Blokkeringsbevel is niet disproportioneel en niet te verstrekkend

21-08-2012 Print this page

B9 11582. Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 21 augustus 2012, KG ZA 12-669, Breitling Sa,  Bulgari Spa, Chanel Sas, e.v.a. tegen AltusHost Inc.

Merkenrecht. Tussenpersoon. Bevel tot blokkering door ISP van op de Benelux gerichte websites met namaakproducten is geen te verstrekkende en disproportionele maatregel.

De eisende merkhouders zijn wereldwijd opererende producenten van luxe consumentengoederen van de merken Breitling, Bulgari, Chanel, Chopard, Dior, Gucci, Longines, Omega, Pandora, Patek Philippe en Tag Heuer. Gedaagde Altushost is een (niet in de Benelux gevestigde) ISP die een groot aantal websites host waarop namaakproducten met de merken van eisers worden aangeboden. De domeinnamen staan veelal op naam van een natuurlijke persoon in China, of zijn niet herleidbaar door het gebruik van anonieme domeinnaamdiensten. De houders van de domeinnamen hebben niet gereageerd op de diverse sommatiebrieven van eisers en eisers vorderen daarom i.c. dat het AltusHost  wordt bevolen om de inbreukmakende websites te blokkeren voor toegang door derden vanuit de Benelux.

De vorderingen worden toegewezen. Eisers hebben onweersproken en onderbouwd gesteld dat met de litigieuze websites inbreuk wordt gemaakt op de merkrechten van Merkhouders en voor zover in een email van AltusHost “nog het verweer is te lezen dat duidelijk wordt gemaakt dat het om replica-producten gaat, gaat dit niet op. Dit levert immers volgens vaste rechtspraak geen geldige reden op om een merk te gebruiken.” Ook het verweer dat de websites niet zijn gericht op de Benelux en dat AltusHost daardoor niet zou kunnen worden aangemerkt als tussenpersoon gaat niet op:

4.4. (…) Merkhouders hebben immers onweersproken gesteld dat Nederland op de websites is aangemerkt als een land van waaruit de producten besteld kunnen worden en waar de producten naar toe kunnen worden gestuurd (via een zogenaamde “drop down lijst”). Voorts kan betaald worden met euro’s en zijn de websites in het Engels gesteld, welke taal in Nederland door nagenoeg iedereen met een internetaansluiting begrepen wordt. De voorzieningenrechter beschouwt AltusHost zodoende voorshands als een tussenpersoon in de zin van artikel 2.22 lid 3 en lid 6 BVIE, wiens diensten worden gebruikt voor inbreuk op de aan Merkhouders toebehorende merken.

Met betrekking tot de opgebrachte subsidiariteit en proportionaliteit stelt de voorzieningenrechter daarnaast dat de Merkhouders afdoende hebben getracht de domein/websitehouders aan te spreken en dat een alternatieve ICANN procedure “voorshands onvoldoende soelaas biedt, enerzijds omdat ICANN zich volgens Merkhouders niet met de inhoud van websites bezig houdt maar met wie de rechthebbende is op de betreffende domeinnaam en anderzijds omdat deze procedure onweersproken tamelijk langdurig van aard is.”

 

 

De stelling van AltusHost dat de gevorderde bevelen disproportioneel zijn omdat deze niet kunnen leiden tot het beoogde doel, aangezien de websitehouders hun website eenvoudig bij een andere hostingprovider kunnen onderbrengen en dat dit ook daadwerkelijk binnen enkele uren na de blokkade is gebeurd wordt eveneens afgewezen.  “Het betoog is gebaseerd op de veronderstelling dat er geen aanvullende maatregelen zullen worden genomen door Merkhouders. Die veronderstelling moet voorshands worden verworpen. Ter zitting is namelijk niet bestreden dat Merkhouders al optreden tegen andere hostingproviders en bijna alle hostingproviders na aanschrijven de betreffende websites “offline halen”. Hierbij komt dat evenzeer onweersproken is gesteld door de ter zitting aanwezige persoon van Stichting  React dat de helft van de 6.000 klanten van AltusHost namaakproducten zou verhandelen.”

1019h proceskosten: €35.000,-

Lees het vonnis hier.