IEPT20080514, Rb Haarlem, Staat v A-Group en IS Interned Services

26-05-2008 Print this page
IEPT20080514, Rb Haarlem, Staat v A-Group en IS Interned Services

PUBLICATIE

 

Onrechtmatige uiting A-Group
Dat de uitlatingen van A-Group als onrechtmatig moeten worden beoordeeld voor zover zij de strekking hebben de Belastingdienst of mr. […] te betichten van racisme, corruptie, machtsmisbruik en discriminatie, nu de uitlatingen daarvoor geen feitelijke onderbouwing hebben gegeven.
De in de dagvaarding gestelde feiten zijn onweersproken gebleven. De vordering zal worden toegewezen, voor zover die de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De voorzieningenrechter tekent hierbij aan dat niet lichtvaardig voorbijgegaan mag worden aan het feit dat in het onderhavige geval het fundamentele grondrecht van de vrijheid van meningsuiting aan de orde is.   Vooropgesteld moet worden dat de vrijheid van meningsuiting een zodanig groot goed is dat van de overheid een aanzienlijk incasseringsvermogen mag worden verwacht waar het gaat om publiekelijk gedane kritische uitlatingen. Onder omstandigheden kan echter een grens worden gepasseerd die maakt dat bepaalde uitlatingen als onrechtmatig moeten worden beoordeeld. In het onderhavige geval moet het belang dat Staat der Nederlanden erbij heeft dat de Belastingdienst en mr. […] niet worden blootgesteld aan ernstige verdachtmakingen op de website van A-Group worden afgewogen tegen het belang dat de vennoten van A-Group erbij hebben zich in vrijheid te kunnen uiten. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de uitlatingen van A-Group als onrechtmatig moeten worden beoordeeld voor zover zij de strekking hebben de Belastingdienst of mr. […] te betichten van racisme, corruptie, machtsmisbruik en discriminatie, nu de uitlatingen daarvoor geen feitelijke onderbouwing hebben gegeven. De overige in het petitum genoemde uitingen - evenals de onder 1 sub b, c en d genoemde uitlatingen van A-Group ten aanzien waarvan Staat der Nederlanden haar eis heeft laten vallen - moet een professionele overheidsorganisatie over zijn kant kunnen laten gaan

 

Provider kon in redelijkheid twijfelen aan juistheid brief Staatssecretaris
IS InterNed Services heeft dan ook niet onrechtmatig gehandeld door na ontvangst van de brief van de Staatssecretaris van Financiën niet onmiddellijk de toegang tot de website van A-Group onmogelijk te maken, maar te wachten op de ontvangst van een rechterlijk vonnis waarin de uitlatingen op de website van A-Group als onrechtmatig zouden worden beoordeeld.
Op grond van het bepaalde in art. 6:196c lid 4 BW is een serviceprovider niet aansprakelijk voor de opgeslagen informatie, indien hij niet weet van de activiteit of informatie met een onrechtmatig karakter of daarvan niet redelijkerwijs behoort te weten, dan wel - zodra hij daarvan weet of redelijkerwijs behoort te weten - prompt de informatie verwijdert of de toegang daartoe onmogelijk maakt. Blijkens de memorie van toelichting is de enkele kennisgeving van een derde omtrent de aanwezigheid van onrechtmatige informatie onvoldoende voor de conclusie dat de serviceprovider weet of redelijkerwijs behoort te weten dat de informatie een onrechtmatig karakter heeft; dat is echter anders wanneer aan de juistheid van de kennisgeving in redelijkheid niet getwijfeld kan worden, zoals wanneer de informatie op de website onmiskenbaar onrechtmatig is (TK 2001-2002, 28 197, nr. 3, blz. 49). Pas indien op deze gronden tot aansprakelijkheid van de service-provider voor de opgeslagen informatie geconcludeerd kan worden, is een - op die onrechtmatige daad gebaseerde - vordering jegens de serviceprovider tot verwijderen of ontoegankelijk maken van de informatie toewijsbaar. De voorzieningenrechter overweegt dat in het onderhavige geval niet kan worden gezegd dat aan de juistheid van de inhoud van de in 2.7 bedoelde brief van de Staatssecretaris van Financiën in redelijkheid niet getwijfeld kon worden. Het betreft immers slechts een reactie van een derde op uitlatingen die zijn geplaatst op een website waarvan IS InterNed Services de hosting verzorgt. IS InterNed Services wist niet, en kon ook niet weten, waarop de uitlatingen waren gebaseerd, zodat zij zich geen oordeel omtrent de juistheid of rechtmatigheid ervan kon vormen. Het feit dat het de Staat der Nederlanden was die deze uitlatingen in voormelde brief als onrechtmatig kenschetste, maakt niet dat IS InterNed Services wist of redelijkerwijs behoorde te weten dat de uitlatingen een onrechtmatig karakter hadden. IS InterNed Services heeft dan ook niet onrechtmatig gehandeld door na ontvangst van de brief van de Staatssecretaris van Financiën niet onmiddellijk de toegang tot de website van A-Group onmogelijk te maken. Uit de tussen partijen gevoerde correspondentie en de daarop ter zitting gegeven toelichting blijkt dat IS InterNed Services wachtte op de ontvangst van een rechterlijk vonnis waarin de uitlatingen op de website van A-Group als onrechtmatig zouden worden beoordeeld. Hierna zou zij overeenkomstig haar beleid de toegang tot de website terstond hebben geblokkeerd. De Staat der Nederlanden had derhalve kunnen volstaan met het instellen van een vordering jegens A-Group. De voorzieningenrechter gaat er dan ook van uit dat IS InterNed Services op basis van dit vonnis de website van A-Group zoals toegezegd zal blokkeren. Voor zover de vorderingen zich richten tegen IS InterNed Services zullen ze derhalve worden afgewezen.

 

IEPT20080514, Rb Haarlem, Staat v A-Group en IS Interned Services