Regel 38

Print this page

1. De in artikel 115 (thans artikel 119, red. Boek9), lid 6, van de verordening bedoelde termijn waarbinnen de indiener van de vordering tot vervallen- of nietigverklaring een vertaling van zijn vordering dient over te leggen, bedraagt één maand, ingaande op de datum van indiening van zijn vordering; bij gebreke daarvan, wordt de vordering niet-ontvankelijk verklaard.


2. Indien het bewijsmateriaal ter staving van de vordering niet wordt ingediend in de taal van de procedure tot vervallen-, respectievelijk nietigverklaring, dient de indiener van de vordering binnen twee maanden na de indiening van het bewijsmateriaal een vertaling van dat bewijsmateriaal in die taal in.


3. Indien de indiener van de vordering tot vervallen-, respectievelijk nietigverklaring of de Gemeenschapsmerkhouder vóór het verstrijken van de termijn van twee maanden na de ontvangst door laatstgenoemde van de in regel 40, lid 1, bedoelde kennisgeving het Bureau ervan in kennis stelt dat zij overeenkomstig artikel 115 (thans artikel 119, red. Boek9), lid 7, van de verordening zijn overeengekomen een andere taal als proceduretaal te hanteren, dient de verzoeker, voor zover de vordering niet in die taal werd ingediend, binnen een maand te rekenen vanaf genoemde datum een vertaling van de vordering in die taal in. Indien de vertaling niet of te laat wordt ingediend, blijft de proceduretaal ongewijzigd.