Van Engelen: "De Hoge Raad schijnt zijn licht op de positie van de licentie bij faillissement"

08-05-2019 Print this page
B915741

Dick van Engelen (Ventoux), De Hoge Raad schijnt zijn licht op de positie van de licentie bij faillissement. Over HR 23 maart 2018, Credit Suisse v Jongepier qq (IEPT20180323) en HR 9 november 2018, Curatoren v Verhuurder (IEPT20181109)Verschenen in AA 20190361.

"De arresten Credit Suisse/Jongepier q.q. en Curatoren/Verhuurder van de Hoge Raad van 2018 leren dat licentienemers stevig in het zadel zitten bij een faillissement van licentiegevers. Dat is goed nieuws voor de vele ondernemingen die voor hun voortbestaan van licenties afhankelijk zijn. Het slechte nieuws is dat curatoren nu aansprakelijkheidsclaims vrezen als zij gelicentieerde rechten verkopen, maar die vrees lijkt maar gedeeltelijk op zijn plaats. [...]

 

Vooropgesteld moet worden dat de vermogensrechtelijke status van een licentie – evenals de definitie daarvan – niet duidelijk is. De heersende leer is dat een licentie slechts een persoonlijke vordering op de licentiegever oplevert, waaraan geen goederenrechtelijk effect ten opzichte van het in licentie gegeven IE-recht toekomt. Voor een dergelijke vordering op de licentiegever geldt dat de licentiegever of diens curator op zich niet rechtens gehouden is die vordering mee over te dragen op een nieuwe IE-rechthebbende, zodat het enkele niet overdragen van de licentie geen wanprestatie oplevert. Wanneer de nieuwe IE-rechthebbende de licentie vervolgens echter niet respecteert, en bijvoorbeeld een verbodsactie tegen de licentienemer van zijn rechtsvoorganger instelt, betekent dit dat de licentienemer in het licentiegenot gestoord wordt en daarmee een schadevordering op zijn licentiegever – de voormalig IE-rechthebbende – verkrijgt. Praktisch gesproken is de situatie voor die licentienemer gelijk te stellen aan beëindiging van de licentie. Praktisch gesproken betekent het ook dat een licentiegever – of diens curator – die een IE-recht overdraagt zonder de daarop betrekking hebbende licenties een aansprakelijkheidsrisico voor zichzelf in het leven roept, welk risico – afhankelijk van de aard en omvang van de licentie en het economisch belang daarvan – substantieel kan zijn. Een verstandige licentiegever (of diens curator) draagt dus IE-rechten niet over zonder ervoor zorg te dragen dat de bijbehorende licentieverplichtingen ook worden overgenomen door de nieuwe IE-rechthebbende, omdat hij anders mogelijke aansprakelijkheidsclaims in het leven roept. [...]"

 

Lees het artikel hier.