Grote Kamer van Beroep EOB over uitleg artikel 101(3) EOV

16-04-2015 Print this page
B913705

Grote Kamer van beroep EOB, 24 maart 2015, Freedom Innovations v Otto Bock HealthCare

 

Octrooirecht. In deze zaak spreekt de Grote Kamer van Beroep EOB zich uit over artikel 101 (3) EOV dat bepaalt:

 

“Indien de oppositieafdeling van oordeel is dat, gelet op de wijzigingen die de houder van het Europees octrooi tijdens de oppositieprocedure heeft aangebracht, het octrooi en de uitvinding waarop het octrooi betrekking heeft

a) voldoen aan de vereisten van dit Verdrag, beslist zij het octrooi in de gewijzigde vorm in stand te houden, mits voldaan wordt aan de voorwaarden vastgesteld in het Uitvoeringsreglement;

b) niet voldoen aan de vereisten van dit Verdrag, herroept zij het octrooi.”

 

De Kamer van Beroep heeft bij beslissing van 2 april 2014 een aantal vragen over dit artikel gesteld in het kader van een onduidelijke octrooiconclusie. De Kamer van Beroep overwoog hierbij dat artikel 84 EOV (conclusies moeten duidelijk zijn) geen oppositiegrond is in de zin van artikel 100 EOV en artikel 101(1) en (2) expliciet het onderzoek in de oppositieprocedure beperken tot gronden die genoemd zijn in artikel 100 EOV. Artikel 101(3) daarentegen spreekt over het voldoen aan de eisen van het verdrag. Hierdoor zou artikel 101(3) EOV uitgebreider zijn dan artikel 101 (1) en (2).

 

De Grote Kamer van Beroep overweegt als volgt.

 

“In considering whether, for the purposes of Article 101(3) EPC, a patent as amended meets the requirements of the EPC, the claims of the patent may be examined for compliance with the requirements of Article 84 EPC only when, and then only to the extent that the amendment introduces non-compliance with Article 84 EPC.”

 

Lees het arrest hier.