IEPT20071010, Rb Den Haag, OTI v Smartrac

15-10-2007 Print this page
IEPT20071010, Rb Den Haag, OTI v Smartrac

PUBLICATIE - OCTROOIRECHT

Bevoegdheid rechtbank Den Haag
Onbetwiste grensoverschrijdende bevoegdheid rechtbank Den Haag ter zake van rechtmatigheid brieven over octrooiinbreuk
OTI stelt dat de voorzieningenrechter van deze rechtbank bevoegd is uit hoofde van art. 80 lid 2 sub a en b ROW 1995, daarbij verwijzend naar het vonnis van de voorzieningenrechter te Arnhem van 4 mei 2005 (BIE 2007/14), die heeft aangegeven dat de rechtmatigheid van aan (potentiële) afnemers gerichte brieven over beweerdelijke octrooiinbreuk van een concurrent in kort geding beoordeeld dient te worden door de voorzieningenrechter van de Haagse rechtbank. De grensoverschrijdende bevoegdheid tegen de in Nederland gevestigde gedaagde Smartrac baseert OTI op het arrest Lincoln/Interlas (NJ 1992/404). De aldus onderbouwde bevoegdheid is door Smartrac niet bestreden.

 

Toepasselijk recht
Conform lex loci delicti hoofdregel of marktaanknopingsregel bij ongeoorloofde mededinging is Pools en Chinees recht van toepassing
Voor het toepasselijke recht lijkt in dit geval niet van belang of van de wet conflictenrecht onrechtmatige daad (WCOD) art. 3 (hoofdregel lex loci delicti), of art. 4 (marktaanknoping bij ongeoorloofde mededinging) van toepassing is. Art. 3 lid 2 WCOD wijst Pools en Chinees recht aan en zowel art. 4 lid 1, als lid 2 WCOD doen dat ook. (....).
Bij meervoudige locus prevaleert erfolgsort boven handlunsgort
Bij meervoudige locus prevaleert volgens art. 3 lid 2 WCOD Erfolgsort Polen  en China  boven Handlungsort Nederland. (...)
Marktaanknoping leidt tot toepassing Pools en Chinees recht, waar de concurrentieverhoudingen worden beïnvloed
Past men de uitzondering van de marktaanknopingsverwijzingsregel voor verbintenissen uit ongeoorloofde mededinging van art. 4 lid 1 WCOD toe – en dat ligt, voorlopig oordelend, meer voor de hand - dan wordt eveneens gekomen tot toepasselijkheid van Pools en Chinees recht. Op het grondgebied van die staten worden de concurrentieverhoudingen beweerdelijk beïnvloed.

 

“Wapperen” met octrooi niet onrechtmatig

“Wapperen” met octrooi naar Pools recht niet onrechtmatig
Hoewel de wederzijds ingebrachte opinies naar Pools recht elkaar tegenspreken, is naar voorlopig oordeel volgens Pools recht geen sprake van onrechtmatig handelen van Smartrac in de zin van artt. 3 en 15 van de Poolse Unfair Competition Act (UCA). Dat zou naar Nederlands recht niet anders zijn geweest, omdat niet is gebleken dat Smartrac ter zake van haar wat wel genoemd wordt "wapperen" met octrooirechten een verwijt valt te maken, terwijl evenmin anderszins sprake is van een misleidende mededeling in de zin van art. 6:194 BW. Daartoe wordt als volgt overwogen.
“Waperen” met octrooi naar Chinees recht – anders dan mogelijk naar Nederlands recht – niet onrechtmatig
Zou dit naar Nederlands recht mogelijk verwijtbaar kunnen worden geacht in de zin van de "wapper" rechtspraak  (maar dat behoeft in dit kort geding niet te worden beslist en zou naar Nederlands recht ook pas deugdelijk kunnen worden beoordeeld, indien duidelijk zou zijn wat de merites van de gestelde octrooiinbreuk zijn en wat de wetenschap omtrent die merites bij Smartrac behelst ), daarvan is naar Chinees recht voorshands geen sprake. Er is voor zover kenbaar geen sprake van dreiging zonder grond, gegeven de naar Chinees recht voldoende onderbouwde inbreukaantijging in de "communicatie"-brief, terwijl er voorts geen sprake is van onredelijke verzoeken aan FRI – gegeven art. 57 Octrooiwet, als uiteengezet in 4.19. – of het vermelden van onjuiste feiten, één en ander in de zin van art. 14 van de Chinese PRC Anti- Unfair Competition Law . Ten slotte worden in de brief geen derde partijen, zoals OTI, genoemd. Bij die stand van zaken is door OTI onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de betreffende brief niettemin moet worden opgevat als een act of unfair competition in de zin van art. 2 (5) PRC AntiUnfair Competition Law.

 

PROCESRECHT

Proceskosten
Geen volledige proceskosten, maar liquidatietarief, bij gebreke van verantwoording proceskosten

Dit wordt veroorzaakt doordat Smartrac weliswaar bij antwoord aanspraak maakt op een volledige proceskostenveroordeling, maar heeft nagelaten dienaangaande een verantwoording te verschaffen, zodat conform bestendige rechtspraak van de voorzieningenrechters van deze rechtbank alsdan wordt veroordeeld conform het liquidatietarief.

 

IEPT20071010, Rb Den Haag, OTI v Smartrac