Verwarringsgevaar tussen woordmerk “SUPR” en woord/-beeldmerk “ZUPR”

26-03-2019 Print this page
B915684
(Met dank aan Gertjan van den Hout, NORD Advocaten)

Zaak T-297/18: Gerecht EU, Wirecard Technologies v EUIPO

 

Merkenrecht. Beroep tegen de weigering om het aangevraagde woordmerk “SUPR” in te schrijven voor o.a. software (klasse 9), dataoverdracht (klasse 38) en software aanpassingsdiensten (klasse 42) in verband met de oppositie op grond van het oudere Benelux woord/-beeldmerk “ZUPR”. Het beroep faalt.

 

Het Gerecht oordeelt dat het verschil tussen de eerste letters van de merken niet meer aandacht moet worden gegeven dan het verschil tussen de andere letters. Het Gerecht concludeert dat het verschil tussen de eerste letters in de tekens onvoldoende is om de hoge mate van visuele overeenstemming teniet te doen, o.a. omdat de tekens slechts uit één lettergreep bestaan en de laatste drie letters  van het bestreden merk geen element vormen dat los van de eerste lettergreep zal worden gezien. Het Gerecht oordeelt verder dat de Kamer van Beroep mocht oordelen dat het verschil in uitspraak tussen de “s” en de “z” niet erg opvallend was en dat de betrokken tekens desondanks fonetisch gelijk bleven, voor zover de klank van de groep letters "upr" gelijk was. Er is daarom net zoals bij de visuele overeenstemming sprake van gemiddelde overeenstemming. Begripsmatig is sprake van neutrale overeenstemming voor het deel van het publiek waarvoor beide tekens geen betekenis hebben. Voor het deel van het publiek dat het gewraakte teken mogelijk associeert met “super” is geen sprake van begripsmatige overeenstemming.

 

De begripsmatige overeenstemming zal volgens het Gerecht niet de visuele en fonetische overeenstemming neutraliseren. De Kamer van Beroep mocht daarom oordelen dat sprake was is van verwarringsgevaar.

 

Lees het arrest hier.