Boek9.nl jurisprudentie webinar (12 december 2016) - € 69 per punt

05-12-2016 Print this page
B914714

De zesde sessie van 2016 vindt plaats op maandag 12 december a.s. In één uur tijd worden de jurisprudentie-highlights van de afgelopen zes weken (november 2016 - december 2016) op het gebied van IE besproken door Dick van Engelen (hoogleraar Universiteit Maastricht en hoofdredacteur Boek9.nl).

Kosten (per sessie): € 69,- (excl. BTW) | 1 PO-punt. Klik hier voor meer informatie en aanmelden.

Aan de orde komen onder meer:

Hof van Justitie EU

IEPT20161201, HvJEU, Klement v EUIPO
Arrest GEU vernietigd: zelfs als feit dat andere fabrikanten kachels verkopen met een zeer overeenstemmende vorm niet de veronderstelling rechtvaardigt dat geen sprake is van een ongewone vorm, is in het gewraakte arrest niet duidelijk gemaakt waarom het betrokken publiek in de vorm van het betrokken kachel vormmerk een sterke herkomstindicatie zou zien, terwijl zij in de zeer overeenstemmende vorm van andere fabrikanten slechts een technische functie zou zien. Niet duidelijk waarom, ondanks dat andere fabrikanten waren met vergelijkbare vormen op de markt brengen, bij het oordeel over het onderscheidend vermogen slechts de ongewone vorm van het betrokken merk in aanmerking is genomen.

IEPT20161123, HvJEU, Nelsons v Ayonnax Nutripharm en Bachblütentreff
Op een van een handelsmerk of merknaam voorzien levensmiddel is de overgangsmaatregel van artikel 28, lid 2, eerste zinsdeel, van verordening (EG) nr. 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen van toepassing, wanneer dat product vóór 1 januari 2005 als geneesmiddel werd verkocht en sindsdien – met dezelfde materiële kenmerken en onder hetzelfde handelsmerk of dezelfde merknaam – als levensmiddel wordt verkocht.

IEPT20161110, HvJEU, Ferring v Orifarm
Merkhouder kan zich niet verzetten tegen verhandeling omgepakt geneesmiddel wanneer a) het geneesmiddel in het EER-land van invoer niet kan worden verhandeld in dezelfde verpakking als in het EER-land van uitvoer en b) de importeur heeft aangetoond dat het ingevoerde product zonder ompakking slechts op een beperkt deel van de markt van het invoerland kan worden verhandeld.

IEPT20161110, HvJEU, Simba Toys v EUIPO
Bij het onderzoek naar het functionele karakter van het betrokken teken, hadden het EUIPO en het Gerecht ook rekening moeten houden met functionele elementen die niet zichtbaar zijn, zoals het draaivermogen ervan.

IEPT20161110, HvJEU, VOB v Stichting Leenrecht

Uitlening in de zin van artikel 6 lid 1 Verhuurrichtlijn omvat mede de uitlening van een digitale kopie van een boek: conform one copy - one user. Lidstaat mag voorwaarde stellen dat de digitale kopie van het boek in het verkeer is gebracht door eerste verkoop of andere eigendomsovergang door of met toestemming van de houder. Geen toelaatbare uitlening van een kopie uit illegale bron.

IEPT20161027, HvJEU, Debonair v EUIPO

Gerecht onvoldoende gemotiveerd of het aanprijzende karakter van het onderscheidende element ‘So’ op zich zelf bestaat of enkel in combinatie met een ander woord. Hof verwijst beslissing terug naar Gerecht.

IEPT20161026, HvJEU, Westermann v EUIPO
GEU heeft terecht geen rekening gehouden met vervallenverklaring van het oudere merk in oordeel over verwarringsgevaar: verval van het oudere merk vond plaats na de datum van de gewraakte beslissing van de kamer van beroep van het EUIPO. Indien wel rekening zou worden gehouden met vervallen ouder merk zou dit in strijd zijn met vaste rechtspraak HvJEU dat het GEU een beslissing van het EUIPO niet kan vernietigen of herzien op gronden die na de vaststelling daarvan aan het licht komen.

IEPT20161026, HvJEU, Canal Digital
Bij beoordeling of handelspraktijk een misleidende omissie vormt dient rekening gehouden te worden met de context waarin die praktijk plaatsvindt. Met name dient er rekening gehouden te worden met de beperkingen die eigen zijn aan het gebruikte communicatiemedium. Het opsplitsen van de prijs in meerdere componenten, waarvan één op de voorgrond wordt geplaatst moet als misleidend worden beschouwd. Het in marketinguitingen nadruk geven aan de maandelijkse kosten en het weglaten of minder nadruk geven aan halfjaarlijkse kosten wordt beschouwd als een misleidende omissie, wanneer de consument hierdoor een besluit over een transactie neemt die hij anders niet had genomen. Artikel 7, lid 4, van richtlijn 2005/29 bevat een uitputtende opsomming van de essentiële informatie die in een uitnodiging tot aankoop moet worden verstrekt. Het is de taak van de nationale rechter om te beoordelen of de betrokken handelaar heeft voldaan aan zijn informatieplicht.

(wijzigingen/aanvullingen voorbehouden)