de dochteronderneming is vervaardigd en door de importeur is omgepakt

 

IEPT19810605, HR, Juicy Fruit

Vragen van uitleg aan BenGH: Onderscheidend vermogen merk – beschrijvende betekenis voor deel publiek - beschermingsomvang

 

1979

IEPT19790525, BenGH, Cow Brand
Rechtskracht van heropnemingsdepot. Belanghebbende: heropnemer ongeacht gebruiksvoornemen. Kwade trouw rechtsopvolger heropnemingsdepot irrelevant.

 

1978

IEPT19781010, HvJEG, Centrafarm v American Home Products

Merkhouder kan zich verzetten tegen aanbrengen merk op een product ook al is dat product in een andere lidstaat door die merkhouder onder ander merk op de markt gebracht, tenzij de praktijk om verschillende merken in verschillende lidstaten te gebruiken bedoeld is om markten kunstmatig te scheiden


IEPT19780523, HvJEG, Hoffman-La Roche v Centrafarm
Wezenlijke functie merk: dat aan de consument of aan de uiteindelijke verbruiker m.b.t. het gemerkte produkt de identiteit van oorsprong wordt gewaarborgd - in dier voege dat hij het produkt ondubbelzinnig van produkten van andere herkomst kan onderscheiden.