Wijzigingen Uitvoeringsreglement bij het Europees Octrooiverdrag gepubliceerd in Tractatenblad

05-03-2017 Print this page
B914862

De aangenomen besluiten van 30 juni 2016 en 14 december 2016 tot wijziging van het Uitvoeringsreglement bij het Europees octrooiverdrag, zijn op 3 maart 2017 gepubliceerd in het Tractatenblad.

Besluit van de Raad van Bestuur van 14 december 2016 tot wijziging van de regels 51 en 162 van het Uitvoeringsreglement bij het Europees Octrooiverdrag

Regel 9, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
„Het Europees Octrooibureau wordt bestuurlijk in directoraten-generaal onderverdeeld, waaraan de in artikel 15, onderdelen a tot en met e, genoemde organen, alsmede de diensten voor de behandeling van juridische aangelegenheden en de interne administratie van het bureau worden toegewezen.”

Regel 12 wordt vervangen door de volgende nieuwe Regels 12a, b, c en d:
„Regel 12a Organisatie en leiding van de Kamers van Beroep Eenheid en President van de kamers van beroep
1. De kamers van beroep en de Grote Kamer van beroep, met inbegrip van hun griffies en ondersteunende diensten, worden samengebracht in een afzonderlijk organisatieonderdeel (de „Kamers van Beroep Eenheid”) en wordt geleid door de President van de kamers van beroep. De voorzitter van de Grote Kamer van beroep oefent de functie President van de kamers van beroep uit. De President van de kamers van beroep wordt door de Raad van Bestuur benoemd op gezamenlijk voorstel van de ingevolge Regel 12c, eerste lid, ingestelde Commissie en de President van het Europees Octrooibureau. Bij afwezigheid of verhindering van de President van de kamers van beroep, neemt één van de leden van de Grote Kamer van beroep zijn plaats in, in overeenstemming met de door de Raad van Bestuur vastgestelde procedure.

[...]

Besluit van de Raad van Bestuur van 14 december 2016 tot wijziging van de regels 51 en 162 van het Uitvoeringsreglement bij het Europees Octrooiverdrag

Regel 51, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd
:

„Indien de jaartaks niet ingevolge het eerste lid op de vervaldatum is betaald, kan de taks alsnog binnen zes maanden na deze datum worden voldaan, mits binnen diezelfde termijn tevens een toeslag wordt betaald. Het in artikel 86, eerste lid, vervatte rechtsgevolg treedt in na het verstrijken van de termijn van zes maanden.”

Regel 162, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
„Indien de conclusietaksen niet tijdig zijn voldaan, kunnen zij alsnog worden betaald binnen de termijn ingevolge regel 161, eerste of tweede lid, naargelang van het geval. Indien binnen deze termijn gewijzigde conclusies worden ingediend, worden de verschuldigde conclusietaksen berekend op basis van deze gewijzigde conclusies en moeten binnen deze termijn worden betaald.”

Lees hier meer.