Geen verplichting om inbreuk strafrechtelijk te handhaven en af te zien van civiele handhaving

27-05-2015 Print this page
B913789

Beslissing van 28 januari 2013 in de zaak H 85-2012 naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 29 maart 2012

 

Tuchtrecht. De klacht houdt in dat verweerder verwijtbaar heeft gehandeld door een civiele procedure schadevergoeding van klaagster te vorderen en af te zien van strafrechtelijke aangifte en op basis van een “fee” van 50% te handelen, terwijl het niet is toegestaan om op basis van “no cure no pay” te werken.

 

De klachten worden afgewezen. Dat strafrechtelijke aangifte moet worden gedaan en moet worden afgezien van civiel handhaven vindt geen steun in het recht. Voor zover al vast zou komen te staan dat verweerder werkt op basis van no cure no pay, had de klacht moeten worden afgewezen, omdat is gesteld noch gebleken dat klager hierdoor in zijn belang wordt getroffen. De deken en de voorzitter van de raad hadden dus niet de verplichting om te onderzoeken of verweerder “no cure no pay” heeft gewerkt.

 

Lees de beslissing hier.