Artikel 122

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De Commissie houdt toezicht op de wettigheid van de handelingen van de voorzitter ten aanzien waarvan het Gemeenschapsrecht niet voorziet in toezicht op de wettigheid door een ander orgaan, alsmede van de handelingen van het binnen het Bureau overeenkomstig artikel 138 ingestelde Begrotingscomité.

 

2. De Commissie verlangt de wijziging of intrekking van iedere in lid 1 bedoelde handeling die onwettig is.

 

3. Iedere in lid 1 bedoelde impliciete of expliciete handeling kan door elke lidstaat of door elke rechtstreeks en individueel betrokken derde aan de Commissie voorgelegd worden, teneinde de wettigheid ervan na te gaan. De zaak moet binnen een maand na de dag dat de betrokkene kennis van de bestreden handeling heeft gekregen, aan de Commissie worden voorgelegd. De Commissie beslist binnen drie maanden. Het achterwege blijven van een beslissing binnen deze termijn geldt als impliciete beslissing tot verwerping.