BMM Bulletin 2/2015, p. 83-89, Manon Rieger-Jansen: "Het commerciële belang van het model voor de ontwerper is een belangrijke factor die dient te worden meegewogen in de depotstrategie. Hoewel het gemakkelijker en goedkoper is om te vertrouwen op niet-ingeschreven Europese modelrechten, hebben deze rechten een korte beschermingsduur van drie jaar en wordt in een inbreukprocedure bewijs van namaken vereist. Dit bewijs van namaken geldt niet voor ingeschreven modelrechten en dient door de rechthebbende te worden geleverd. Daarnaast dient de afschrikwekkende werking van een ingeschreven recht niet te worden onderschat. De positie van de houder van een niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel is wel versterkt door het Hof van Justitie in de zaak Karen Millen/Dunnes Stores nu het Hof daarin oordeelde dat de houder van een niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel het eigen karakter van het model in de zin van artikel 6 van de GModVo niet hoeft te bewijzen maar slechts hoeft aan te geven in welk opzicht dat model een eigen karakter heeft. Echter, voor ingeschreven Gemeenschapsmodelrechten wordt er op grond van artikel 17 van de GmodVo van uit gegaan dat de houder van het ingeschreven model de rechthebbende is. Volgens het Duitse Bundesgerichtshof in het arrest Bolerojäckchen geldt een vergelijkbaar rechtsvermoeden niet voor niet-ingeschreven Gemeenschapsmodelrechten. Het Bundesgerichtshof oordeelde in die zaak dat het feit dat een partij een model openbaar heeft gemaakt, geen vermoeden geeft dat zij de rechthebbende is. Dit betekent dat bij gebreke van een dergelijk rechtsvermoeden, de eisende partij in een procedure die zich op een modelrecht beroept, moet bewijzen dat zij daadwerkelijk de rechthebbende is van het niet-ingeschreven modelrecht Dit bewijs kan in de praktijk veelal moeilijk worden geleverd. Zoals hiervoor reeds is vermeld kunnen niet-ingeschreven Gemeenschapsmodellen in sommige sectoren zoals de mode-industrie uitkomst bieden. Echter, mede gezien de relatief beperkte kosten voor modeldepots - verdienen ingeschreven modelrechten zeker de voorkeur wanneer het model commercieel gezien belangrijk is."
