Artikel 50

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De aanvraag voor een communautair kwekersrecht moet ten minste bevatten:

a) een verzoek om verlening van een communautair kwekersrecht;

b) identificatie van de botanische taxon;

c) gegevens betreffende de identiteit van de aanvrager of, indien van toepassing, van de gezamenlijke aanvragers;

d) de naam van de kweker alsook een verklaring dat voor zover de aanvrager bekend is geen andere personen bij het kweken, of ontdekken en ontwikkelen, van het ras betrokken zijn geweest; indien de aanvrager niet de kweker is, of niet de enige kweker, dient hij de nodige bewijsstukken voor te leggen hoe hij aanspraken op verlening van het communautaire kwekersrecht heeft verkregen;

e) een voorlopige omschrijving van het ras;

f) een technische beschrijving van het ras;

g) de geografische oorsprong van het ras;

h) de bewijzen van aanstelling van een eventuele vertegenwoordiger voor de procedure;

i) bijzonderheden over eventuele eerdere verhandeling van het ras;

j) bijzonderheden over een eventuele andere aanvraag die is ingediend in verband met het ras.

 

2. Bijzonderheden met betrekking tot de voorwaarden bedoeld in lid 1, met inbegrip van het verstrekken van nadere gegevens, kunnen worden vastgelegd in de uitvoeringsbepalingen uit hoofde van artikel 114.

 

3. De aanvrager dient een benaming van het ras voor te stellen, die bij de aanvraag kan worden gevoegd.