CvB RCC: Reclame waarin tarieven internationale betalingen worden vergeleken niet misleidend

02-05-2017 Print this page
B914929
(Met dank aan Daniël Haije en Bram Duivenvoorde, Hoogenraad & Haak)

CvB RCC, 4 april 2017, NBWM v ING

 

De klacht betreft een uiting op de website van NBWM (Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij, een printadvertentie en een radioadvertentie. NBWM houdt zich bezig met internationale betalingen en vergelijkt in de reclame-uitingen haar transactiekosten met de tarieven van andere aanbieders. Volgens de Commissie waren de uitingen op de website en de printadvertentie misleidend voor de gemiddelde (zakelijke) consument vanwege het ontbreken van essentiële informatie over de verschuldigdheid van conversiekosten. Ook de radiocommercial werd in strijd met de Reclamecode  geacht.

 

Omdat uit de grieven niet duidelijk blijkt dat deze ook zien op de radiocommercial wordt NBWM niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van die commercial. Ten aanzien van de andere advertenties wordt geoordeeld dat de consument een zakelijke doelgroep is, die regelmatig internationale betalingen in vreemde valuta doet. Deze doelgroep heeft een relatief hoog kennisniveau ten aanzien van internationale betalingen in vreemde valuta’s. Voor een gemiddeld lid van deze doelgroep moet duidelijk worden geacht dat in de hier bedoelde uitingen sprake is van een vergelijking op transactiekosten en niet tevens op conversiekosten. NBWM stelt terecht dat in de uitingen over de kosten van betaling wordt gesproken, hetgeen voor de doelgroep op voldoende duidelijke wijze verwijst naar transactiekosten. Er wordt niet gesuggereerd dat NBWM geen conversiekosten in rekening brengt of dat deze reeds in de genoemde kosten van de betaling zijn verwerkt. De hoogte van de genoemde kosten bij NBWM (€ 5) vormt ook een indicatie dat daarin nog geen conversiekosten zijn verwerkt. Dit bedrag is wezenlijk lager dan bij ING, zodat de doelgroep ook hierom niet zal veronderstellen dat in dit bedrag tevens conversiekosten zijn begrepen.

 

Ook indien uitsluitend transactiekosten worden vergeleken is geen sprake van misleiding. ING heeft niet onderbouwd dat NBWM in vergelijking met ING ongunstige conversiekosten hanteert. Voor zover geen sprake is van maatwerk kan enige vergelijking worden gemaakt tussen de zogenaamde Fixing koerslijst van ING en de hoogste marge die NBWM stelt te berekenen. Hieruit blijkt dat de tarieven van NBWM voor de conversiekosten lager zijn dan die van ING. De stelling van ING dat het voordeel van de in de uitingen genoemde lagere transactiekosten geheel of deels kan worden geneutraliseerd door hogere conversiekosten, vindt daarom geen steun in het feitenmateriaal.

 

Lees de uitspraak hier.