Conclusie A-G HvJEU over televisie-uitzendingen in hotelkamers

25-10-2016 Print this page
B914669

Zaak C-641/15: Verwertungsgesellschaft Rundfunk. Conclusie A-G M. Szpunar

Verweerster exploiteert in Oostenrijk het hotel Hettegger Hotel Edelweiss. De kamers in dit hotel zijn uitgerust met televisietoestellen, waarmee dankzij een aan het hotel toebehorende gemeenschappelijke antenne uitzendingen van verschillende televisieomroepen kunnen worden ontvangen. Verwertungsgesellschaft Rundfunk beheert de auteursrechten en naburige rechten van televisieomroepen. Verwertungsgesellschaft Rundfunk is van mening dat Hettegger Hotel Edelweiss, doordat zij de ontvangst van het televisiesignaal in de kamers van het door haar geëxploiteerde hotel mogelijk maakt, een mededeling aan het publiek verricht van uitzendingen van televisieomroepen waarvan deze collectieve beheersorganisatie de belangen behartigt, op een plaats die tegen betaling van een toegangsprijs voor het publiek toegankelijk is in de zin van de bepalingen tot omzetting van artikel 8, lid 3, van richtlijn 2006/115. Volgens haar valt de activiteit van Hettegger Hotel Edelweiss, die bestaat in de installatie van televisietoestellen in de hotelkamers en het doorgeven van een televisiesignaal aldaar, derhalve onder het uitsluitende recht van de televisieomroepen. Hettegger Hotel Edelweiss dient dus een passende vergoeding te betalen in ruil voor de toestemming voor die activiteit. Volgens Hettegger Hotel Edelweiss is deze vordering ongegrond. In het bijzonder voert zij aan dat hotelkamers geen plaatsen zijn die tegen betaling van een toegangsprijs voor het publiek toegankelijk zijn in de zin van de bepalingen tot omzetting van artikel 8, lid 3, van richtlijn 2006/115, zodat de mededeling van uitzendingen van televisieomroepen in die kamers niet valt onder het door die bepalingen verleende uitsluitende recht.

A-G Szpunar geeft het Hof in overweging de vraag als volgt te beantwoorden:

“Artikel 8, lid 3, van richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaald naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom dient aldus te worden uitgelegd dat het doorgeven van een televisie- of radiosignaal door middel van in hotelkamers geïnstalleerde toestellen geen mededeling van uitzendingen van omroeporganisaties aan het publiek vormt op een plaats die tegen betaling van een toegangsprijs voor het publiek toegankelijk is in de zin van die bepaling.”

Lees de conclusie hier.

Zie ook:
Het bericht op Boek9.nl met de prejudiciële vraag.