2019 2e half jaar merkenrecht

Print this page

IEPT20191220, Rb Amsterdam, Airwair v Primark

Beschermingsomvang vormmerken Dr. Martensschoenen van Airwair - indien geldig - gering: vormen wijken niet significant af van de norm of de gebruiken in de relevante markt. Primark maakt geen op inbreuk deze merken: meest in het oog springende elementen van de Dr. Martensschoenen maken geen deel uit van de merken en overigens ook niet van de schoenen van Primark, door andere uitstraling, significant prijsverschil en plaats van aanbieden is onvoldoende aannemelijk dat publiek zal menen dat schoenen van dezelfde of economisch verbonden onderneming afkomstig zijn. Dr. Martensschoenen 1460 en Jadon auteursrechtelijk beschermd: eigen combinatie van in het oog springende elementen. Schoenen Primark maken hierop geen inbreuk: meest in het oog springende elementen ontbreken of verschillen in belangrijke mate.

 

IEPT20191213, Rb Den Haag, Hypertherm v EU Trade Fair

Gedaagde bij verstek bevolen verhandelen plasmasnijders met het teken POWERMAX of POWERMAXCOMBO te staken: het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor.

 

IEPT20191212, HvJEU, Der Grüne Punkt v EUIPO

Het Gerecht heeft op onjuiste wijze onderzocht of  een collectief Uniemerk dat voor een dertigtal klassen is ingeschreven teneinde de consument in staat te stellen verpakkingen en waren die deel uitmaken van een specifiek recyclingsysteem te onderscheiden van andere verpakkingen en waren: de wezenlijke functie van een collectief Uniemerk bestaat erin de waren of diensten van de leden van de vereniging die merkhouder is, te onderscheiden van die van andere ondernemingen, een collectief Uniemerk is net als een individueel merk normaal gebruikt wanneer het overeenkomstig zijn wezenlijke functie is gebruikt teneinde een afzet te vinden of behouden voor de waren en diensten waarvoor het is ingeschreven, om te bepalen of hier sprake van is moet in het bijzonder rekening worden gehouden met de gebruiken die in de betrokken economische sector gerechtvaardigd worden geacht om een marktaandeel te behouden of te verkrijgen, de aard van die waren of diensten, de kenmerken van de markt en de omvang en de frequentie van het gebruik, het Gerecht had moeten onderzoeken of het aanbrengen van het betrokken merk op de verpakking van de waren van de ondernemingen die bij het  recyclingsysteem zijn aangesloten, in de betrokken economische sectoren gerechtvaardigd wordt geacht om voor waren een marktaandeel te behouden of te verkrijgen, bij bepaalde warencategorieën kan niet worden uitgesloten dat de aanduiding op de verpakking dat de fabrikant of distributeur  is aangesloten bij een systeem voor de lokale inzameling en ecologische verwerking van verpakkingsafval, invloed kan hebben op de aankoopbeslissingen van de consument en dus kan bijdragen aan het behoud of de verkrijging van een marktaandeel voor deze waren.

 

IEPT20191211, Rb Den Haag, Graco

Gedaagde heeft inbreuk gemaakt op merken Graco bij het aanbieden en verkopen van verfspuitproducten: ULTRA-teken maakt inbreuk op identiek ULTRA-merk ex artikel 2.20 lid 2 sub a BVIE, G-teken stemt verwarringwekkend overeen met het G-merk ex artikel 9 lid 2 sub b UMVo, G-teken maakt onbestreden inbreuk op Graco-beeldmerk ex artikel 2.20 lid 2 sub c BVIE, CR⋀CO-teken stemt verwarringwekkend overeen met GRACO-woordmerk  ex artikel 2.20 lid 2 sub b BVIE.

 

IEPT20191204, BenGH, BXT v GiGi IP

Zekere mate van visuele overeenstemming tussen merk GIGI en teken DIDI: repeterende lettergrepen, waarbij klinker steeds dezelfde is. Aanmerkelijke mate van auditieve overeenstemming: ten minste groot deel van publiek zal woordmerk GIGI als “dzjie-dzjie” uitspreken, klein deel als “zjie-zjie” en zeer klein deel als “gie-gie”. Hoge mate van soortgelijkheid tussen de waren: “electric vehicles” identiek aan “opvouwbare elektrische scooters”, “automobiles; motorcycles; bicycles; remote control verhicles, other than toys” hebben zelfde aard en functie (vervoer) als "opvouwbare elektrische scooters" en zijn daardoor concurrerende en complementaire waren. Direct en indirect verwarringsgevaar: dat medeklinker verschilt doet niet af aan overeenstemming, connotatie met een voornaam draagt verder bij aan overeenstemmende totaalindruk.

 

IEPT20191113, Rb Rotterdam, TravelTrex v RLH

TravelTrex in beginsel belanghebbende (artikel 2.27(1) BVIE (oud), thans artikel 2.28(1) BVIE): wenst gebruik van merk SNOWTREX uit te breiden naar Benelux. TravelTrex handelt echter onbehoorlijk door verval Beneluxmerken SnowTrex in te roepen: bij verkoop TravelTrex B.V. incl. Benelux SnowTrex-merken aan RLH afspraken gemaakt over co-existentie. Reconventie: Wintrex-website gericht op publiek in Benelux: website zowel in Nederlandse als Franse taal opgesteld. Woord/beeldmerk SNOWTREX  van TravelTrex maakt inbreuk “sub a” (artikel 2.20(1) BVIE, thans artikel 2.20(2) BVIE) op woordmerk SNOWTREX van RLH: Rb acht merken gelijk nu verschil gevormd door beeldelement consument zal ontgaan, gebruik in economische verkeer, nu onder merk wintersportvakanties van TravelTrex worden aangeboden. RLH heeft recht verwerkt om zich op haar merken te beroepen jegens merken en tekens WINTERTREX van TravelTrex: verweer dat TravelTrex al sinds 2009 houder is van internationale merk WINTERTREX en RLH sinds 2009 van gebruik op de hoogte was en ermee akkoord is gegaan onweersproken gelaten.

 

IEPT20191112, Hof Amsterdam, Otazu

Niet gebleken van kwade trouw bij merkregistraties: partijen zijn het erover eens dat hun afspraken mede zo moeten worden gelezen dat de koper RO3 die alsnog zou deponeren, aan de omstandigheid dat niet RO3 zelf maar een gelieerde vennootschap die depots heeft verricht komt geen betekenis toe voor de vraag of sprake is van kwade trouw, depot doet geen afbreuk aan het recht van [X] om die naam in privé en in het openbaar te voeren om zijn persoon aan te duiden. Terecht geoordeeld dat [X] in dienst was bij RO3 zodat ingevolge artikel 7 Aw de auteursrechten op de toen door hem ontworpen sieraden, accessoires en tassen bij RO3 berusten: de tussen partijen gesloten overeenkomst is – mede - een arbeidsovereenkomst nu sprake van het verrichten van betaalde werkzaamheden en van een gezagsverhouding. Wel inbreuk op auteursrecht van [X] door gebruik van zijn foto’s: arbeidsovereenkomst zag niet op het maken van deze foto’s. Geen auteursrecht op logo: triviale schrijfwijze - gebruikelijk lettertype met enigszins uitgerekte letters -  van het woord […]. Geen slaafse nabootsing door gebruikt van sieraden die qua stijl overeenkomen met de ontwerpen van [X]: stijl niet beschermd. [X] mag het teken […] niet gebruiken voor zijn sieradenlijn: meest onderscheidende element van het teken  is gelijk aan het merk en het teken wordt gevoerd voor dezelfde waren, dat [X] het teken als zijn persoonsnaam beschouwt doet hier niet aan af. Afgebeelde logo maakt geen inbreuk: weliswaar vallen daarin bij zorgvuldige analyse de letters A, O, T, U en Z te ontwaren, maar die springen niet in het oog.

 

 IEPT20191112, BenGH, Alliance v SinoVita

Geringe soortgelijkheid tussen (1) eieren en vlees, evenzo (2) melkproducten, kaas, etc. en vlees: hebben dezelfde aard (voedingswaren), dezelfde herkomst (dieren), zijn bestemd voor menselijke consumptie, richten zich tot dezelfde consumenten en kunnen zelfde producenten hebben. Geen soortgelijkheid tussen (a) waren eetbare vetten en oliën en (b) vlees: hebben niet noodzakelijkerwijs dezelfde herkomst, die bij eetbare vetten en oliën plantaardig kan zijn, worden doorgaans niet via dezelfde afzetkanalen aangeboden en hebben niet dezelfde producenten. Verwarringsgevaar tussen ALLIANCE en ALLIANCE voor de soortgelijke waren: relevante publiek kan geloven dat waren van dezelfde onderneming of economisch verbonden ondernemingen afkomstig zijn

 

IEPT20191101, Rb Gelderland, KNPV

Gedaagde stemt in met merkenrechtelijke vorderingen. Negatieve uitingen gedaagde over KNPV niet onrechtmatig: beschuldigingen tot op zekere hoogte gesubstantieerd, juistheid uitlatingen niet in KG vast te stellen, toonzetting en taalgebruik niet onrechtmatig. 1019h Rv proceskosten van € 3.000 i.p.v. € 6.000 voor eenvoudig kort geding toegewezen: gelet op dat gedaagde KNPV-merk wilde prijsgeven had kort geding wellicht voorkomen kunnen worden.

 

IEPT20191101, Rb Rotterdam, Drugspakketjes

Inbreuk op handelsnaam- en merkenrecht bij handel in harddrugs via post: handelsnamen en merken gebruikt als afzender.

 

IEPT20191101, Rb Midden-Nederland, Antropia

Gedaagde sub 2 maakt geen inbreuk op merk ABEL’S DELI door het weer te geven op zijn portfoliosite: melding van in het verleden ontwikkelde projecten geen gebruik als merk. Op auteursrecht gestoelde vorderingen over en weer afgewezen: logo’s bestaande uit de woorden Abel’s Kitchen en Abel’s Deli tussen twee horizontale lijnen, uitgevoerd in een al bestaand lettertype en ontleend aan een al bestaand logo niet auteursrechtelijk beschermd, ook vormgeving maaltijdpotten komt niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking.

 

IEPT20191029, Rb Oost-Brabant, ASPB v BIBI

Gedaagden zijn geen lid van de Algemene Schoorsteenvegers Patroonbond: lidmaatschap komen te vervallen bij ontbinding Denito B.V., dat gedaagden gebruik handelsnaam Denito hebben voortgezet betekent niet dat zij daarmee ook de rechten konden uitoefenen waarover Denito B.V. beschikte. Door op hun website ten onrechte lidmaatschap te claimen maken gedaagden zich schuldig aan merkinbreuk, misleidende reclame en onrechtmatig handelen.

 

IEPT20191029, Rb Gelderland, KWD Sport v Footasylum

KWD-logo (“Kings Will Dream”) van Footasylum maakt inbreuk ex artikel 2.20(2)(b) BVIE op woordmerk KWD. Vrijetijdskleding en sportkleding geen gelijke waren, maar wel soortgelijke waren: kleding die zowel in vrije tijd als tijdens sporten kan worden gedragen. Woordmerk KWD en teken KWD in blokletters identiek. Woordmerk KWD en KWD-logo met kroontje en gestileerde letters visueel en auditief overeenstemmend (niet op Engelse wijze uitgesproken in Benelux). Verwarringsgevaar.

 

IEPT20191023, Rb Den Haag, Tommy Hilfiger v Premium

Premium heeft inbreuk gemaakt op merkenrecht Tommy Hilfiger: voor de Amerikaanse markt bestemde Tommy Hilfiger kleding zonder toestemming aangeboden en geleverd in de Unie/Benelux, dat Premium “Ex works” levert - hetgeen betekent dat de koper aansprakelijk is voor het transport - doet niet af aan aansprakelijkheid voor merkinbreuk.

 

 IEPT20191018, BenGH, Sportsdirect v Nethys

Geen (in)direct verwarringsgevaar: overeenstemming slechts gelegen in niet onderscheidende elementen die totaalbeeld slechts in (zeer) geringe mate bepalen, overige elementen zodanig verschillend dat soortgelijke diensten daar niet aan af doen. Totaalbeeld aangevraagde VOO SPORT WORLD beeldmerk vooral bepaald door fuchsiagekleurde woord “VOO” en in enige mate door blauwe rechthoek waarin “WORLD” zich bevindt. Totaalbeeld oudere merk SPORTS WORLD INTERNATIONAL vooral door prominent aanwezige voetbal en kleuren fel rood en fel blauw bepaald. Zeer geringe visuele overeenstemming: meest bepalende elementen van het teken en het oudere merk, het fuchsia omlijste woord VOO respectievelijk de voetbal zijn afwijkend en de mede bepalende kleuren wijken af. Geringe auditieve overeenstemming: twee woordelementen zijn gelijk, maar meest bepalende woord VOO komt niet voor in oudere merk. Zeer geringe begripsmatige overeenstemming: woord WORLD zo algemeen gangbaar begrip dat dit niet voor begripsmatige overeenstemming zorgt, woorden SPORT/SPORT(S) WORLD en WORLD beschrijvend en bepalen totaalbeeld teken en oudere merk in (zeer) geringe mate. Diensten (commerciële dienstverlening, marketing, reclame en administratie) oudere merk en aangevraagde merk in klasse 35 deels (soort)gelijk. Recht op beroep bij BenGH niet verbeurd door niet onderbouwen van bezwaren in oppositie.

 

 IEPT20191018, BenGH, Bimbo

BenGH bekrachtigt beslissing BBIE om de inschrijving van het woordmerk THINS voor o.a. crackers te weigeren: niveau Engels van Benelux-publiek hoog genoeg om te begrijpen dat "thins" beschrijvend is voor hoedanigheid "dun" zowel qua uiterlijk als qua smaak en onderzoek wijst uit dat "thins" een generieke aanduiding is voor diverse voedingswaren die in dunne vorm worden aangeboden.

 

 IEPT20191017, HvJEU, Landwirtschaftskammer Steiermark v EUIPO

Geen gebruik dat overeenstemt met wezenlijke functie individueel merk, wanneer merk op zodanige wijze wordt gebruikt dat geografische oorsprong en kenmerken van de waren van verschillende fabrikanten die aan de oorsprong zijn toe te schrijven worden gewaarborgd, maar de waren niet onder controle van een enkele onderneming die voor de kwaliteit verantwoordelijk is worden vervaardigd. Merk in casu niet normaal gebruikt: merkhouder niet betrokken bij vervaardiging van de waren en verantwoordelijkheid voor kwaliteit waren rust bij verschillende fabrikanten die niet een enkele onderneming vormen, aangezien zij niet op productieniveau economisch met elkaar zijn verbonden.

 

IEPT20191016, Rb Den Haag, Medical Workshop v Sharpsight

Geen oordeel over auteursrechten naam Invitria: geschil over wie de naam heeft bedacht niet geschikt voor dit kort geding. (Sharpsight via) [A] na afloop Licentieovereenkomst recht de naam Invitria voor het product te (doen) gebruiken. [A] is octrooihouder van het product en heeft na afloop van Licentieovereenkomst als enige het recht het product te producen en verhandelen. Medical Workshop komt voor het gebruik van de naam Invitria door Sharpsight geen beroep toe op het door geregistreerde merk Invitria. Als zou worden aangenomen dat Medical Workshop de naam heeft bedacht, dan nog komt het recht op het gebruik van de naam toe aan (Sharpsight via) [A]. Proceskosten gematigd tot € 20.000. Kort geding aan te merken als een normaal tot complex kort geding. Aan Medical Workshop verboden om naam Invitria na 19 september te gebruiken. Ongeacht wie de naam Invitria heeft bedacht, kan Sharpsight (via [A]), wegens het aan haar toekomend recht op gebruik op de naam Invitria en de daarom in beginsel aan haar toekomende aanspraak op merkrechten op de naam Invitria, zich daar naar voorlopig oordeel immers tegen verzetten. Geen spoedeisend belang bij overdracht merk naast het op te leggen verbod.  Overdracht merk betekent mogelijk ook overdracht Good will en kort geding leent zich niet voor het vereiste feiten onderzoek Kern van het geschil tussen partijen is de vraag wie recht heeft op het gebruik van de naam Invitria zodra de Licentieovereenkomst op 19 november 2019 is geëindigd.

 

IEPT20191016, Rb Den Haag, Supreme v Boom Town

Inbreuk- en nevenvorderingen Supreme op grond van gestelde verkoop namaakkleding bij verstek toegewezen: vorderingen komen de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. Proceskosten ex artikel 1019h Rv begroot op € 10.000 in plaats van gevorderd bedrag van ruim € 56.000: zaak aangemerkt als een normaal kort geding ex indicatietarieven met een maximumtarief van € 15.000, slechts ten nadele van twee van de drie gedaagden proceskostenveroordeling uitgesproken nu niet wordt aangenomen dat de wel verschenen gedaagde bij gewraakte handelingen betrokken was.

 

 IEPT20191014 BenGH, Moet Hennessy v Cedric Art

Artistieke vrijheid vormt een geldige reden voor gebruik van een teken  ex. art. 2.20 lid2 sub d BVIE: Wanneer de kunstuiting het originele resultaat is van een creatief vormgevend proces dat niet erop is gericht het merk of de merkhouder schade toe te brengen.

 

IEPT20191009, Rb Den Haag, Rat Pack v Ratpac

Merkaanvrage Rat Pac niet nietig, geen kwade trouw: niet is gebleken dat gedaagde met de merkinschrijving het oogmerk heeft gehad om eiseres het gebruik van het teken Rat Pack te beletten. Duitse handelsnaam Rat Pack komt geen handelsnaambescherming in Nederland toe: handelsnaam geniet geringe bekendheid in Nederland, handelsnaam op DVD’s en in aftiteling film is te onopvallend en wordt niet gebruikt om als identificatie te dienen van de onderneming van eiseres, bovendien is van verwarring niets gebleken.
 

IEPT20191009, Gerecht Aruba, Inversiones

Inbreuk woordmerk [merk] van Inversiones door Arubaanse fitnessonderneming [naam VBA]: geen handelsnaam, zoals [naam VBA] stelt, maar door Inversiones geregistreerd woordmerk; Inversiones geacht eerste gebruiker woordmerk in Aruba te zijn; algemeen bekend merk in ieder geval in Aruba; verwarringsgevaar door gebruik overeenstemmend / gelijk teken voor dezelfde soort waren en diensten door gedaagde en schade Inversiones in Aruba mogelijk.

 

IEPT20190920, Rb Midden-Nederland, SGZE v SGDE

Voldoende aannemelijk dat er sprake is van verwarringsgevaar tussen Benelux woordmerk ‘SGZE’ en teken ‘SGDE’: sterke visuele en auditieve overeenstemming, begripsmatige overeenstemming niet gesteld of gebleken en diensten van partijen in voldoende mate soortgelijk, beide partijen richten zich op markt van zonnepanelen. Verwarringsgevaar tussen handelsnamen ‘SGZE’ en ‘SGDE’ voldoende aannemelijk: gelet op overwegingen m.b.t. merk en teken. Niet voldoende aannemelijk dat ‘Stichting Garantiefonds ZonneEnergie’ handelsnaamrechtelijke bescherming verdiend: geheel beschrijvend zodat beschermingsomvang gering is, beschermen met handelsnaamrecht zou leiden tot monopolie op handelsnaam van vier woorden beginnend met ‘Stichting Garantiefonds’ en eindigend met ‘Energie’.

 

 IEPT20190918, Rb Den Haag, Samsung v EBB

Peilmoment voor beoordeling gestelde kwade trouw bij aanvraag Beneluxmerk BIBBY is moment van aanvraag merk en niet registratiedatum van ingeroepen recht van voorrang: kwade trouw (artikel 2.2bis BVIE) is geharmoniseerd begrip dat conform jurisprudentie HvJEU moet worden uitgelegd, waarin geldt dat moment van aanvraag peildatum is. Merkregistratie te kwader trouw: aangevraagd nadat bekend was geworden dat Samsung haar virtuele assistent BIXBY zou noemen en Uniemerk had geregistreerd, aanvraag strekte er kennelijk toe om oppositie tegen BIXBY-merk in te stellen, Pakistaanse merkenregister niet openbaar en volledig transparant, omdat depots niet binnen een jaar worden gepubliceerd, met registratie in Pakistan en steeds verversen daarvan bewerkstelligd dat EBB beschikte over voortdurend aan zicht onttrokken merkregistraties waarvan zij elders prioriteit kon inroepen en oppositie kon aantekenen, oogmerk om totdat merk te gelde wordt gemaakt soortgelijke tekens te blokkeren, bedrijven [gedaagde sub 2] beschikken wereldwijd over duizenden merkregistraties, waaronder van bekende merken als TESLA, APPLE, IPHONE, EUIPO en EUTM voeren honderden oppositieprocedures, Britse merkenbureau heeft 86 procedures tegen Apple wegens misbruik van recht afgewezen en in andere procedures zijn merkregistraties [gedaagde sub 2] als te kwader trouw beoordeeld. Aanvraag te kwader trouw van BIBBY-Beneluxmerk is misbruik van recht, verwijzing naar schadestaat. [gedaagde sub 2] persoonlijk aansprakelijk: wist dat Samsung kosten zou maken in verband met door EBB ingestelde oppositie voor het beteugelen van de daarmee verband houdende complicaties voor het BIXBY-merk.

 

 IEPT20190912, HvJEU, Koton v EUIPO

Sprake van depot te kwader trouw (artikel 52(1) onder b) GMeV (oud)) als sprake is van oogmerk om afbreuk te doen aan belangen van derden op een wijze die niet strookt met de eerlijke gebruiken of oogmerk om een uitsluitend recht te verkrijgen voor andere doeleinden dan die onder de functies van een merk vallen, met name de herkomstaanduidingsfunctie. Niet vereist dat ouder merk is geregistreerd voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten. Indien derde in ten minste één lidstaat ten tijde van aanvraag van litigieuze merk een merk dat gelijk was aan of overeenstemde met dat merk gebruikte hoeft verwarringsgevaar niet te worden aangetoond. Verwarringsgevaar is één van de in aanmerking te nemen relevante factoren voor bestaan van kwader trouw. Oogmerk van aanvrager merk dient te worden beoordeeld op tijdstip waarop inschrijving Uniemerk wordt verzocht: dat betekent in casu dat oogmerk niet alleen met betrekking tot diensten uit klasse 39, waarvoor het merk uiteindelijk is ingeschreven, maar ook voor waren en diensten uit klasse 25 en 35 – waarvoor het merk oorspronkelijk was aangevraagd – moest worden onderzocht.

 

 IEPT20190912, HvJEU, Darferdas

Onderscheidend vermogen aangevraagd merk te beoordelen op basis van alle relevante feiten en omstandigheden, waaronder alle waarschijnlijke gebruiksvormen, zoals in de betrokken sector in de praktijk significante gebruiksvormen. Denkbare maar niet significante, onwaarschijnlijke gebruiksvormen niet relevant bij gebreke van concrete aanwijzingen van waarschijnlijkheid van die gebruiksvorm. Geen onderzoek vereist naar andere dan meest waarschijnlijke gebruiksvormen indien in de praktijk slechts sprake is van één significante gebruiksvorm.

 

IEPT20190905, HvJEU, AMS Neve v Heritage Audio

Houder Uniemerk kan, bij vermeende inbreuk via online advertenties, een vordering wegens inbreuk instellen tegen een derde bij de merkenrechtbank van de plaats waar de doelgroep van de inbreukmakende online advertenties zich bevindt.

 

IEPT20190830, Rb Den Haag, Salam

Geen spoedeisend belang door gebrek aan voortvarend optreden tegen auteursrechtinbreuk op SALAM-logo:  voldoende aannemelijk dat eiser op de hoogte was van de door hem gestelde inbreuk. Merkinbreuk onvoldoende aannemelijk gemaakt: niet weersproken dat er onvoldoende overeenstemming is tussen merk en teken en geen sprake van gelijke waren of diensten.

 

IEPT20190827, Rb Midden-Nederland, Recor Bedding

Gerekwestreerden bij ex parte beschikking ex artikel 1019e Rv bevolen iedere inbreuk op de merken TIMELESS en COMBISPRING te staken: voornemen gerekwestreerden om onder die aanduidingen een nieuw bed te introduceren op een aanstaande vakbeurs vormt zodanig spoedeisend belang dat uitstel tot onherstelbare schade zou leiden.

 

IEPT20190807, Rb Den Haag, TomTom v MKB Ondernemers

TomTom heeft Overeenkomst rechtsgeldig ontbonden: MKBO heeft door het gebruik van het teken ‘tom’ in schriftelijke vorm in een andere stijl en font de overeenkomst met TomTom geschonden. Merkinbreuk sub b: Merken TomTom groot onderscheidend vermogen, teken ‘tom’ is hetzelfde als onderscheidend element Tom in de TomTom-merken, soortgelijke waren en diensten en verwarring te duchten. Bevel aan MKBO om zich in de toekomst van inbreuk op de TomTom-Uniemerken te onthouden toegewezen. Bevel ziet niet op gebruik van het merk Tom de Ridder. Schadestaat-procedure toegewezen: rechtbank wijst vordering ten aanzien van beide eisers toe.

 

IEPT20190731, Rb Den Haag, Raviangelo v Koas

Inbreuk op Beneluxwoordmerk OHR PURE FARM GHEE door gebruik ‘OHR Farm Ghee’ op wikkels van blikken geklaarde boter: onvoldoende betwist of weersproken dat een overeenstemmend merk zonder toestemming is gebruikt voor dezelfde waren en verwarringsgevaar oplevert. Vordering tot staken en gestaakt houden gebruik Villageoise en Santigron-merken afgewezen: inbreuk gemotiveerd betwist en van onvoldoende toelichting voorzien. 

 

 IEPT20190729, HvJEU, Red Bull v EUIPO

Red Bull-merken bestaande uit de combinatie van de kleuren blauw en zilver als zodanig terecht nietig verklaard: Gerecht heeft de uit het Heidelberger Bauchemie-arrest (IEPT20040624) voortvloeiende beginselen juist toegepast door te oordelen dat geen sprake was van een systematische schikking die de betrokken kleuren op een van tevoren bepaalde en duurzame wijze met elkaar in verbinding bracht.

 

IEPT20190726, Rb Rotterdam, Stichting WOW v WOW Lijnbaan

Geen merkinbreuk sub a: gebruikte tekens met element WOW zijn niet identiek aan merk WOW van Stichting WOW; Geen inbreuk sub b, geen verwarringsgevaar bij relevante publiek: ingeroepen merken zeer beperkt onderscheidend vermogen, WOW Lijnbaan gebruikt het teken bijna altijd in combinatie met de aanduiding Burger en Fries en kleurgebruik in merk en teken verschilt en aard van de WOW-restaurants verschilt (Fastfood vs cross-over cultuur & horeca). Geen inbreuk op handelsnaamrecht Stichting WOW: geen verwarringsgevaar in het kader van merkenrecht aangenomen en beide partijen bedienen een andere geografisch gebied.

 

IEPT20190723, Rb Noord-Holland, Hyde Park v HPH

Projectontwikkelaar Hyde park kan zich niet op grond van handelsnaam verzetten tegen gebruik van namen als Hyde Park Hotel: regel uit Artiestenverloning-arrest (IEPT20151211) - waar in kader van domeinnaam is geoordeeld dat gebruik beschrijvende aanduidingen zelfs bij verwarring alleen onrechtmatig is indien bijkomende omstandigheden dat meebrengen - toegepast op handelsnamen ondanks prejudiciële vragen hierover, door eiser als projectontwikkelaar bedachte aanduiding ‘Hyde Park’ beschrijvend geworden voor de locatie waar zowel Hyde Park en HPH hun diensten aanbieden.  Geen sprake van bijkomende omstandigheden die gebruik aanduiding Hyde Park onrechtmatig maken: voldoende afstand genomen in wijze van aanprijzing, onvoldoende onderbouwd dat Hyde Park in negatief daglicht komt door onbetaalde facturen. Handelsnaam en logo HPH maken geen inbreuk ex artikel 2.20 lid 2 sub b BVIE op woord/beeldmerken Hyde Park: logo’s zijn qua kleurstelling en vormgeving alsmede wat betreft de gebruikte lettertypes volledig anders.

 

IEPT20190717, Rb Den Haag, Fashion Linq v Primark

Benelux- en Uniewoordmerk Denim & Co nietig verklaard wegens gebrek aan onderscheidend vermogen:  ‘denim’ is een algemeen bekende en gangbare aanduiding voor een stof die wordt gebruikt om kleding te produceren, ‘& Co’ (‘and Co’) heeft ook een algemene betekenis ter aanduiding van andere, niet met zoveel woorden aangeduide vergelijkbare personen of dingen, vergelijkbaar met - vrij vertaald - termen als ‘etcetera’, ‘etc.’ en ‘en zo’, het totaalbeeld van ‘Denim & Co’ is daarmee een combinatie van bestanddelen die kenmerken van kleding, schoeisel en hoofddeksels kunnen beschrijven.

 

IEPT20190717, Rb Den Haag, Louboutin

Louboutin toegalaten gestelde betrokkenheid van gedaagde bij invoer van namaak Louboutin-kleding te bewijzen: uit omstandigheid dat gedaagde is gevestigd aan adres waar partijen waren bestemd om geleverd te worden kan niet worden afgeleid dat deze voor haar bestemd waren. Exhibitie toegewezen nu sprake is van een rechtsbetrekking ex artikel 1019a Rv jo. artikel 843a Rv: voldoende aannemelijk dat sprake is van betrokkenheid bij inbreuk op een IE-recht.

 

IEPT20190716, Hof Den Haag, Top Logistics v Hennessy

Exhibitievordering terecht toegewezen: Hennessy mag in hoger beroep ter onderbouwing van haar exhibitievordering ook bescheiden ten grondslag leggen waarover zij de beschikking heeft gekregen door de in het bestreden vonnis toegewezen exhibitie, aan vereiste van bestaan rechtsbetrekking voldaan nu voldoende aannemelijk is dat Top Logistics onrechtmatig handelt door - in ieder geval - het faciliteren van de opslag, het vervoeren/of de verhandeling van communautaire gedecodeerde Hennessy-producten, bescheiden voldoende bepaald de belangen van Top Logistics enerzijds en MHCS anderzijds afwegend is sprake van een rechtmatige belang bij exhibitie.

 

IEPT20190710, Rb Den Haag, Wetrok v CSI

Merkinbreuk op WETROK-merken in periode vóór aanpassing CSI website (wetrokwebshop.nl): gestelde toestemming door Wetrok GmbH onvoldoende aannemelijk. Geen merkinbreuk in periode ná aanpassingen. CSI heeft teken “wetrok” niet als metatag gebruikt. Geen verwarringsgevaar: met beeldmerk overeenstemmend logo is verwijderd, “onafhankelijke wetrok leverancier” en “wetrok webshop is niet gelieerd aan wetrok of haar distributienetwerk" is toegevoegd, publiek heeft relatief hoog aandachtsniveau door hoge prijzen schoonmaakmachines, beroep op Talens-zaak (IEPT20130813) faalt. Beroep op art. 2.20 (2)(d) BVIE faalt: geen ongerechtvaardigd voordeel, met merken overeenstemmend teken enkel gebruikt voor verkoop Wetrok-producten waartoe CSI gerechtigd is, na aanpassingen duidelijk dat webwinkel niet aan ondernemingen eiseressen verbonden is. Geen verklaring voor recht dat CSI aansprakelijk is voor schade in periode vóór aanpassing website: mogelijkheid van schade onvoldoende aannemelijk.

 

 IEPT20190704, HvJEU, Touristik v EUIPO

Aanduiding in standaardschrift van beeldmerk “Fl♥” in het Uniemerkenblad (als “Fly”) irrelevant voor beoordeling van de fonetische perceptie van de tekens, die niet samenvallen met de aanduiding ervan in het blad. Grieven tegen ten overvloede aangevoerde overwegingen kunnen niet tot vernietiging bestreden arrest leiden. 

 

IEPT20190703, Rb Den Haag, Hennessy v Simizy

Op grond van artikel 843a Rv gevorderde opgave van lijst van distributeurs afgewezen: onvoldoende onderbouwd dat sprake is van exclusief distributiesysteem c.q. afschermen nationale markten, artikel 843a Rv biedt enkel grondslag voor inzage en afschrift reeds bestaande bescheiden en niet voor opstellen stukken. Berichten met aanbiedingen m.b.t. Hennessy-merkproducten gericht aan in Nederland/Benelux gevestigde (potentiële) kopers afkomstig van Simizy. In deel van berichten wordt aangeboden Hennesy-merkproducten te leveren in Nederland/de Benelux. Aantal berichten ziet op mogelijke, maar niet noodzakelijke levering in Nederland/de Benelux en betreft in daarom geen aanbiedingen in Nederland/de Benelux. Hennessy heeft gegronde reden (art. 15(2) UMeV en 2.23(3) BVIE) om zich tegen decoderen door Simizy te verzetten: productcodes maken recall mogelijk in verband met voedselveiligheid, waardoor geen sprake is van kunstmatige afscherming van nationale markten van lidstaten. e-AD-status garandeert geen uitputting: e-AD status vaak verkregen door omzetting van T1-status naar e-AD, terwijl goederen met aanvankelijke T1-status in beginsel inbreukmakend zijn. Uitputtingsverweer m.b.t. transacties uit opgave n.a.v. kort geding vonnis (IEPT20170410) faalt: vermoeden van exclusief distributiestelsel onvoldoende om gevaar van afscherming nationale markten aan te nemen. Voor aanbod Hennessy-merkproducten met levering buiten Nederland/de Benelux geen sprake van in voorraad houden in Nederland/de Benelux. Voor aantal berichten sprake van in voorraad houden in Nederland/de Benelux: Hennesy-merkproducten zijn in voorraad bij Top Logistics/zullen binnen afzienbare tijd daadwerkelijk in Nederland/de Benelux zijn. Berichten met aanbiedingen onder conditie “subject unsold” duiden niet op in voorraad gehouden Hennessy-merkproducten. Resterende transacties uit opgave betreffen inbreukmakende Dom Pérignon-producten. Winstafdracht toegewezen: Simizy te kwader trouw bij inbreuk. PROCESRECHT

 

 IEPT20190703, HvJEU, Viridis v EUIPO

Geen normaal gebruik geneesmiddel tijdens klinische proeven: voor geneesmiddel waarvoor nog geen handelsvergunning is verleend mag zelfs geen reclame worden gemaakt teneinde een marktaandeel te verkrijgen of behouden, gebruikshandelingen voorafgaand aan op handen zijnde verhandeling kunnen normaal gebruik zijn als ze van externe aard zijn en gevolgen hebben voor het [opbouwen van het] toekomstige publiek. Vereiste uitvoering van een klinische proef kan een geldige reden voor het niet gebruiken vormen, maar  merkinschrijving vóórafgaand daaraan en de lange duur daarvan vallen binnen invloedsfeer en verantwoordelijkheid merkhouder, zodat zij niet kunnen worden beschouwd als belemmeringen die zich buiten diens wil hebben voorgedaan.