AG: Geen retro-actieve bescherming voor bekend wijnmerk tegen BOB Duca di Salaparuta

14-04-2025 Print this page
B916778

De advocaat-generaal stelt dat op deze situatie de oudere wijnmarktverordening (1493/1999) van toepassing is. Volgens deze regeling blijven bestaande nationale oorsprongsbenamingen automatisch beschermd onder latere EU-regels. Een merkhouder kan zich slechts onder voorwaarden verzetten tegen een oorsprongsbenaming met dezelfde geografische aanduiding. De bescherming van geografische benamingen prevaleert, mits voldaan is aan de in de oude regeling gestelde voorwaarden.
 

Zaak C-341/24 Duca di Salaparuta


Uit de samenvatting B9 16702 

Het hoofdgeding betreft een verzoek tot nietig- en/of ongeldigverklaring van de registratie van een beschermde oorsprongsbenaming Duca di Salaparuta in de wijnsector en van de erkenning van de bijbehorende nationale gecontroleerde oorsprongsbenaming (Denominazione di Origine Controllata). Ter onderbouwing van het verzoek is aangevoerd dat die benamingen misleidend zijn en/of te kwader trouw zijn aangevraagd, en in elk geval een overlap vertonen met merken van anderen.
 

Verzoekende partij is ’Duca di Salaparuta SpA’, een wijnbouwonderneming tevens houder van een aantal merken waarmee de geproduceerde wijnen worden onderscheiden. In deze zaak gaat het om een ‘BOB’, een beschermde oorsprongsbenaming op Europees niveau, en een ‘DOC’, bescherming op nationaal niveau. Verzoekende partij heeft in 2016 verwerende partijen gedaagd om de registratie van een DOC in 2006 en een erkenning van een BOB in 2009 nietig te verklaren. De benamingen zijn volgens haar misleidend en/of te kwader trouw aangevraagd. De rechters in zowel eerste als tweede aanleg hebben het verzoek afgewezen. Verzoekende partij is tegen het laatste arrest opgekomen.

 

Gestelde vragen:

1. Zijn in de wijnsector op registraties als BOB-BGA van benamingen die bestonden vóór de inwerkingtreding van verordening nr. 1234/2007, die vervolgens is vervangen door verordening nr. 1308/2013 – zoals de BOB „Salaparuta” PDO-IT-A0795 van 8 augustus 2009 – wat betreft de weigeringsgrond bestaande in een ouder merk dat wegens zijn bekendheid en reputatie ertoe kan leiden dat de betrokken BOB-BGA misleidend is („de bescherming [...] de consument kan misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit van de wijn”), in artikel 43, [lid 2], van verordening nr. 479/2008, juister gezegd, [artikel] 118 duodecies van verordening nr. 1234/2007 (thans artikel 101, [lid 2], verordening nr. [1308]/2013) van toepassing, op grond waarvan een benaming niet als BOB of BGA wordt beschermd indien zij „rekening houdend met de reputatie en bekendheid van een merk” de consument kan misleiden, of is deze regeling op grond van het rechtszekerheidsbeginsel niet van toepassing op benamingen die reeds nationale bescherming genoten voordat de Unierechtelijke registratie plaatsvond (arrest van het Hof van 22 december 2010, Bavaria, C-120/08), volgens hetwelk een feitelijke situatie in de regel, behoudens uitdrukkelijke bepaling van het tegendeel, wordt beoordeeld volgens de op het desbetreffende tijdstip geldende bepalingen, met als gevolg dat de eerdere regeling van verordening (EG) nr. 1493/1999 van toepassing is, en het conflict tussen de oorsprongsbenaming en het oudere merk moet worden beslecht op grond van het bepaalde in punt F 2, onder b), van bijlage VII bij die verordening?

 

2. Indien het antwoord op de eerste vraag luidt dat verordening nr. 1493/1999 op de feitelijke situatie van de onderhavige zaak moet worden toegepast: [...] bevat de regeling in punt F van bijlage VII bij verordening nr. 1493/1999 – voor het beslechten van conflicten tussen een voor een wijn of druivenmost geregistreerd merk en een daaraan identieke beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding voor wijn – een uitputtende lijst van alle gevallen waarin verschillende tekens naast elkaar kunnen bestaan en benamingen van wijnen kunnen worden beschermd, of blijft het hoe dan ook mogelijk, op grond van het algemene beginsel dat onderscheidende tekens niet misleidend mogen zijn, dat latere BOB’s of BGA’s niet geldig zijn of niet kunnen worden beschermd indien de geografische aanduiding, rekening houdend met de reputatie van een ouder merk, het publiek kan misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit van de wijn?


Conclusie AG:

De artikelen 48, 52 en 54 van [Wijnmarktverordening (EG) nr. 1493/1999], alsmede punt 2, tweede en derde alinea, van deel F van bijlage VII bij die verordening, moeten aldus worden uitgelegd dat

 

– zij van toepassing zijn op de oorsprongsbenamingen van wijnen die door de autoriteiten van een lidstaat zijn goedgekeurd en bij de Europese Commissie zijn aangemeld met het oog op bekendmaking ervan in de lijst van in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen overeenkomstig artikel 54, lid 4, van verordening nr. 1493/1999;


– de oorsprongsbenamingen van wijnen die overeenkomstig artikel 54 van verordening nr. 1493/1999 beschermd zijn, deze bescherming automatisch behouden op grond van verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”);


– de houder van een bekend, voor wijn geregistreerd merk dat termen bevat die gelijk zijn aan de naam van een bepaald gebied of van een kleinere geografische eenheid dan een bepaald gebied, dit merk slechts mag blijven gebruiken wanneer is voldaan aan de voorwaarden van punt 2, tweede alinea, van deel F van bijlage VII bij verordening nr. 1493/1999. Deze houder mag zich niet verzetten tegen het gebruik van de namen van de geografische eenheden die zijn gebruikt voor de omschrijving van in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen.


ECLI:EU:C:2025:247 en Zaak C-341/24 Duca di Salaparuta