Uitbreiding van materie in het octrooirecht

20-09-2016 Print this page
B914637

Berichten Industriële Eigendom, 2016-8, p.206-211, Theo Blomme: "De Rijksoctrooiwet kent diverse gronden waarop een octrooi kan worden vernietigd. De meest voorkomende vernietigingsgrond doet zich voor indien datgene waarvoor octrooi is verleend niet voldoet aan de materiële vereisten (zoals nieuwheid, inventiviteit en industriële toepasbaarheid). Een tweede type vernietigingsgrond bestaat wanneer de uitvinding onvoldoende duidelijk is beschreven om door de gemiddelde vakman te kunnen worden toegepast (nawerkbaarheid). In de rechtspraktijk komt een geslaagd beroep op niet-nawerkbaarheid relatief weinig voor.
Deze bijdrage gaat over een derde type vernietigingsgrond, die zich evenmin vaak voordoet. Daar lijkt de laatste tijd evenwel verandering in te komen. Mogelijk mede als gevolg van de op dit punt steeds trenger wordende oppositiepraktijk van het Europees octrooibureau. Het betreft de situatie dat de octrooiconclusie (de materie waarvoor bescherming is verleend) geen basis heeft in de oorspronkelijke aanvrage. Deze vernietigingsgrond wordt in de praktijk 'uitbreiding van materie' ten opzichte van de ingediende octrooiaanvraage genoemd (ook wel aangeduid als toegevoegde materie of added subject-matter) en kan zich uitsluitend voordoen indien de octrooihouder wijzigingen aanbrengt ten opzichte van de oorspronkelijke (moeder)aanvrage (doorgaans in de conclusies). [...]"