IEPT20081009, HvJEG, Directmedia v Albert-Ludwigs-Universität Freiburg

15-10-2008 Print this page
IEPT20081009, HvJEG, Directmedia v Albert-Ludwigs-Universität Freiburg

DATABANKENRECHT

 

Opvraging databank
Raadpleging en individuele beoordeling databank op scherm vormt een "Opvraging" wanneer dit neerkomt op de overbrenging van een vanuit kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de beschermde databank
Gelet op een en ander moet op de gestelde vraag worden geantwoord dat de overname van gegevens uit een beschermde databank in een andere databank na raadpleging van de eerste databank op scherm en individuele beoordeling van de hierin vervatte gegevens een "opvraging" in de zin van artikel 7 van richtlijn 96/9 kan vormen voor zover deze verrichting neerkomt op de overbrenging van een vanuit kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van de beschermde databank of met overbrengingen van niet-substantiële delen die door hun repetitief en systematisch karakter hebben geleid tot de reconstructie van een substantieel deel van deze inhoud, wat door de verwijzende rechter dient te worden beoordeeld.
- Het feit dat een overbrenging geen betrekking heeft op een substantiële en gestructureerde reeks gegevens uit een beschermde databank staat er dus niet aan in de weg dat deze verrichting onder het begrip "opvraging" in de zin van artikel 7 van richtlijn 96/9 valt.
- Verder kan de omstandigheid dat de gegevens uit een databank pas in een andere databank worden overgenomen na een kritische beoordeling door de betrokkene, zoals de Commissie heeft beklemtoond, weliswaar in voorkomend geval relevant zijn voor de beantwoording van de vraag of deze andere databank kan vallen onder een van de beschermingsregelingen van richtlijn 96/9, maar zij doet daarentegen niet af aan de vaststelling dat er sprake is van een overbrenging van gegevens van de ene databank naar de andere.
- Het doel van de overbrenging is evenmin relevant voor de beoordeling van het bestaan van een "opvraging" in de zin van artikel 7 van richtlijn 96/9

kan niet aldus worden opgevat dat het recht sui generis enkel bescherming verleent tegen kopiëren met technische middelen.
- Wanneer de fabrikant van een databank evenwel de inhoud ervan voor derden toegankelijk maakt, zij het tegen betaling, kan hij zich niet op grond van zijn recht sui generis ertegen verzetten dat deze derden opzoekingen in deze databank verrichten
(zie in die zin arrest The British Horseracing Board e.a., reeds aangehaald, punt 55). Enkel wanneer de inhoud van deze databank of een substantieel deel ervan permanent of tijdelijk op een andere drager dient te worden overgebracht om in beeld te kunnen worden gebracht, kan voor een dergelijke raadpleging de toestemming van de houder van het recht sui generis vereist zijn, zoals blijkt uit punt 44 van de considerans van richtlijn 96/9.

 

IEPT20081009, HvJEG, Directmedia v Albert-Ludwigs-Universität Freiburg