Artikel 25

Print this page

  weegschaal.png

 

1. De aanvrage om een Gemeenschapsmerk wordt naar keuze van de aanvrager ingediend
a) bij het Bureau;
b) bij de centrale dienst voor de industriële eigendom van een lidstaat of bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom. Een op deze wijze ingediende aanvrage heeft dezelfde rechtsgevolgen als wanneer zij op dezelfde datum bij het Bureau was ingediend.

2. Wanneer de aanvrage bij de centrale dienst voor de industriële eigendom van een lidstaat of bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom wordt ingediend, zorgen deze instanties ervoor dat de aanvrage binnen twee weken na de indiening aan het Bureau wordt doorgezonden. Zij kunnen de aanvrager verplichten tot betaling van een taks die niet meer mag bedragen dan de administratiekosten voor ontvangst en doorzending van de aanvrage.

3. In lid 2 bedoelde aanvragen die het Bureau later dan twee maanden na de indiening ontvangt, worden geacht te zijn ingediend op de datum van ontvangst van de aanvrage door het Bureau.

4. Tien jaar nadat Verordening (EG) nr. 40/94 in werking getreden is, stelt de Commissie een verslag op over de toepassing van de regeling voor de indiening van aanvragen om Gemeenschapsmerken, zo nodig vergezeld van voorstellen tot wijziging van deze regeling.