2010 1e halfjaar Merkenrecht

Print this page

IEPT20100629, Rb Den Bosch, V v Werum Intereuro
Toegestaan gebruik merk in vergelijkende reclame: dat het gebruik dat een adverteerder van het merk van zijn concurrent maakt in vergelijkende reclame, om de door laatstgenoemde aangeboden waren of diensten aan te duiden, neerkomt op een gebruik voor waren of diensten van de adverteerder zelf.

 

IEPT20100624, HvJEU, Barbara Becker
Beoordeling begripsmatige overeenstemming merken: onjuiste rechtsopvatting door beoordeling op aan de rechtspraak ontleende algemene overwegingen te baseren, zonder alle relevante – voor de onderhavi-ge zaak specifieke – elementen te onderzoeken, in weerwil van het vereiste dat het gevaar voor ver-warring globaal dient te worden beoordeeld, met inaanmerkingneming van alle relevante factoren van het concrete geval en op basis van de door de conflicterende merken opgeroepen totaalindruk

 

IEPT20100624, BenGH, Van Hilst v Jaguar
Inschrijving van met algemeen bekend merk overeenstemmen teken – artikel 4(5) (oud) BMW: Art. 4(5) (oud) BMW was - voorafgaand aan art. 16 lid 3 TRIPs-Verdrag - niet beperkt tot inschrijvingen voor met het algemeen bekende merk (soort)gelijke waren. Vereist was dat het ingeschreven merk verwarring – waaronder begrepen indirecte verwarring – kon stichten met het ingeroepen algemeen bekende merk

 

IEPT20100625, Rb Den Haag, Diageo v Hooghoudt
Ex Parte Bevel tegen wildplakken: Bij die stand van zaken waarbij slechts op twee locaties sprake is van een onderbouwde inbreuk, ziet de voorzieningenrechter aanleiding het ex parte gebod te beperken tot die inbreuken. Inbreuk merkenrecht: Aanhaken bij c.q.in het kielzog varen van de re-putatie van het Gemeenschapsmerk van verzoekster.

 

IEPT20100624, Rb Amsterdam, Van Gastel Shoes v Camper
Geen overeenstemming TWINS en TWS: Nu er in zijn geheel beschouwd aanmerkelijke verschillen bestaan tussen het beeldmerk TWINS en het teken TWS. is niet aannemelijk geworden dat er bij het in aanmerking komend publiek enig gevaar voor verwarring kan ontstaan. Geen belang bij verbod ter zake van beeldmerk TWINS vanwege toezeggingen

 

IEPT20100616, Rb Den Haag, Davidoff

Geen omkering bewijslast uitputting: dat de bewijslast van de stelling dat de door hem verhandelde producten zijn uitgeput, op [XY] rust. [XY] heeft zijn stellingen ter zake naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Geen misbruik van merkrecht

 

IEPT20100616, Hof Den Haag, Strafzaak – merkkleding

34 maanden gevangenisstraf: Voorhanden hebben valse merkkleding

 

IEPT20100615, GEU, X Technology Swiss v BHIM
Intrinsiek onderscheidend vermogen niet bewezen: blijkt uit geen enkel gegeven dat verzoeksters mogelijke commerciële succes voortvloeit uit het feit dat de oranje kleur van de punten van de door haar vervaardigde sokken door het relevante publiek als intrinsiek onderscheidend is opgevat. Sokken – weinig aandachtig publiek: worden normaal gesproken niet aangetrokken alvorens ze worden gekocht.

 

IEPT20100611, Rb Amsterdam, Poex

Overdracht domeinnaam niet te kwader trouw: Vast staat dat op het moment van verkocht op en overdracht van de Domeinnaam aan [S], de Do-meinnaam op naam van [B] stond geregistreerd. Op een dergelijke registratie mag een koper in beginsel vertrouwen. Geen overeenstemming beeldmerk Pokerfriends met woordcombinatie pokerfriends.

 

IEPT20100609, Rb Den Haag, VF v Masita
Napapijri v Nordal: Geen inbreuk (i) op merkrechten logo's, badge's en gestileerde vlaggen, (ii) op auteursrechten badges, folders en kleding, (iii) op modelrechten kleding en ook geen slaafse nabootsing, bij gebreke van bijkomende omstandigheden

 

IEPT201000608, Rb Assen, Calidris

Lijfsdwang toegewezen: voldoende omstandigheden aanwezig geacht om dit vonnis uitvoerbaar te verklaren bij lijfsdwang, voor het geval het verbeuren van dwangsommen onvoldoende uitkomst aan Calidris zal bieden. Onrechtmatige verdachtmakingen en inbreukmakend gebruik beeldmerk in persbericht. Geen dreiging van handelsnaaminbreuk.

 

IEPT20100604, Rb Zutphen, Merkkleding

Vrijspraak verkoop valse merkkleding: Tijdens het politieonderzoek is verdachte niet geconfronteerd met (foto's van) de in de vrachtwagen aangetroffen (merk)kleding; aan haar is niet gevraagd op de op 9 februari 2010 in beslaggenomen (merk)kleding de kleding betrof die verdachte eind november 2009 aan [naam A] had verkocht. Evenmin is duidelijk geworden welke kledingmerken verdachte toen aan [naam A] zou hebben verkocht.

 

IEPT20100603, HvJEU, Internetportal v Schlicht
Kwade trouw EU-domeinnaamregistratie: dat artikel 21, lid 3, van verordening nr. 874/2004 aldus moet worden uitgelegd dat kwade trouw kan worden aangetoond aan de hand van andere omstandigheden dan die welke sub a tot en met e van die bepaling zijn opgesomd. Dat de nationale rechter bij de beoordeling of sprake is van een handelwijze te kwader trouw in de zin van artikel 21, lid 1, sub b, van verordening nr. 874/2004, gelezen in samenhang met lid 3 van dat artikel, rekening dient te houden met alle in het concrete geval relevante factoren en met name met de omstandigheden waarin de inschrijving van het merk is verkregen en de omstandigheden waarin de .eu-topniveaudomeinnaam is geregistreerd.

 

IEPT20100603, HvJEU, Coty v Simex
Toestemming – uitputting - niet aannemelijk bij testflacons met verkoopverbod: In omstandigheden als die van het hoofdgeding, die erin bestaan dat „parfumtestflacons” zonder eigendomsoverdracht en met een verbod op verkoop ervan ter beschikking worden gesteld van met de merkhouder contractueel gebonden tussenhandelaren opdat hun klanten de inhoud ervan voor testdoeleinden kunnen verbruiken, en waarbij de merkhouder deze waar te allen tijde kan terugroepen en de presentatie ervan zich duidelijk onderscheidt van die van de parfumflacons die de merkhouder gewoonlijk ter beschikking stelt van deze tussenhandelaren, kan er, aangezien deze test-flacons parfumflacons zijn waarop de vermeldingen „demonstratie” en „mag niet worden verkocht” zijn aangebracht, bij gebreke van enig bewijselement in tegengestelde zin – waarover de verwijzende rechter dient te oordelen – niet van worden uitgegaan dat de merkhouder impliciet heeft toegestemd tot het in de handel brengen ervan.

 

IEPT20100602, Rb Utrecht, Harbourclub v Utrechtse Haven
Woordbestanddeel Harbour Club mist onderscheidend vermogen als merk.Zuiver beschrijvende handelsnaam beschermd; Gevaar voor verwarring: Voor het op normale wijze oplettend en onderscheidend publiek (de bezoeker van een restaurant) kan dit verwarrend zijn, in die zin dat de indruk wordt gewekt dat enig verband bestaat tussen de beide restaurants.

 

IEPT20100527, Rb Breda, Bijoux Concept v Halsteren
Rb Breda onbevoegd inzake Gemeenschapsmerk: Op geen enkele wijze blijkt van een bedoeling van de Raad dat artikel 103 GMeV afbreuk beoogt te doen aan de vooropgestelde wens dat een zo gering mogelijk aantal gerechten vorderingen op basis van het Gemeenschapsmerk beoordeelt

 

IEPT20100526, Rb Den Haag, Gaastra
Verstekvonnis merkinbreuk met matiging dwangsom

 

IEPT20100520, Rb Arnhem, Connect Uitzendbureau v Connect Transportservice
Inbreuk handelsnaam- en merkrechten: Gelet op de grote mate van visuele, auditieve en begripsmatige overeenstemming tussen het woordmerk Connect en het teken Connect Transportservice, het feit dat de aangeboden diensten in hoofdzaak dezelfde of soortgelijk zijn, alsmede de aanwezigheid van in elk geval enige onderscheidingskracht van het woordmerk Connect, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat bij het in aanmerking komende publiek, in dit geval de werkzoekenden, verwarring kan ontstaan.

 

IEPT20100518, Hof Den Haag, BMW v Inter-Tyre
Toelaatbaar gebruik woordmerk BMW om bestemming waar aan te geven: Om passende velgen aan te bieden, dient het automerk (evenals het model, type en de bandenmaat van de desbetreffende auto en (soms) het bouwjaar) te worden vermeld. Model-depots voldoende duidelijk. Algemeen verbod met specificatieplicht. Spoedeisend belang nevenvorderingen: wel bij opgave producenten, fabrikanten, distributeurs en leveranciers. Geen spoedeisend belang bij informatie over winst.

 

IEPT20100512, Rb Amsterdam, Me Worldwide v MultiCopy
Geen onderscheidend vermogen woordmerk “The Communication Company”. Geen verwarringsgevaar beeldmerken. Geen verwarrinsgevaar handelsnamen The Comminication Company en MultiCopy/The Communication Company. Geen bijkomende omstandigheden voor ongeoorloofde concurrentie

 

IEPT20100512, Rb Rotterdam, Stella Navigation v Mammoet
Overeenkomst tot niet-gebruik naam geen ontloetbare mededingingsbeperkende nevenrestrictie. Voldoende belang bij vordering: Voor toewijsbaarheid van de vordering is niet vereist dat vaststaat dat Mammoet Holding en/of de nieuwe Mammoet Shipping B.V. "vervoer van zware lading over zee" (gaan) verrichten. Nu Mammoet Holding blijkbaar heeft geweigerd een verklaring af te geven met de strekking dat zij art. 3 van de overeenkomst zal naleven, kan niet worden gezegd dat zij onnodig in rechte is betrokken.

 

IEPT20100512, Rb Breda, Hittepit

Onvoldoende bewijs dat Hittepit verworden is tot soortnaam in de handel. Geen verval wegens niet-normaal gebruik: Naar het oordeel van de rechtbank dient de aanduiding "(warmwater)kruiken" te worden opgevat in de zin van een warmtebron. Vaststaat dat het merk HITTEPIT als zodanig wordt gebruikt. Bovendien valt een kersenpitkussen binnen de algemene ruime aanduiding "gerei voor de huishouding (niet van edele metalen of verguld of verzilverd)". Dreiging van inbreuk.

 

IEPT20100510, GEANA, Playboy v Rewachand
Inbreuk niet aannemelijk gemaakt: een verklaring die niet is gebaseerd op een eigen waarneming van de desbetreffende intellectuele eigendomsmedewerker bij Playboy maar op informatie die uit tweede hand is verkregen. Er zijn geen foto’s bij de verklaring overgelegd, noch zijn er bewijsaankopen gedaan en/of is er bewijsbeslag gelegd. Registratie merk geen gebruik 

 

IEPT20100504, Rb Haarlem, Travel Card v Multi Tank Card
Merkenrecht: Travelcard beschrijvend voor tankpas: de aanduiding TRAVELCARD is beschrijvend voor de branche waarin partijen opereren en mist zij - ook als geheel - ieder onderscheidend vermogen. Travelcard niet gebruikt als handelsnaam: Het gebruik van de aanduiding TRAVELCARD als adword of in Google-advertenties doet daaraan niet af.

 

IEPT20100428, Rb Zwolle, Dannijs v Zodiac
Geen merkinbreuk: geen ten verkoop aanbieden boten bij showroom. Het enkele feit dat de boten zich naast de ingang van de showroom bevonden wil niet zeggen dat Dannijs ze daar heeft opgesteld om daarvoor een afzet te vinden of te behouden.

 

IEPT20100427, Hof Den Haag, Livius v Fewmore

Geen spoedeisend belang bij overdracht merken. Onrechtmatige presentatie als rechthebbende; dat hoewel de mededeling op zichzelf niet onjuist is, Fewmore c.s. de belangen van Bwana en daarmee van Livius als aandeelhouder schendt door zichzelf ongeclausuleerd als rechthebbende te presenteren ten aanzien van het merk en daarmee vooruit te lopen op de definitieve beslechting van het geschil daaromtrent tussen partijen.

 

IEPT20100427, Hof Amsterdam, De Drie Dagen v Amsterdam Village Company
Geen verwarringsgevaar merken en handelsnamen Nevy en Neva: Voor beide restaurants geldt dat het hier in aanmerking te nemen publiek bestaat uit bezoekers van de betere restaurants en dat dezen over het algemeen goed geïnformeerd zullen zijn over het te bezoeken restaurant. Daarbij moet worden aangenomen dat zij wel degelijk onderscheid zullen weten te maken tussen een restaurant gevestigd in een museum aan de Amstel en een visrestaurant gevestigd nabij het IJ in Amsterdam.

 

IEPT20100427, Hof Den Haag, 1-800-Flowers v Zockoll

Verval 1800flowers wegens ontbreken normaal gebruik in Benelux. Website 18000flower niet op Benelux gericht. 1800flowers geen algemeen bekend merk: Van algemene bekendheid is sprake als de grote meerderheid van het relevante publiek het merk (dat niet door depot of gebruik beschermd hoeft te zijn) kent. Hetgeen appellante heeft aangevoerd is onvoldoende om algemene bekendheid in (een van de landen van) de Benelux aan te nemen. Proceskosten conform liquidatietarief

 

IEPT20100421, Rb Zwolle-Lelystad, Van Cranenbroek v Garden Impressions en Inboedelke

Bewijslevering inbreuk merkenrecht door deskundigenonderzoek in beslag genomen bescheiden.

 

IEPT20100421, GEU, Peek&Cloppenburg v BHIM

Geen verwarringsgevaar: Een louter begripsmatige overeenstemming van de merken volstaat niet om verwarringsgevaar te creëren wanneer het merk geen bijzondere bekendheid geniet en bestaat in een afbeelding met weinig fantasieelementen. Visuele en fonetische verschillen, waaraan meeste gewicht toekomt gelet op verkoopmodaliteiten, neutraliseert zwakke begripsmatige overeenstemming. Na overdracht nieuwe rechthebbende partij in procedure

 

IEPT20100421, Rb Amsterdam, MONDAY
Geen depot te kwader trouw merk Monday. Overeenkomst tot winstdeling niet voldoende onderbouwd. Auteursrechtelijk beschermde trekken niet voldoende onderbouwd

 

IEPT20100421, Rb Arnhem, Doun-Doun
Doun-Doun is soortnaam voor Afrikaanse trommel: De [XX], ook bekend als [XXX], is volgens de door [gedaagde] overgelegde pagina van Wikipedia de algemene naam voor een categorie Afrikaanse basttrommels, die samen met de djembé vorm kregen in West-Afrika. Het zijn trommels, gemaakt van een uitgehold rond stuk hout, waarbij aan beide zijden een koeienvel is gespannen. Het kan zijn dat niet iedereen bekend is met dit instrument en deze aanduiding, maar dat zal, zoals [gedaagde] onvoldoende weersproken heeft aangevoerd, wel het geval zijn bij percussionisten en andere liefhebbers.

 

IEPT20100420, Hof Den Bosch, Stabilo v Beifa

Merkinbreuk voldoende aannemelijk: dat alle dominante eigenschappen van haar merken alsmede de proporties door Beifa zijn overgenomen. Spoedeisend belang: voldoende aannemelijk gemaakt dat een reële dreiging bestaat dat Beifa (ook) in Nederland de Beifa-highlighters zal verhandelen en aldus inbreuk zal maken op de merkenrechten van Stabilo c.q. onrechtmatig jegens Stabilo zal handelen.

 

IEPT20100419, Rb Zwolle, QCS v Ewepo
EW Relaxin inbreuk op Relaxin: ongerechtvaardigd voordeel trekken uit reputatie. Geen slaafse nabootsing producten. Onvoldoende aannemelijk dat schoonmaakmiddelen zijn nagebootst. Slaafse nabootsing productnamen: Gezien de omstandigheid dat Ewepo tevens dealer is van de producten van QCS en zij haar (vervangende) huismerkproducten levert aan eindgebruikers die zij voorheen voorzag van QCS-producten zullen gelijkenissen in de namen van deze producten relatief snel voor verwarring kunnen zorgen met betrekking tot de herkomst of oorsprong van de huismerkproducten.

 

IEPT20100414, Rb Den Haag, Present Sieraden
Beeldmerk switchClick gering onderscheidend vermogen. Geen verwarringsgevaar SwitchClick en Switch & Click. Present ring oorspronkelijk werk: De keuzes die de maker bij het ontwerp van de Present ring heeft gemaakt, met name het ronde schijfje met groef dwars op de aanzet van het kliksysteem en het overigens gladde oppervlak zonder ornamentering, zijn binnen de mogelijkheden voor het vormgeven van een ring met bedelkliksysteem voldoende talrijk om te voldoen aan het vereiste van een persoonlijk stempel van de maker. Inbreuk aangenomen

 

IEPT201000414, Rb Den Haag, Kortjacht v Dulon en Lalizas
Geen contractsovername distributieovereenkomst: Naar voorlopig oordeel is een enkel stilzitten na mededeling van contractsovername onvoldoende om de overname geldig te doen zijn. Leveringsplicht. Geen merkdepot te kwader trouw.

 

IEPT20100414, Rb Amsterdam, Cruijff v Tirion c.s
Portretrecht geen absoluut recht: vrijheid van meningsuiting prevaleert. Geen redelijk belang Cruijff: gelet op het feit dat de foto' s in het kader van de vrije nieuwsgaring zijn gemaakt op momenten dat Cruijff als voetballer in de openbaarheid trad en Tirion Cruijff voorafgaand aan de publicatie een vergoeding heeft aangeboden, komt de rechtbank tot het oordeel dat de verzilverbare populariteit van Cruijff in het onderhavige geval het recht op vrijheid van meningsuiting niet opzij kan zetten. Merkenrecht: Geen herkomstverwarring. .

 

IEPT20100412, Rb Arnhem, Energy Circle v Essent
Woordcombinatie Energie-APK mist onderscheidend vermogen: De indruk die in dit geval met de combinatie Energie-APK wordt gewekt is dat het gaat om een (algemene periodieke) keuring op het gebied van energieverbruik, waarmee aan de combinatie geen onverwachte of ongebruikelijke wending wordt gegeven. Het woord Energie-APK is, voorlopig geoordeeld, als geheel ook beschrijvend voor de dienst waarvoor het gebruikt wordt en heeft als geheel ook geen onderscheidend vermogen. Geen overeenstemming beeldmerken.

 

IEPT20100408, Rb Den Haag, Coty v FM Group

Gebruik vergelijkingslijsten “smell alikes” en niet-effectieve handhaving door FM Group: Samengevat betekent dit dat Coty binnen de grenzen van de bewijsmogelijkheden van het kort geding voldoende aannemelijk, heeft gemaakt dat FM Group zelf de vergelijkingslijst verspreid en dat FM Group een door haar opgelegd verbod tot verspreiding onder haar distributeurs niet handhaaft op een wijze die effectief is. Nieuwe feiten t.o.v. eerste kort geding

 

IEPT20100407, Rb Amsterdam, EADS & Airbus v Stichting

Gerechtvaardigd gebruik EADS in de zin van art. 2.20(1)(b) BVIE: Er is een geldige reden voor de stichting om een teken te gebruiken dat aan haar publiek duidelijk maakt wat haar doel is. Geen ongerechtvaardigd voordeel Stichting – geen concurrentievoordeel. Handelsnaam of statutaire naam geen gebruik als merk in de zin van art. 2.20(1)(c) BVIE. Gebruik “Compensation” in naam stichting doet geen afbreuk aan goodwill EADS. Handelsnaamrecht: Stichting voert geen onderneming – geen oogmerk van commercieel voordeel.

 

IEPT20100331, Rb Den Haag, van der Deijl v Schreurs 
Vampire geen soortnaam: Schreurs gebruikt de Vampire! merken als aan-duiding voor een specifieke variëteit van de algemene soort roos

 

IEPT20100330, Hof Den Haag, Polo c.s.
Schijn van bekrachtiging van overeenkomst gewekt: Inbreukpleger: Gelet hierop acht het hof voormelde facturen aan en van [appellanten 3 t/m 5] en de omstandigheid dat de namaak Nike-shirts waren opgeslagen bij en verkocht vanuit een nevenvestiging van [appellanten 3 t/m 5] voldoende om aan te nemen dat de inbreukmakende handelingen zijn gepleegd door [appellanten 3 t/m 5].

 

IEPT20100330, Hof Den Haag, ER.BA v Melvin
Verwarringsvaar Rox en Roxstar voor identieke waren, geen verwarringsgevaar voor soortgelijke waren. Onderscheidend vermogen niet beschrijvend merk:Een merk dat in geen enkel opzicht beschrijvend is voor de betrokken waar heeft daarmee nog geen groot, maar slechts een normaal onderscheidend vermogen. Niet gebruik nog niet vervallen merk relevante factor voor bekendheid merk. Impliciet verzoek opposant tot inschrijving voor hooguit een deel van de waren of diensten.

 

IEPT20100330, Hof Den Haag, Kwik Lok v Schutte
Geen octrooi-inbreuk: naar het oordeel van het hof is een beduidend grotere hoek van gemiddeld 32° niet een equivalent element. Kwik Lik beschrijvend woordmerk: bewijs van inburgering? Vormmerknietig: vormmerk bestaat naar het oordeel van het hof uitsluitend uit de vorm die noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen nu de wezenlijke kenmerken beantwoorden aan een technische functie, en is het merk door de rechtbank terecht nietig verklaard.

 

IEPT20100325, HvJEU, BergSpechte v Trekking at Reisen
Gebruik trefwoord in zoekmachineadvertentiedienst: Merkhouder gerechtig te verbieden wanneer die reclame het voor de gemiddelde internetgebruiker onmogelijk of moeilijk maakt om te weten of de waren of diensten waarop de advertentie betrekking heeft afkomstig zijn van de merkhouder of een economisch met hem verbonden onderneming, dan wel, integendeel, van een derde.

 

IEPT20100325, GEU, Nestle v BHIM
Vanwege overeenstemming is verwarringsgevaar ten onrechte niet onderzocht: Aangezien er op visueel en begripsmatig vlak sprake was van overeenstemming, ook al was die zwak, had de kamer van beroep moeten overgaan tot de beoordeling van het gevaar voor verwarring van de conflicterende merken. Mate van onderscheidend vermogen relevant voor verwarringsgevaar niet voor overeenstemming. Zwakke visuele en begripsmatige overeenstemming. Element (rode mok op bedje van koffiegranen) niet verwaarloosbaar voor opgeroepen totaalindruk

 

IEPT20100323, Hof Den Bosch, Bolle Jan
Geen verwarringsgevaar merken- en handelsnamen aangenomen: beoordeeld zal moeten worden of de gemiddelde café-bezoeker - kort gezegd – Café Bolle Jan zal verwarren met Après Skihut Bolle Jan, maar het feit dat het bezoekend publiek in dit geval zeer verschillend is kán één van de bij de toets of sprake is van verwarringsgevaar te betrekken omstandigheden zijn.

 

IEPT20100323, HvJEU, Google Adwords

Inbreukmakend gebruik trefwoord door Adwords-adverteerder: Gebruik merk als trefwoord door inbreukmakend wanneer de reclame het moeilijk maakt om herkomst waren of diensten te bepalen. Geen gebruik merk door zoekmachineadvertentiedienst. Zoekmachineadvertentiedienst niet aansprakelijk bij passieve rol: wanneer die dienstverlener geen actieve rol heeft gehad waardoor hij kennis heeft van of controle heeft over de opgeslagen gegevens.

 

IEPT20100318, Rb Amsterdam, Lava v Volcano
Inbreuk beeld- en woordmerk Lava. Geen begripsmatige overeenstemming Lava en Volcano: Voorop staat dat 'lava' en 'volcano' (het engelse woord voor vulkaan) niet dezelfde betekenis hebben. De enkele omstandigheid dat er een relatie bestaat tussen lava en een (actieve) vulkaan, is onvoldoende om begripsmatige overeenstemming aan te nemen

 

IEPT20100317, Rb Middelburg, Microsoft

Geen toestemming tot verveelvoudigen van software en gebruik Certificate of Auhenticity. Toerekenbare inbreuk: onderzoeksplicht. Van een handelaar in computers mag worden verwacht dat hij zich ervan bewust is dat op de software waarmee hij werkt auteurs- en merkrecht rust. Schade begroot op € 60.000

 

IEPT20100317, GEU, Maurer v BHIM

Ontvankelijkheid: Geen nieuw element - al verwoord bij oppositieakte door aankruisen vak 95. Bij door Bureau niet beoordeeld argument is enkel vernietiging besluit mogelijk; geen mogelijkheid tot verwerping beroep met eigen motivering Gerecht

 

IEPT20100305, Rb Den Haag, Yell v YPM
Yellow Pages geen soortnaam - Inbreuk aangenomen: totaalbeeld. Bevoegdheid ondanks nietigheidsverweer buitenlands merkenrecht: dat de krachtens artikel 2 EEX-Verordening bevoegde Nederlandse voorzieningenrechter, volgens bestendige jurisprudentie van de voorzieningenrechters van deze rechtbank, niettegenstaande artikel 22 lid 4 EEX-Verordening, ook naar vreemd recht, een voorlopig oordeel kan geven in de vorm van een inschatting van de kansen van een geldigheidsverweer ter zake van een naar vreemd recht bestaand intellectueel eigendomsrecht

 

IEPT20100304, Rb Alkmaar, Ultimate Nutrition v D&S
Uitputting merkenrecht aannemelijk: D&S heeft dit betwist en heeft aangevoerd dat zij de producten enkel via Nutrition Tech, de Oostenrijkse verdeler van de producten van Ultimate, en dus legaal heeft ingekocht. Gelet op dit gemotiveerde verweer van D&S ligt het op de weg van Ultimate om de juistheid van haar standpunt aannemelijk te maken. Nu zij enkel een verklaring van haar directeur heeft overgelegd die bovendien wordt betwist, is zij daar niet in geslaagd. Geen spoedeisend belang: Ultimate heeft niet betwist dat D&S zich niet langer van meergenoemde websites bedient.

 

IEPT20100304, GEU, Weldebräu v BHIM
Geen verwarringsgevaar vormmerken flessen: Gelet op het feit dat er belangrijke verschillen tussen de conflicterende tekens bestaan en verzoekster niet heeft aangetoond in welk opzicht het oudere merk een groot onderscheidend vermogen heeft, wettigt het loutere feit dat de twee flessen een spiraalvormige hals hebben, niet de conclusie dat er gevaar voor verwarring van de conflicterende merken bestaat, ook al zijn de betrokken waren dezelfde.

 

IEPT20100303, Rb Amsterdam, NIvRA v SWA
Geen overeenstemming NIVRA/NOVAA – OvRAN: Zo dit een begripsmatige overeenstemming met zich brengt, kan dit - gelet op het ontbreken van visuele en auditieve overeenstemming en het beschrijvende karakter van de woorden - niet leiden tot het oordeel dat sprake is van een voldoende mate van overeenstemming. Geen overeenstemming RA, RFA en AA – RMA en IAA. Dwangsommen verbeurd: op de nieuw in gebruik genomen website is nog veelvuldig de handelsnaam NOvRA is te vinden

 

IEPT20100303, Rb Den Haag, Bodum v Ten Berg’s Handelsmaatschappij
Nieuw feit: inbreukmakend gebruik Bodum als metatag: Naar voorlopig oordeel is het gewraakte gebruik van het teken BODUM strijdig met artikel 2.20 lid 1 sub d BVIE omdat Ten Berg ongerechtvaardigd voordeel trekt uit het onderscheidend vermogen en de reputatie van het merk van Bodum.

 

IEPT20100225, HvJEU, Lancome v BHIM – Color Edition

“Color Edition” gangbare associatie van woorden: dat de associatie van de woorden „color” en „edition” geen ongebruikelijke, maar een gangbare structuur vertoonde gelet op de lexicale regels van de Engelse taal en dat het aangevraagde merk bij het doelpubliek dus geen indruk wekte die voldoende ver verwijderd was van de indruk die ontstond door de nevenschikking zonder meer van woordelementen waaruit het merk bestond zodat de betekenis of de draagwijdte ervan werd gewijzigd. Advocatenkantoor kan nietigheid op absolute gronden vorderen

 

IEPT20100224, Rb Den Haag, Emergo.
Inbreuk niet betwist. Toewijzing nevenvorderingen rechtbank Den Haag: bevel alle informatie te verstrekken over hetgeen [X] bekend is omtrent de herkomst en de distributiekanalen van de kleding, alsmede de genoten netto winst.

 

IEPT20100223, Hof Den Haag, Flower Remedies v Healing Herbs
Inburgering ten tijde van instellen nietigheidsactie: Het hof is van oordeel dat Flower Remedies dient te bewijzen dat haar merken zijn ingeburgerd op het moment dat de nietigheid werd gevorderd en dat dit nog steeds het geval is op het moment dat het arrest wordt gewezen. Het hof gaat er van uit dat de woordmerken niet waren ingeburgerd in november 2001.

 

IEPT20100223, Hof Amsterdam, Solvay v Novartis.
Geen verwarringsgevaar Fluvirin en Fluralin: Hoewel sprake is van een zekere gelijkenis tus-sen de twee merken/tekens, FLURALIN door de afwijkende vierde tot en met zesde letters (RAL in plaats van VIR) in de gegeven omstandigheden voldoende afstand houdt van het merk FLUVIRIN van Novartis en van een overeenstemming die tot een relevant gevaar voor verwarring leidt geen sprake is. Relevant publiek bij niet vrij verkrijgbaar medicijn bestaat met name uit artsen, verplegers en apothekers

 

IEPT20100224, Rb Den Haag, Tangent radio’s
Ex parte verbod merkinbreuk

 

IEPT20100219, HR, Winters v Red Bull

Prejudiciële vragen over  merkgebruik en “afvullen”: Moet het loutere 'afvullen' van verpakkingen die zijn voorzien van een teken (zoals hiervoor bedoeld onder 3.1 (iv)) worden aangemerkt als gebruik van dat teken in het economisch verkeer in de zin van art. 5 van de Merkenrichtlijn, óók indien dit afvullen geschiedt als dienstverlening voor en in opdracht van een ander ter onderscheiding van de waren van die opdrachtgever?

 

IEPT20100216, Hof Den Haag, Oost-Europa Zending v Osteuropa Mission Onrechtmatig gebruik adressenbestand: Het hof is van oordeel dat OEM (Schweiz) voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het adressenbestand haar toebehoort. Dreiging merkinbreuk

 

IEPT20100210, GEU, O2 v BHIM - Homezone

Onderscheidend vermogen en beschrijvend karakter merk: Ten onrechte enkel analyse beschrijvend karakter in de zin van artikel 7(1)(c) GMeV en geen onderzoek naar onderscheidend vermogen in de zin van artikel 7(1)(b) GMeV

 

IEPT20100209, Hof Amsterdam, Waterwijs

Geen depot te kwader trouw: dat het teken JOIN THE PIPE in juni 2008 is gebruikt in het kader van de voorgenomen internationale activiteiten van Waterwijs c.s. Anders dan [A] c.s. kennelijk menen, is het enkele feit dat het [B] is geweest die de aanduiding JOIN THE PIPE heeft aangedragen op zichzelf niet voldoende om het depot daarvan als merk door Het Oplaadpunt als depot te kwader trouw te beschouwen. Gebonden aan concurrentiebeding

 

IEPT20100205, Rb Den Haag, Zodiac
Toewijzing ex parte verbod en bewijsbeslag: Het verbod zal worden verleend naast na te noemen conservatoir beslag tot afgifte c.q. levering en conservatoir derdenbeslag, nu verzoeksters aannemelijk hebben gemaakt dat gerekwestreerde de verhandeling kan voortzetten door nieuwe inkoop en aanvoer van inbreukmakende producten.

 

IEPT20100205, Rb Utrecht, Vereniging O en A v Agiel
Mogelijk depot te kwader trouw:  niet uitgesloten dat de rechtbank in een bodemprocedure het door de Vereniging "O en A" gedeponeerde woordmerk nietig zal verklaren omdat het mogelijk de bedoeling was dat ook indien de Vereniging "O en A" niet meer betrokken zou zijn bij (de totstand-koming van) het "Tijdschrift voor Orthopedagogiek" het exclusieve recht om onder de titel "Tijdschrift voor Orthopedagogiek" een tijd-schrift te exploiteren zou toekomen aan de Stuurgroep en Agiel als rechtsopvolgster van de Stuurgroep kan worden aangemerkt.

 

IEPT20100205, HR, Kraft v Mars
Beroep in cassatie verworpen: De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

 

IEPT20100202, Hof Amsterdam, Red Bull v Bulldog
Ongerechtvaardigd voordeel. Voldoende overeenstemming voor leggen verband: aannemelijk dat het in aanmerking komende publiek, geconfronteerd met die overeenstemming,[…] een verband tussen merk en teken zal leggen, ook al worden beide niet met elkaar verward. Ongerechtvaardigd voordeel. Tot de hierbij meegewogen omstandigheden behoren de (in confesso: grote) bekendheid van het merk "Red Bull" voor energy drinks, het identieke woord c.q. bestanddeel "Bull" in merk en teken zoals hierboven besproken, alsmede het feit dat het om identieke waren (energy drinks) gaat. Geen geldige reden.

 

IEPT20100126, Rb Arnhem, WÉDÉFLEX v AABO TRADING

Rechtsinstandhoudend gebruik D4: Het woordmerk D4 komt in zijn geheel, dus ongewijzigd, in diverse productnamen van Wédéflex voor. Daarom maakt het niet uit dat die productnamen uit meer elementen bestaan dan alleen het woordmerk D4. D4 geen aanduiding hoedanigheid. Inbreuk op bekend merk D4

 

IEPT20100126, Hof Den Haag, EnBW v Bureau
"The Power Pioneers” mist onderscheidend vermogen: De combinatie verschilt niet merkbaar van de som van de bestanddelen THE, POWER en PIONEERS. Er is geen sprake van een taalkundige vondst of een ongebruikelijke wending. [...] ook geen onderscheidend vermogen bezit omdat het door het relevante publiek zal worden opgevat als een algemene aanprijzing of verkoopbevorderende slogan en niet als merk, dus niet ter onderscheiding van waren en diensten van een bepaalde onderneming van soortgelijke waren en diensten van andere ondernemingen.

 

IEPT20100126, Hof Den Haag, IKEA v Multimate

Inbreuk Multimate-merken:  Gelet op de mate van overeenstemming, de bekendheid van de merken van IKEA, de (soort)gelijkheid van (een deel van) de waren en diensten waarvoor het merk is ingeschreven en waarvoor de tekens door Serboucom worden gebruikt en de omstandigheid dat partijen zelfs deels dezelfde waren en diensten aanbieden, is het hof van oordeel dat de door Serboucom gebruikte logo’s zodanig met de merken A en/of B van IKEA overeenstemmen dat door het gebruik van die tekens bij het in aanmerking komende publiek directe of indirecte verwarring kan ontstaan. Ikea-logo een bekend merk. Geen verval logo-sec omdat gebruik van Ikea-logo tevens geldt als gebruik van logo-sec

 

IEPT20100125, Rb Arnhem, Connect v Connection

Merkinbreuk: Gelet op de grote mate van visuele en begripsmatige overeenstemming tussen het woordmerk Connect en het teken Connection Uitzendbureau, het feit dat de aangeboden diensten identiek zijn, alsmede de aanwezigheid van in elk geval enige onderscheidingskracht van het woordmerk Connect, is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat bij het in aanmerking komende publiek, in dit geval de werkzoekenden en de opdrachtgevers, verwarring kan ontstaan. Inbreukmakend gebruik domeinnamen als handelsnaam

 

IEPT20100121, HvJEU, Audi v BHIM

Reclameboodschap kan tevens merk zijn. Onderscheidend vermogen reclameboodschap: Dit kan in het bijzonder het geval zijn wanneer deze merken niet een gewone reclameboodschap zijn, maar in zekere mate origineel of pregnant zijn, een zekere uitleggingsinspanning vragen of bij het relevante publiek een denkproces in gang zetten.

 

IEPT20100120, Rb Amsterdam, Porsche v G-Star

Neutralisering auditieve overeenstemming door begripsmatige verschillen: Zoals hiervoor is overwogen, betekent 'CAYMAN' 'kaaiman' en zal het relevante publiek dit ook onmiddellijk begrijpen. Het begripsmatige verschil tussen beide merken weegt in het onderhavige geval zwaar, nu de merken visueel en auditief gezien slechts beperkt overeenstemmen. Daarbij komt dat het merk KEYMAN weliswaar geen vastomlijnde betekenis heeft in de Engelse taal, maar het in aanmerking komende publiek zal daarin wel de afzonderlijke woorden 'sleutel' en 'man' herkennen en dit opvatten als 'sleutelman' of 'sleutelfiguur'.

 

IEPT20100120, Rb Den Haag, Cybergun v KLM
Vervaardigingsfictie in Anti-Piraterijverordening? Aanhouding vrijgave in afwachting beantwoording prejudiciële vragen over vervaardigingsfictie Anti-Piraterijverordening

 

IEPT20100120, GEU, Nokia – Life Blog
Overeenstemmende tekens LIFE en LIFE BLOG: dat bij een globale beoordeling de betrokken merken overeenstemmen. Deze beoordeling moet worden bevestigd. dat de mate van overeenstemming van de betrokken merken en de gelijkheid of de mate van soortgelijkheid van de erdoor aangeduide waren en diensten tezamen genomen hoog genoeg zijn.

 

IEPT20100119, Rb Den Haag, TNT v Logispring
Volledige proceskosten bij vordering tot vervallenverklaring: artikel l0l9h Rv van toepassing op bodemprocedure, waarin door LMSC een vordering tot vervallen verklaring van de merken van TNT is ingesteld. Deze vordering is immers ingesteld in reactie op de handhaving onder meer door het versturen van een sommatiebrief door TNT van haar merkrechten. Bij afstand van instantie is de eiser als in het ongelijk gestelde partij te beschouwen. Matiging proceskosten wegens eerder kort geding

 

IEPT20100119, Hof Amsterdam, Kruidvat v C&A
Geen inbreuk te kwader trouw Baby Club: Omdat het begrip "BABY CLUB" als aanduiding voor een collectie babykleding tot op zeker hoogte wel een beschrijvend karakter heeft, is de beschermingsomvang echter beperkt en kon Kruidvat in redelijkheid menen dat zij door de toevoeging van haar handelsnaam "Kruidvat" voldoende afstand van het (woord)merk van C&A hield en dat van inbreuk in de zin van artikel 13 BMW derhalve geen sprake was.

 

IEPT20100113, Rb Den Bosch, Loods 5
Oudere handelsnaam Loods 5 geldige reden: In dat geval is er immers sprake van een oudere handelsnaam waarvoor het jongere merkrecht van Loods 5 c.s. moet wijken. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [V] c.s. vanaf 1997 zowel onder de naam Loods 5 Ontwerpers als onder de naam Loods 5 naar buiten zijn getreden.

 

IEPT20100112, Hof Den Bosch, Revillon Chocolatier v Trianon Chocolatiers

Vorm bepaalt niet de wezenlijke waarde van chocolade: Het hof is van oordeel dat Trianon deze stelling onvoldoende heeft onderbouwd. In het algemeen geldt dat een mogelijk aantrekkelijke vorm van chocolade geen werkelijke invloed heeft op de intrinsieke waarde ervan. De wezenlijke waarde van chocolade is gelegen is de smaak en de substantie. Trianon heeft niet aangetoond dat dat in dit geval anders is. Inbreuk: Gelijk teken voor dezelfde waren.